Lezen

KRISKRAS

Het is woensdag, en dan komen de kleinkinderen ’s middags van oma’s kookkunst genieten.  De macaroni, de gehaktballetjes, de wok, alles zoveel beter dan thuis. Oma slooft zich elke woensdag af om het iedereen naar zijn zin te maken.  Eén voor één verdwijnen ze dan in de loop van de namiddag, niet zonder nog dat dessertje mee te pikken.   Als de laatste belhamel is verdwenen willen wij zelf ook onze zinnen verzetten. Na dagenlang door de ramen naar buiten naar de regen te turen, is het droog.  Droog maar een flink stuk frisser. Niet te kiezen in dit land, of te nat of meteen te fris.  Het brengt ons niet van ons stuk.  We pakken ons goed in tegen de kou, en weg zijn we .  Het jaagpad langs de Schelde laat ons toe om eerst even warm te draaien. Een vriend medicus vertelde me ooit, dat je eigenlijk per jaar van je leeftijd een minuut moet opwarmen, in ons geval dus ruim een uur.  De eerste gure koude besliste daar anders over.  Als je op de fiets vertrekt is het altijd uitkijken in welke richting je vertrekt.  Best tegenwind, dat maakt het makkelijker keren.  Dat blijkt de goede keuze te zijn.  We worden beloond met een oranjerode zonsondergang.    We schakelen snel naar een hogere trapsnelheid om nog warmer te krijgen want samen met de zon valt ook de temperatuur.  We worden net voor zonsondergang beloond met een uniek spektakel.  Duizenden krassende kauwen wervelen rondjes rond een populieren bos in een weide vlakbij. Spreeuwen doen dit vaker, maar van kauwen zag ik het nog nooit. Groepjes van enkele tientallen dat wel, maar duizenden, nee.Ook kauwen blijken echte acrobaten in de lucht en ze draaien in wilde gesynchroniseerde golven rondom de bomen.  Misschien vertellen ze elkaar over de belevenissen van de voorbije dag, de jachtsuccessen, of ruziën ze gewoon voor een slaapplaats in de bomen. Op het moment dat de zon achter de horizon verdwijnt verstomt opeens alle geluid en vallen ze letterlijk neer in de kruinen van de bomen.  Ik stel me voor dat ze hun pluimenkraag opzetten en knus bij elkaar warmte en geborgenheid zoeken.  Het is voor ons ook hoog tijd om te keren.  Thuis zullen we onze inmiddels verkleumde handen warmen aan een hete kop thee of chocolademelk en nog even nagenieten van het wondere spektakel dat we te zien kregen.  Ik vraag me af of ik ’s morgens ook beloond zou worden met een gelijkaardig spektakel bij het eerste ochtendgloren, maar ik heb de moed niet om daarvoor zo vroeg in het duister langs de Schelde naar hun slaapplaats te fietsen.  

thomar
6 0

Notenslag

Al sinds mijn prille jeugd heb ik iets met noten.  Mijn noten verzameldrang zorgt er elk jaar weer voor dat ik in het begin van de herfst tijdens mijn fietstochten langsheen een zorgvuldig uitgestippeld notenbomen parcours de nog groene bolsters ga monsteren.  Dat is belangrijk voor de keuze van mijn ‘moment suprême’, de datum van de notenslag, vast te leggen.  Van zo gauw ik de eerste barsten zie verschijnen stijgt de spanning, verhoog ik de frequentie van mijn inspectierondes, plan ik mijn notenslagdag.  De laatste jaren valt dit moment steeds vroeger in de herfst, wellicht gerelateerd aan de lange droge periodes ten gevolge van de klimaatverandering.  Ik herinner me dat enkele jaren geleden  de herfstvakantie begin november de start was van het gescharrel tussen de bladeren en tengels.  Dit jaar mocht ik al eind september mijn slag slaan.  Ik heb mijn vaste stekken voor die notenstroperij, ver genoeg van ’t stad waar ik de laatste jaren de duimen moest leggen voor groepjes allochtonen die gewapend met stokken en stenen de nog groene onrijpe bolsters uit te bomen proberen te gooien. Nee, geef mij maar die vergeten soms reuze notelaars die eenzaam hun waar staan aan te prijzen en geduldig wachten op die enkele gelukkige scharrelaar.  De bruine nog gebolsterde exemplaren laat ik liggen in de wetenschap dat de kleurstof van de notenschelpen soms nog dagen je vingers bij het pellen verkleurt zoals die van een kettingroker. Bovendien blijken die achtergelaten exemplaren van onschatbare waarde voor onze inheemse fauna.  Ik geniet telkens weer van het vlieg- en breekwerk van eksters, kauwen en kraaien.  Deze vliegende stropers maken er een sport van om met een noot in de bek een steile klim te maken boven een weg of verhard pad, om vervolgens in de top van hun vlucht de noot te pletter te laten vallen, soms keer op keer tot ze openbarst  Met een al even steile duikvlucht haasten ze zich daarna naar hun herfstfestijn. Niet alleen vogels zijn handig in dit notenwerk.  Er zijn nog liefhebbers.  Sinds mijn buurman een dragende notelaar heeft in zijn voortuin, en er zo’n rosse eekhoorn huist in zijn verwilderde tuin, vind ik in het voorjaar notelingen. Dat zijn met het vooruitzicht van mogelijk barre tijden weg gestopte exemplaren in alle mogelijke vergeten potten en bloembakken.  In het voorjaar zijn die notelingen al een paar decimeter groot en met enige droefheid moet ik ze willens nillens verwijderen of ook mijn tuin ondergaat hetzelfde lot. Eénmaal verzameld leg ik mijn oogst te drogen, en tot de volgende notenslag trek ik elke week wat tijd uit om ze te breken en te degusteren, want zo weet ik ‘a nut every day keeps the doctor away”.   Ik deel mijn oogst gul  met de gevleugelde wintergasten in de tuin.  Jaar na jaar op het ritme van de seizoenen voel ik me dankzij de noten heel even jager en stroper. Notenslag : de eerste dag van  mijn nieuwe notenjaarNoten verzameldrang: jaarlijkse terugkerende drang om noten te stropenNotenbomen parcours: parcours langs de mezelf (onwettig) toe geëigende locaties met notelaarsNotenstroperij: het rapen van de noten op bovengenoemde plaatsenNoteling: gekiemde noot met prille stengel, aanzet voor een boom

thomar
3 0

De totale verwarring.

Een hedendaags gegeven is de totale verwarring die ons dagelijks overspoelt.Een tijdje terug las ik in mijn KUT krant De Morgen, in een brief die de KUT ex hoofdredacteur schreef "veralgemenisering is de oorsprong van populisme".'s Anderendaags schreef de nieuwe hoofdredacteur als eerste zin in zijn standpunt "wij Vlamingen houden allemaal van Tom Boonen". foto VERF ED     MY 1975 Rotselaar torenhof FOTO GALLERY verf ed https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/ Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   ************************************************************************* http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e  

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
8 0

De ziekte.

Kent u het ziektebeeld, dwangneurotisch kuisen. Het is een verschrikkelijke ziekte.Diegenen die er onder lijden vinden zichzelf SUPERnormaal, iedereen die hun ziektebeeld niet deelt vinden ze niet normaal; ze vinden die 'abnormaliteit' zo bedreigend dat ze vinden dat ze het absolute recht hebben met alle middelen die abnormaliteit te vernietigen. Manipulatie, bedrog, verraad niks is hen te min om die - in hun ogen - bedreigende levenswijze te doen stoppen.Een paar jaar geleden waren ze zelfs op TV te zien. Ze waren aan het jammeren over het lijfke dat Burgemeester Jansens droeg; ze zouden er zeker niet voor stemmen. Dat politiek gaat over ideeën niet over plastrons en lijfkes, dat konden ze niet vatten. Wie niet dwangneurotisch kuist kwam er niet in. Stelt u zich voor dat al die bacteriën hun geboende lijven zou attaqueren. Zuiverheid is hun hoogste goed. Zij zijn zuiver. Als ge dat maar weet. Het liefst zouden ze de abnormalen zo ver mogelijk van hen verwijderd zien. Er is een theorie die stelt dat astma veroorzaakt wordt door het dwangneurotisch kuisen. Kinderen die niet blootgesteld werden aan een aantal bacteriën bouwen geen weerstand op zodanig dat ze op volwassen leeftijd onderhevig zijn aan allergieën allerlei. En de dwangneurotische kuisers die kuisen voort. Ze zullen kuisen tot ze denken dat ze iedere bacterie hebben gedood waarbij ze niemand sparen: iedere vieze vuile bacterie moet weg. Een groot deel van de mens bestaat uit bacteriën. In onze darmen en plooien op onze mooi geboende lichaam zit het er vol van. Ze zijn zo klein dat er duizenden op een vingernagel te vinden zijn. Zonder bacterie geen mens. Het zou bijna grappig zijn als het niet zo tragisch was iedere keer dat de dwangneurotische kruisers met overvloedig veel zeep denken dat ze weer een veeg beestjes vernietigd hebben, hebben ze in werkelijkheid de soep van beestjes op hun lijf herverdeeld. Jaren geleden bestond er zoiets als de vapona-strip die bleek gemaakt te zijn met Ieperiet: het gifgas dat wereldwijd bekend staat als het eerste gebruikte GIFGAS uit de tweede wereld oorlog.Op dat moment dacht ik: wat een waanzin. De dwangneurotisch kuisers besproeien hun huizen met in sommige gevallen gevaarlijke chemische troep. Daarna hangen ze er een lap gifgas. DE ZOMER. Het was niet de zomer die op het caféterras kwam zitten, het was een man met de naam van een ander jaargetijde. Het baasje van een partij wiens politiek ik zo walgelijk vind dat ik zelfs zijn naam niet wil vermelden. Hij zette zich aan een tafeltje naast mij. Op 10 cm afstand ik kon hem niet alleen zien, ik kon hem ook ruiken. De meeste bezoekers van het café kenden hem niet want het waren zoals sommigen hen noemen vreemdelingen.De enigen die hem herkenden waren grappig genoeg twee Russische jongeren die stilletjes verontwaardigd aan een Antwerpse man hun beklag deden. De Antwerpse man zei dat iedereen in hun stad het recht had om ongestoord aan een cafétafel te ziften. Naast de man met de ijskoude naam zaten twee van zijn medestanders: duidelijk dwangneurotische kuisers. Foto VERF ED wild groen 2006 FOTO GALLERY https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
8 0

Dubbel verdriet

Het overkwam me gewoon. En daarna kwam het woord. Twee woorden waren het. Ik voelde ze tijdens 'Het laatste portret' opkomen, een tv-programma waarin een deskundige fotografe het laatste portret van iemand maakt en er meteen zijn of haar levensverhaal aan ophangt. Samen met vrienden en familie. Al is 'laatste' altijd een ietwat misleidend woord. Het laatste tot nu toe? En is het volgende dan weer het laatste? Of is dit de allerlaatste foto? Inderdaad. Voor deze mensen zou er geen meer volgen. Ze wisten het. Meteen vanaf het begin zat ik te draaien op mijn stoel. Zou ik wel kijken? Verdriet dat altijd nog ergens zat, zou vast en zeker terug naar boven komen. Als een soepballetje waarvan je dacht dat het niet meer in de soep zat. "Niet beginnen, hè pa", zei onze jongste vanop de bank. Maar toen zag ik het. Ook hij kreeg het moeilijk. Een blik naar elkaar was niet nodig. Wellicht voelden we hetzelfde, een terugblik naar hetzelfde moment van enkele jaren geleden. En toen kwam het. Omdat ik meteen zijn verdriet voelde, kwam het bij mij nog harder binnen. Ik had te maken met dubbel verdriet. Niemand zal het ooit wetenschappelijk kunnen verklaren, maar als je door de ogen van je kinderen hun verdriet ziet, komt het dubbel binnen. Je neemt het extra op, want je wil het bij hen wegnemen. Maar dat gaat niet. Ook bij verdriet is het ieder voor zich. C’est la vie. Net na de uitzending kwam mijn vrouw thuis. Ze zag het, maar zei niets. Het is een edele kunst. Het duurde een tijdje voor ik het onder woorden kon brengen. Maar nu weet ik het voor een volgende keer. Al moet het nu ook weer niet te vaak voorkomen, dat dubbel verdriet. Een enkele keer is genoeg.

Rudi Lavreysen
14 1

Nieuwe gordijnen

Na drie dagen dood in bed te liggen, besluit ik een paar berichten te beantwoorden. Intussen laat ik het bad vollopen met nieuw leven en controleer de temperatuur met mijn voeten. Iemand die weken geleden vroeg wanneer ik naar zijn nieuwe gordijnen kom kijken stuur ik dat ik onderweg ben. Ik slik alle soorten vitaminen die ik in de badkamer kan vinden, en van elke soort een stuk of vier omdat ze al lang over datum zijn, net zoals mijn gezicht en het gezicht dat er ooit was tussen mijn benen. Hij weet niet dat het een poging tot een comeback is dus na het bad steek ik mijn haar op tot het past met mijn hoerig rode lippenstift. Ik koop een fles champagne om mezelf te presenteren als fris en bruisend.  Als ik aan de overkant van zijn straat geparkeerd sta, zie ik door het donker in de straat alleen zijn raam met licht dat enkel van langs binnen zijn gordijnen zal tonen. In mijn achteruitkijkspiegel lijk ik wel een pas uit de kast gekomen travestiet. Hij zal zien dat het me moeite gekost heeft en ik hoop dat hem dat zal afschrikken om té persoonlijke vragen te stellen. Ik stap uit en beloof mijn wagen snel terug te zijn.  We zitten in zijn zetel en ik probeer me te herinneren hoe de vriendschap ooit was ontstaan. We doen alletwee onze sokken uit en plots herinner ik me terug alles. Terwijl hij vertelt over zijn nieuwe verwarming krijg ik koud door zijn pezige voeten die steeds dichterbij komen. Zou hij de temperatuur van mijn aanwezigheid willen controleren? Zijn voeten lijken op de bovengrondse wortels van de Bonzaï-boom naast zijn tv. Ik vraag me af waarom de voeten van mannen er altijd uitzien alsof ze al drie dagen dood zijn.  Opweg naar mijn auto zwaait hij me uit vantussen zijn nieuwe gordijnen en ik zwaai terug om hem samen met mijn dode ik voor de laatste keer vaarwel te zeggen.  

Fanny Wildemeersch
104 5

De jongen met de krab

Uren kan ik naar het uitzicht over de baai kijken. Ik zie dat de vegetatie op de bergen zich langzamerhand herpakt. Een alles verwoestende brand veegde vijf jaar geleden op het Griekse eiland een groot deel van het natuurschoon van de kaart. Mijn vader was net overleden en ik had geen idee dat er een brand op het eiland was geweest. Toen ik aankwam had ik het gevoel alsof ik door een rouwkaart reed. Gelukkig is de mens veerkrachtig en de natuur ook. Ik zie hoe een aalscholver gezeten op een kleine rots zijn veren laat drogen in de zon. Ik schrik op van een geluid achter mij. Een jongeman groet mij. Hij heeft een prachtig gezicht en een atletisch gebouwd lichaam. Voor mij is hij op dat ene bevroren moment in tijd de belichaming van eeuwige schoonheid en jeugd.  Ik zie dat hij naar de rotsen loopt. Heel vaak heb ik overwogen om die rotsen te beklimmen om even op het uiterste puntje bij de zee te kunnen gaan staan. Ik durfde het niet zonder goede bergschoenen. Hij kent echter geen vrees. Als een klipgeit springt hij van de ene rots naar de andere. Ik volg hem met mijn ogen en zie uiteindelijk een kleine gedaante op de uiterste punt van de rotsen in de baai staan. Als hij terugkeert zie ik dat hij bukt om iets uit het water te pakken. Hij heeft een grote krab in zijn handen.  ‘You are not going to kill it, are you?’ Hij kijkt mij even verontwaardigd aan. ‘Offcourse not. I am just going to show it to my dad.’ Gewoon een lieve jongen die zijn vader trots wil maken.   Daar gaat hij weer. De jongen met de krab. 

Elle Hart
7 0

Mijn wens voor jou!

2023 was een heftig jaar. Voor ons toch. In de wandelgangen sprak ik met veel gelijkgestemden. Wij beleefden een jaar van afscheid en verlies, stukgelopen vriendschappen en financiën die vierkant draaiden. Na covid heeft ieder op z’n eigen manier wonden moeten likken. Heropbouwen was het motto. Het ging niet altijd van een leien dakje, maar we hebben het gehaald. Wie dit leest, is er nog, ademt nog en beschikt nog over een internetverbinding. We leerden waardevolle lessen. De diepere waarden van het leven kwamen bovendrijven op de donkerste momenten. Persoonlijke groei is geen pijnvrij proces, maar de moeite waard om te doorleven! Het kan altijd erger, denk ik dan. Denk maar aan de hartverscheurende taferelen uit Gaza, de niet aflatende ellende in Oekraïne, de extreme droogten in Afrika, of meegesleurd worden in één van de vele overstromingen. Het gaat helaas niet meer over rampen ver van ons bed. Het speelt zich dichtbij af. Teveel regen, teveel mislukte oogsten, teveel prijsstijgingen, teveel verkapte armoede. De hoge prijs die we betalen van teveel rotzooien met onze natuur; te warme zomers, te zachte winters, te natte dagen. We vernielen collectief onze toekomst. Onze planeet schreeuwt om genezing. Mijn wens voor 2024 is daarom eenvoudig: laten we, nu het hopelijk nog kan, een stap verder gaan dan bewust zijn dat we niet goed bezig zijn. Laten we, ieder voor zich, maar vooral samen, in actie komen en alles op alles zetten om bij te dragen tot een gezonder en beter leefmilieu. Dit kost geen handenvol geld, maar wel handenvol liefde. Liefde voor elkaar en voor wat ons toevertrouwd is, de natuur. Respect en de zorg voor het grootste en mooiste mysterie dat we kennen: alle leven op deze aarde. Met wat minder ik en wat méér jij, vinden we misschien een manier om het tij te keren. Mag 2024 voor jou en voor mij een jaar van collectieve gezondheid zijn, in voorspoed en welvaart op alle niveaus van ons bestaan, zodat 2025 ingeluid mag worden met mooie berichten zoals deze: de temperatuur is gestopt met stijgen, de oogsten zijn rijkelijk en goed, de CO2 is teruggedreven tot een gezond niveau en het aantal mensen dat onder de armoede grens moet leven is nog maar miniem en… het regent een stuk minder dan in 2023!

Heidi Schoefs
37 0

Aderlatingen

Ik sta in de gang van het ziekenhuis. In mijmer- en wachthouding. Hospitaal, ziekenhuis, kliniek, gasthuis. Woorden genoeg voor een plaats waar je niet wil zijn. Het ene woord is al ouder dan het andere. Ik denk aan ons bezoek aan het Brugse Sint-Janshospitaal uit de 12e eeuw. Nu is het een knap museum. Daar las ik over aderlatingen, die door een barbier-chirurgijn werden uitgevoerd. Ze waren tegelijkertijd kapper, drogist, tandarts, dokter en apotheker. De mensen waren ervan overtuigd dat een zieke kon genezen door veel bloed af te tappen. Het was een kwestie van levenssappen en de balans in het lichaam te herstellen. Bij kapperszaken zie je soms nog van die typische kapperspalen met witte, blauwe en rode strepen die in een spiraal ronddraaien. Die zijn gebaseerd op de wapperende doeken vol bloed die als een spiraal aan een stok hingen te drogen. Gedaan met mijmeren. Ik sta op de gang omdat de kamer leeg is. De persoon is samen met het bed weg voor een ingreep. Een toestel op de kamer houdt niet op met piepen. Dat had je in de 12e eeuw natuurlijk niet. De stekker uittrekken durf ik niet. Ik heb de tv aangezet, maar de match Union Sint-Gillis tegen Liverpool overstemt het gepiep niet. Dan maar de deur dicht en de gang op. In de verte komt een verpleegster aan. Of ze weet hoelang de ingreep nog zal duren. Nee, dat weet ze niet, want dit is haar sectie niet meer. Ze wijst naar een lijn op de vloer die ze net heeft gepasseerd. Ze is wel zo vriendelijk om het gepiep af te zetten. Mijn vraag moet ik aan de balie stellen. Union Sint-Gillis wint de wedstrijd tegen Liverpool met 2-1. Dadelijk nog wat meer goed nieuws en we kunnen weer verder. Zonder aderlatingen.

Rudi Lavreysen
19 1

De flat waar het licht altijd brandt (1) en (2)

De flat waar het licht altijd brandt (1) - 15 december 2022 Bij het opstaan om 5u30 zie ik door het raam een flat waar altijd licht brandt. Elke dag, bij mijn eerste koffie, vraag ik me af wie daar woont en waarom het licht er niet wordt gedoofd. Is het iemand met schrik in het donker? Een single mum met huilbaby, oververmoeid door een eindeloze reeks slapeloze nachten? Een drugsbaron die de veiligheid van de nacht opzoekt voor zijn louche praktijkjes? Of een schrijver die zich graag omhult met duistere stilte voor het schrijven van zijn nieuwste misdaadroman?  Hoogst waarschijnlijk is het gewoon iemand die systematisch vergeet het licht uit te doen. Ik bedenk vervolgens dat de verrassing hoe dan ook komt bij de volgende elektriciteitsfactuur.   De flat waar het licht altijd brandt (2) – 19 december 2023 In de flat waar het licht altijd brandt, brandt het licht nog steeds altijd. Als ik opsta, check ik het. Het stelt me gerust, dat is alvast één zekerheid in mijn dag. Nog steeds weet ik niet wie er woont en waarom het licht nooit wordt gedoofd. Stiekem keek ik al op het naambordje. De gedachte om aan te bellen, spookt steeds vaker door mijn hoofd. Het wordt stilaan een drang. Die baby moet nu toch al minder huilen, de alleenstaande moeder is nu ongetwijfeld in a relationship of in iets dat complicated is. Die vermoeidheid moet zijn verholpen met een multivitaminekuur. Van de arrestatie van een drugsbaron of de publicatie van een nieuwe misdaadroman heb ik geen weet. Torenhoge elektriciteitsfacturen veranderden niets aan de realiteit: het licht is aan, altijd.  Vaak beeld ik me ook het onmogelijke in: dat het licht op een ochtend opeens is gedoofd. Nu leef ik met de prangende vraag:  wat zal ik doen als het licht niet meer brandt in de flat waar het licht altijd brandt?

Melanie Huyghe
26 1

Glock 17

“Doe mij maar een fairtrade koffie met woke-melk”, spreekt de vrolijke, zelfbewuste en gemindfulnesste vent als hij het alternatieve café instapt en er enkele vrienden ontwaart, die hem, nadat hij is binnengestapt, vragen wat hij wil drinken. Zuur gelach. “En, allen met de bakfiets op deze beijzelde wegen?”. Hij gaat zitten terwijl één van “de maten” aan de toog nog wat zaken bestelt, waaronder dus een koffie—ze hébben hier alleen maar fair-trade—met gestoomde havermelk. Een vrouw—ze is vierenveertig, twee kinderen en zelfde aantal mannen gehad—legt haar zelf gebreide sjaal wat beter rond haar hals. Ze heet waarschijnlijk Pallas, Clythemnestra of Andrea Doria, schoon die laatste naam eigenlijk verwijst naar een man. Maar dát wisten Pallas’ ouders eigenlijk niet toen ze geconcipieerd of geboren werd; ze vonden het gewoon een leuke naam. En dat ook Neeltje Jans géén vrouw maar een man was, zal dit gezelschap waarschijnlijk ook wel ontgaan zijn, bedenk ik, die aan een naburig tafeltje zit met mijn eeuwige gemberthee. Want ik geef toe: ook ík verwijl al eens in dit café dat vooral een vrouwelijk clientèle bedient. “De havermelk is op. Is amandelmelk ook goed, Maarten?” vraagt de toogbesteller die alvast de andere bestelde drankjes op de tafel plaatst. Én natuurlijk met een schoteltje alternatieve abdijkaas-blokjes van een alternatieve abdij, die geproduceerd is door alternatieve koeien op een alternatieve wei. En zelfs de monniken zijn alternatief: ze stampen de wei zelf nog blootsvoets … of is dat voor een ander product, dat zoiets moet gebeuren, vraag ik me plots af. Het is verdomd warm in dit etablissement: men stookt er met graagte en met grote hoeveelheden gas in een oude gaskachel, waarvan de namaak-steenkolen staan te gloeien. Dichtbij dit ding, waar ik nu zit, is het zo warm dat ik vrees dat mijn pen zal smelten. De inkt vloeit alvast vlotter, maar dat kan ook zijn omdat ik inmiddels in redelijk grote teugen begonnen ben aan mijn trappist. Ook weer de eeuwige trappist. Ik hang soms graag de klassieker uit: steeds hetzelfde drankje of dezelfde opeenvolging ervan. Dan wat bladeren in de krant en een poging ondernemen om met de knappe uitbaatster van de zaak een gesprek op te zetten. “… dat er tegenwoordig geen plek meer is om mijn wagen te parkeren in deze stad, want ik heb niet zo’n elektrische bak”, oreert de nieuw binnengekomen man van daarnet. Zijn vrouw, waarmee hij niet is getrouwd maar wél een samenlevingscontract heeft, zit in de social profit. Iets met beleid en medewerking en zeehonden en buscraft en bescherming van zwakzinnigen. Althans, zo heeft hij het begrepen, want hij zelf zit in “de” media. Iets met kabels leggen, mengpanelen installeren en DMX en belichting regelen. Ik probeer in de drukte van dit hete cafeetje deze tekst uitgeschreven te krijgen en tegelijk ook een lijn te vinden in hetgeen zich aan het woke-tafeltje afspeelt. Da’s niet makkelijk, want aan een ander tafeltje zitten vier—en kort nadien vijf—vrouwen van eenzelfde leeftijd soms luid te lachen. Niet duidelijk waarover het gaat, wél duidelijk dat het gaat over mannen als baas of partner. Over zonen wordt niet zo gelachen, maar de overige onderwerpen worden beamend en meelevend besproken en behandeld. Het lijkt me in elk geval allemaal nogal cocreatief, empathisch en met veel buikgevoel. Ik probeer onopvallend mijn trappist te drinken terwijl ik mijn aandacht probeer af te leiden van de borsten van vooral één van de vrouwen, die mijn bijzondere aandacht geniet. Ze heeft borsten van de perfecte grootte en consistentie, gehuld in kledij die enigszins, maar niet té elastisch is. Wat ze zegt is minder belangrijk voor hetgeen ik hier nu schrijf, maar dat ze een ronduit verleidelijke stem heeft, vind ik de moeite van het noteren waard. Hoewel ik oorspronkelijk van plan was stilaan terug huiswaarts te keren, beslis ik alsnog om aan Gerry achter de toog—ik mag hem ondertussen zo aanspreken, want ik heb hem zelf verleden week mijn naam verteld—een koffie verkeerd te vragen. “Een latte machiato met havermelk?” vraagt Gerry terwijl hij alvast de koffiebonen maalt en in zo’n ding stopt om dan nadien onder de koffiezetmachine te schroeven. Ik haal mijn Glock 17 boven en schiet iedereen in het café neer. Het magazijn van die Glock blijkt voldoende patronen te bevatten om iedereen in dit café om te leggen. Terwijl ik mij naar buiten begeef draai ik nog vlug even de gaskraan dicht, die de oude kachel gloeiend heet stookt. Zó warm hoeven ze dat hier niet te stoken en er is ook nog COP24 om aan te denken, bedenk ik me als ik op mijn fiets stap. Pas als ik thuiskom besef ik dat ik geeneens de rekening heb betaald.

Jens V
12 1

Broodstress

Op een zondagochtend stond ik ietwat vervelend te dralen bij de deur. “Welk brood?”, vroeg ik kortaf. “Breng maar een donker mee”, zei mijn vrouw. “Je kiest maar.” “Een donker brood schat? Ze hebben daar zoveel soorten donkere broden dat ge er bijna niets meer ziet.” Mijn overdreven reactie wees duidelijk op een acuut geval van broodstress.Geef nu zelf toe. Tarvo, zeven granen, acht granen, negentien granen, molenaars, tijgerwit, tijgergrijs, volkoren, spelt, roggebrood en dan vergeet ik er nog een paar honderd. Het lijkt wel of er elke dag broodsoorten bijkomen. Thuis heeft de ene dit graag en de andere dat. Er zijn zoveel meningen als er broden zijn. Je zou van miserie bijna sandwiches kopen, maar dat is ook niets voor elke dag. Naar de bakker wandelend, dacht ik aan de vele handelaars die vroeger aan de deur van het ouderlijk huis kwamen. De melkboer, de brouwer, de groenteboer en ook de bakker. Dat bestaat niet meer. Er passeren enkel nog kartonnen dozen. De bakker kwam altijd met twee broden in zijn handen naar de deur gestapt. “Een grijs of een wit vandaag?”, vroeg hij dan. Zo konden we toch een beetje afwisselen. Een grijs brood was toen nog een rond grijs. Het snijden van het brood deden we zelf. Geen enkele boterham had dezelfde grootte. De grote sneden waren perfect voor onze poetzak. De kleine sneetjes waren ideaal om ’s avonds nog een boterham te maken met boter en hagelslag. Voor de kleine honger bij de tv. Mezelf verheugend om nog eens van die vaste grijze boterhammen te eten en meteen om wat ik zou zeggen bij het thuiskomen: ‘Raad eens welk brood ik nu bij heb?', stapte ik vrij van alle broodstress bij de bakker binnen. “Een gewoon rond grijs meneer? Oei, dat wordt niet meer gemaakt.”

Rudi Lavreysen
23 1