Lezen

Elena (proloog)

Elena. Trojan Wars, elegant fonts. Everybody deserves an Elena. "For text that's meant to be read."However, I don't think Elena wants to be read. She's quick, elusive, ahead of herself. Sand slipping through fingers, time accelerating and disappearing into loopholes of lust and love. Better keep up with this one. The kind of girl that shows you the stars and breaks your heart. An astonishing beauty, a nimble mind. A girl to die for.Well, I wasn't going to die. And neither would she. Elena never dies. Elena is life – and life is what I wanted.Elena wasn't on top of her game when I met her. As if the diaphragm of her camera was on hold too long, giving way to the uncertainties wandering through her beautiful head. She's a photographer, likes to catch the instant – sacrificing the moment, to have a clearer view afterwards. That's the paradox. But she's good with words too, likes to write. One should never delete words. The more you delete, the clearer they're engraved in your heart. "You should move to the other side of the bar", I told her when we first met. She gave me a puzzled look, didn't know who I was. I took her in my arms and turned her around. Just as the fight kicked off. She understood now, walked along with me to the other end. Frightened but grateful, her brown eyes like a velvet veil, slightly touching the edges of my heart. "Thanks ..." she murmured. I looked into her eyes and smiled. Leaving her in the company of the well-dressed man she was with. Girls like Elena – they feel lonely, but they're never alone.

Guy Bourgeois
10 0

Monoloog: De Moeder

(REGIE: Moeder en Kind02 (=meisje) zitten in de woonkamer. Moeder staart naar de familiefoto op de schouw. Kind02 speelt met gsm.)Gelle waard zo schoon toen ge klein waard. Zo schattig. Onze Jef met zijn blonde krullekes en gij met uw twee vlechtjes. Zie ulle hier nu staan: de schoonste kinderen die ik ooit in mijn leven heb gezien. Ge waard zo lief alle twee. Zo aanhankelijk. Allebei graag mijn aandacht trekkend. Onze Jef dat was een echte vedette. Hij kon zo goed mensen imiteren. Gelachen dat wij hebben met hem. Ik zie hem nog zo bezig. En maar genieten. Hij stond zo graag in de belangstelling. Het zijn schoon herinneringen. Weet ge nog? Elke zondagochtend? Ik hoor ulle nog zo roepen van uit ulle bedjes als gelle wakker werd. ‘Moeke, moeke!’ Toen was ik nog alles voor ulle. Ik zou ’t zo graag nog één keer meemaken. Nog één keer zo wakker worden op ne zondagmorgen. Maar da’s voorbij, hé. Da’s verleden tijd. Geen tijd meer voor ulle moeder. Nu zijn er ulle vrienden. Ulle lieven. Onze Jef heeft een lief. Wist ge dat? Ik heb het moeten horen van papa. ‘ t Stond op Facebook zei hij. Facebook. ’t Internet weet altijd alles eerst. Zelfs van uw eigen kinderen. Ik vind dat triestig eigenlijk.   Ik heb hem gisteren nog gesmst, onze Jef. Geen antwoord. Zo gaat dat altijd. Ik sms, geen antwoord. Waarom kopen papa en ik ulle eigenlijk ne gsm als ge nooit antwoordt? Is dat hoe wij ulle hebben opgevoed? (REGIE: Moeder neemt gsm) Kijk niks hé. Nog altijd niks. Ik kijk toch niet verkeerd? Zie ne keer.(REGIE: moeder steekt gsm onder neus kind2) Niks toch hé? Onbeleefd vind ik dat. Als iemand u een vraag stelt, dan antwoordt ge toch? Of niet? Of ben ik niet belangrijk genoeg misschien? Quantité négligeable? Ik word daar echt kwaad van. En als ge hier thuis zijt dan doet ge niet anders dan met die gsm bezig zijn. Ge kunt niks tegen ulle vertellen, want ge zit met uw neus op dat scherm. Internetten alsof ulle leven er vanaf hangt. Ge zou zo maar eens iets kunnen missen van wat er in de wereld gebeurt. Dat heeft ne naam hé: FOMO. Fear of missing out. Ja, daar verschiet ge van hé, dat ik dat ken. Marianne van de tekenclub haar kinderen hebben dat ook. Verslaafd aan Facebook. Die hebben zelfs moeten afkicken vorige zomervakantie. Jaja, ge lacht, afkicken, gelijk van den drugs. Een maand zonder hunne gsm. Ambras dat dat daar geweest is. Het heeft wel niet veel geholpen, Een week nadat ze weer op kot zaten was’t toch weer van dat. Het is een vuiligheid, dat internet. Ik vraag me af of gelle nog zonder kunt. Ik vraag me trouwens ook soms af waarom gelle nog naar huis komt in’t weekend. Een ganse week kijk ik daar naar uit, maar als ge hier zijt dan ben ik alleen goed voor de kook en de was. Dat doet zeer zenne. Heel mijn leven heb ik ten diensten gestaan van ulle. Gestopt met werken om voor ulle te kunnen zorgen. Elke woensdagmiddag van hier naar daar. Van hobby één naar hobby twee en terug. Allemaal voor ulle. Niks heb ik gehad aan mijn jong leven. Ik had nog zo veel willen doen. Bijstuderen, een carrière uitbouwen, de wereld zien. Profiteren en kansen grijpen. Maar ‘t was voorbij voor dat ik het wist. En ineens zat gelle op kot en ik hier thuis. Alleen. Voorbijgestreefd en uit de mode.   En ik moest het ook altijd alleen zien te rooien. Ulle vader ja… Ulle vader die was gaan werken hé. Geld gaan verdienen. Vergaderingen en recepties. De zakenman uithangen. Zo ging dat vroeger, dat is niet zoals nu. De moderne tijd met haar emancipatie. Dat bestond toen niet.   Gelijkheid tussen mannen en vrouwen.   Profiteer er maar van gij als jonge vrouw. Het leven lacht u toe. De wereld ligt aan uw voeten. Geniet er maar van, ge hebt alles. Gij kunt alles doen wat ge wilt. Vrijheid blijheid. En slim, een goei stel hersenen. Binnenkort een diploma. Ge zijt jong en schoon.   Ik had ook een goei stel hersenen. De wereld had ook aan mijn voeten kunnen liggen. Ik was ook jong en schoon. En moeder op mijn 20ste.   (REGIE: langere stilte)   Wat zit ge zo te kijken? Ja. Ja, misschien wel. Misschien heb ik wel spijt. Misschien heb ik wel nooit kinderen gewild.      

Ans DB
19 0

Realistische dromer 'Carpe Diem'

Mijn droom ‘Les Colombiers ‘ werd realiteit Een dag als deze, met schrijnende nood voor opvang van personen met een psychische beperking, deed me ontwaken uit mijn droom en werd realiteit. Op de verkeerde plaats, verkeerd behandeld, verkeerd begrepen, verkeerd bekeken… Ik zou, wou en moest deze groep van, als kwaad afgeschilderde personen, onder mijn vleugels nemen. Met een doel: Hulp en steun aan mensen met een psychische of andere beperkingen, aan te bieden. Opdat ze zich opnieuw beter voelen, in begeleid wonen, aanvaard, bemind, gerespecteerd… Begrip voor sociaal 'zwakkere' mensen, aan hen die niet in staat zijn om zelf de kost te verdienen, een gebrekkige gezondheid hebben, zich in financieel zwaar weer bevinden en weinig of geen steun ondervinden van familie. Nu 25 jaar later, tussen en met deze personen, in mijn project te hebben doorgebracht, Droom ik van een groot eiland, om al de vriendschap die ik van hen krijg, samen daar te planten, weg van onbegrip, van benadeling… Het lukte mij ooit, om hen in een juiste omgeving te plaatsen , met de juiste mensen. Waar hun nieuwe geluk en hun terug gevonden zelfvertrouwen, weerspiegelen kan, zoals in een immense zee. Een eiland zonder tralies, uitzicht op vrijheid , begeleid door zonnestralen… Helaas zijn er nog steeds enorm veel onbegrepen mensen met een psychische beperking , die men letterlijk en figuurlijk in hokjes plaatst. Mijn levenswerk, gegoten in boekvorm, zou er iets prachtiger bestaan? NEE! Tijd en geld te kort, om mijn boek te realiseren .. Niks kan me weerhouden, in woorden uit te drukken, wat de “zonder beperking levende’ maatschappij NIET wil zien, lezen, horen….   Bronnen: carpediem.bredene@gmail.com https://sites.google.com/site/carpediembredene www.facebook/pages/carpe-Diemvzw

Carpe Diem
44 0

de informaticus

Informatici, ik blijf het vreemde mensen vinden. Alsof ze er zijn en niet zijn. Uitblinkers in afwezige aanwezigheid. In elk geval: je lijkt hen altijd te storen, dat staat vast. Ook al ga je pal voor hun neus staan, op hun schermpje is altijd iets veel interessanters gaande.Het komt eropaan behoedzaam de inbelverbinding naar hun brein te activeren en hoopvol af te wachten of er links en rechts iets begint te zoemen, te piepen en op te lichten. Als je daarin slaagt en eindelijk hun aandacht krijgt, beginnen de problemen pas. Dat is niet verwonderlijk, want een informatica-probleem is in hoofdzaak een informaticus-probleem. Problematiseren is hun vak. Het is niet omdat informatici eruitzien als robots, dat ze ook zouden kunnen vervangen worden door robots! Hoe preciezer je vraag dus, hoe vager, onduidelijker en mysterieuzer hun antwoord. Ook als je gewoon een batterij voor je laptop wil bestellen.De verkoper-informaticus aanhoort mijn vraag, draait zijn scherm weg, t.i.k.t. iets in en staart. En staart ..."Oei, er is een probleem" luidt het na ettelijke minuten.Dat is natuurlijk geruststellend, een probleem betekent dat de informaticus wel degelijk aan het werk is. Van contentement begin ik mee te staren. De leegte in, de toendra op, de mysterieuze nevel van de tijd tegemoet. Staren. Klikken. Staren. Staren ..Uiteindelijk weerklinken de verlossende woorden: "Ja, er is wel degelijk een probleem ..."Niets overhaasten nu, even laten bezinken ... "O ja, welk probleem?" vraag ik voorzichtig.Staren. Staren ..."Het is nogal duur", luidt het antwoord."O ja", zeg ik, en samen staren we nog wat verder. Dit is immers niet het moment om de informaticus uit zijn concentratie te halen. Doe je dat wel, dan is de kans groot dat hij je vraagt wat je vraag nu eigenlijk alweer was.Staren ..."Ik zal het dan gewoon thuis zelf online bestellen" zeg ik ten slotte."O ja, dat kan je doen", zegt de informaticus aangenaam verrast. Tevreden staren we allebei voor ons uit."Hartelijk bedankt voor de service, meneer", zeg ik ten slotte."Graag gedaan, meneer, daar zijn we hier voor", zegt de informaticus.

Guy Bourgeois
10 0

Zeven lagen Echternach

merggevoel, Ulrike snijdt het liefst frietjes uit verlaten fruit vuurwerk, bommetjes in haar tas   de Betlehemse sterrenchef, hij snoert een boutje lam terwijl ik driedimensionele debielen zie in een voertuig met vier wielen wereldsmoel mensengewaad wat goud, twee kettingen   zij die dubbele dagen zonder meer verdragen kunnen lokken we in een tentje vol ijs, nietsnootjes, winterslaap voor een ritueel   ik ben de liefde Echternachromantiek met veenbessen Plato bij de breuklijn lacht het beest van de bevrediging heeft lompe poten als een beer die toastjes smeert, paté van ronde varkens, everstaart en niemand die het merkt hoe dagen sterven kunnen in een glas   doorheen gipskarton hoort men wel eens het smekken van verzadigde vetten een vrouwenpruim druppelende ellende, mans gedoe ik zing de nacht wel uit om bij het krieken wat te staren naar het kruis besneeuwde dorpskern, vredig leeggedronken Kneipe   Ulrike, voor straks zijn zeven lagen ondergoed wat veel hoity-toity-truitje kan volstaan om tepeltuintjes te verhullen voor de misdienaar die ik niet ben   onzin alles verzonnen zwijgen ligt me zoveel beter dan het spreken over nachtmerries, beschaving hybride autos zonder kleverige achterbanken   alles verzwegen over die automaat antikinderfolieïndevormvaneenbanaan over de kansen, wonderen voor Jos, mijn Kalashnikov, Trotsky, Armani zijn soms bijnamen   des anderendaags geen koffie, zuivere keramiek, zwarte mannen zullen resten rapen, voelen aan de zak, weten hoe de warmte werd verwekt   kom, geschifte dromer want zij is het brein, ze wenkt dat het tijd is voor die rode kerst op het kleine plein       uit de reeks  'Waanhoop'

Bernd Vanderbilt
31 0

Mes op de keel

De deurbel klonk...'Wat raar, dacht ik. Als er mensen bij me bellen, gebruiken die de parlofoon beneden in de hal van het appartementsblok om te bellen.'Behoedzaam wendde ik me naar de deur.'Ja, wie is het?' Vroeg ik alvorens open te doen.Een onbekende, doch, niet bedreigend overkomende stem antwoordde: 'Zou je even willen opendoen? We zitten met een probleem in het appartementsblok, de lift werkt niet naar behoren en we moeten iedereen even afgaan om wat vragen te stellen.''Wie ben jij?' 'Ik ben opgeroepen door de hoofdverantwoordelijke van het gebouw om dit probleem uit te zoeken...' Zonder enige achterdocht wilde ik de deur al opendoen, maar een bepaald, onbeschrijflijk gevoel kwam de kop opsteken.Ik had ernaar moeten luisteren, want dat vertelde me om niet open te doen, omdat er iets niet klopte.Maar hoe kon ik nu weten wat dat wilde zeggen?Achteraf bekeken, vertelde dat gevoel me gewoon dat het niet normaal is dat er 's avonds om acht uur een vreemde aan je deur staat om een probleem over de lift te bespreken.Nadat ik even door het gaatje in mijn voordeur had gekeken, deed ik open.Immers? Wat kon hij doen? Een magere, kleine kerel van ongeveer vijfentwintig jaar? Net op het moment dat de deur open ging, stond ik al met mijn rug tegen de muur in de inkomhal geplakt, tegengehouden door één hand van hem op mijn borstkas, en met het andere een mes op de keel geplaatst.Hoe kon ik zoiets laten gebeuren? Immers, ik had hem toch kunnen aanvallen toen hij dat mes boven haalde? Dat mes, was geen knip-of vlindermes, maar een middelgrote, gouden dolk.Ik herinner me nog dat het snijvlak van de dolk zelf, in het midden een scheidingslijn had die de gouden kleur telkens in twee verschillende tinten goud, deed schitteren.De dolk had verder geen enkele gekartelde randen, en leek hierdoor wel wat de vorm van een Samoerai-zwaard te bevatten.Die dolk was voor mij niet middelgroot, die was heel groot!Wel, in ieder geval groot genoeg om na één steek of snijwonde, nooit meer het daglicht te mogen aanschouwen. Zo'n middelgrote dolk in een flits van een seconde zien, is genoeg om je helemaal te verlammen, het is zo intimiderend dat elk greintje weerstand dat je zou willen bieden, gewoon wordt omgezet in totale verlamming.Je lichaam of geest heeft begrepen dat hiertegen weerstand bieden, je dood kan betekenen, en dat wil geen één van beide.Als de vechtreactie lamgelegd wordt, en de vluchtreactie kan niet toegepast worden, wat doe je dan? Waarschijnlijk net hetzelfde als ik, niets. Aan dit alles kon ik op het moment zelf niet denken, het enige dat ik nog weet, was dat ik de deurklink als een 'knop' indrukte, en dat het indrukken van deze knop een kettingreactie veroorzaakte die als eindresultaat had dat ik plots in mijn eigen inkomhal, opgesloten zat.Ik sloot mijn ogen, het kon me immers niet schelen wat er zou gebeuren, alleen maar dat het vlug voorbij zou zijn.In feite, door mijn ogen te sluiten, smeekte ik op onbewust niveau om er een einde aan te maken. Dat, was voor mijn geest en lichaam, de enige uitweg.Beide instincten hadden dus toch een besluit genomen, namelijk dat ik me moest overgeven aan de situatie, want in deze onverklaarbare toestand verkeren, werd erger aanzien als de dood die erop zou volgen zelf. Zou het een vorm van shock geweest zijn? Uiteraard, maar wat voor één? Dat zou ik nog steeds graag willen weten, en ik heb het antwoordt tien jaar later nog steeds niet gevonden.Google weet het niet, en één of andere chirurg ook niet, omdat ik het hem niet kan uitleggen. 'Jij gaat nu al je cash geld geven dat je in huis hebt.'In plaats van 'oké' of zo te zeggen, knipperde ik één keer met mijn ogen.Hij duwde me met zijn hand die me tegen de muur gedrukt hield in een stoot de woonkamer in.Als een schaduw van mezelf, wandelde ik vervolgens zeer bereidwillig naar een klein, zwart kluisje waar zo'n tweeduizend euro in verborgen zat.Ik wist nog dat ik deze handelingen uitvoerde, maar aan niets meer kon denken.Hij nam het geld aan, vertelde dat hij me ging alleen laten maar dat ik voor hem, zodat hij me in de gaten kon houden, naar de deur moest stappen. Ook dit deed ik bereidwillig.Eens de deur was dichtgetrokken, besloot ik even te gaan zitten.Dat leek me toen de beste oplossing.Politie bellen? Wie, waar, wat, hoe?Ik probeerde na te denken over wat ik net had meegemaakt, en wat er allemaal gebeurd was, maar dat ging niet. Het lukte niet om het te plaatsen, en dit voor een totale periode van vijf uur. Pas dan... Begon de shocktoestand af te nemen en begon ik het plaatje te zien.In eerste instantie voelde ik vooral boosheid. Niet naar dat persoon, maar naar mezelf.Best wel vervelend als je over iets wil nadenken, terwijl er ook nog iets in jezelf zegt dat je een ongelooflijk, domme, oetlul bent, en dit uren aan een stuk blijft herhalen.Maar was de shocktoestand na die vijf uur dan wel verdwenen, als dat dwangmatige gedacht maar door je hoofd blijft rondspoken? Hier heb ik gelukkig wel het antwoord op gevonden, oef, dan heb ik er toch iets uit geleerd.Ja, de shocktoestand was weg.Mijn hersenen vertelden me urenlang dat ik een oetlul was, omdat ik in eerste instantie, de voordeur had geopend.

Steve VDV
0 1

Subtiele verleiding

Troostelozer kon de locatie niet zijn, die gedachte schoot door haar hoofd nu zij zich bevond in een omgeving van beton. Het intussen lang en breed weggesijpelde regenwater had donkere vochtplekken achtergelaten in de grijze platen. Druppels tikten vanaf de lekke goot op de metalen platen. Een autoalarm ging af in de verte.  Dat beeld en het geluid versterkte haar ontheemd gevoel. Wat moest zij hier? Zij leek wel gek. Op dit onchristelijke uur, op deze zielloze locatie.   In haar dagdroom had alles heel anders uitgezien. Zij zou een rok dragen, een zomermodel, van lichte, witte stof. Haar huid zou er subtiel doorheen schijnen, de welving van haar billen zou als gebeeldhouwd staan in de contouren van het textiel. Aanvankelijk zou ze verlegen zijn geweest. Van pure zenuwen had ze voorafgaand aan haar ontmoeting wellicht moeten huilen. Haar ogen zouden nog licht rood omrand zijn op het moment dat ze elkaar voor het eerst zagen. Daarop zou hij haar willen troosten, haar blonde haren strelen.   Nu stond ze hier in de kou. De regen viel. Het witte zomerjurk had plaatsgemaakt voor de zwarte trenchcoat. Helena Rubinstein Nr. 101 en opgestoken haar, had hij gisteren rond 16.00 uur nog doorgezonden. Het had haar veel moeite gekost, om die lipstift nog gauw na het werk te bezorgen. Maar zij wist dat zij zijn hoge eisten moest vervullen, neen sterker nog, zijn hoge eisen wou vervullen. Riemchenpumps und schwarzes Strickkleid had hij een uur later gezonden……..Erotisch bevreemdend was het gevoel, als hij haar instrueerde in het Duits. Zij kon haar eigen beeld in zijn hoofd zien. Was het geoorloofd hem toch wat dichterbij te halen? Nog een heel klein stukje misschien? Waar lag de grens, waar stond de muur en waar wilde zij de opening?   Haar droom, deze locatie, het contrast kon niet groter zijn. Woede maakte zich van haar meester, om de discrepantie tussen werkelijkheid en droom, tussen fictie en realiteit. Een ding stond voor haar vast, hij zou haar vandaag nemen, keihard, genadeloos nemen.   In de verte hoorde zij natte autobanden op het beton. Haar hart ging in versnelling. Haast ademloos zag ze een auto dichtbij komen. Haar rode nagels omklemden haar mobieltje in de zak van haar jas. Honderden keren had ze in 10 minuten tijd op de scherm gestaard. “Ik kan het niet, ik zal er niet zijn, helaas” ………..dit bericht had ze verwacht. Misschien had ze zelfs op dit bericht gehoopt. Tegen haar diepste gevoelens in. Verlossende woorden die alles terug goed zouden maken.   Woorden; ………………….hij die de keuze nam. Iemand anders die de situatie de juist wending zou geven. Toch de klok tikt door en gemaakte keuzes kan men niet meer terugdraaien.   Haar hakken klikklakten over de steenen vloer, zijn hand om haar taille. Zij rook Cashmere van Chopard, hoorde het kraken van zijn zwarte, lederen jas. De stoelen in het donkerste hoekje van de hotelbar werden bezet.   Zoals zij daar zat, bloedmooi. Een dodelijke combinatie: achteloos, maar blakend van zelfvertrouwen. Hij keek haar aan, in de achtergrond speelde rustige muziek. Lucy Rose. Of dit past in het plaatje? Ja, natuurlijk. "And I loved the way you looked at me - And I miss the way you made me feel - When we were alone - When we were alone". En neen, want er viel weinig te missen. Ze zaten alleen, ze waren alleen, en er was weinig reden om het heden voor het verleden in te wisselen.   Bestaat er een ideaal voorspel? Wat houdt dat in? Het zijn retorische vragen. Het antwoord is enkel: hier, nu, overal en altijd. Zijn slanke handen om het zwarte koffiekopje. Hoe vreemd was het. Hoe vertrouwd.   Subtiele verleiding, hij was er goed in..........

Sonja Blondé
0 0

De wereld door de ogen van een missomaan

Vanwege Bert Panda, Ik ben zelf missomaan geweest, Iemand die een biezondere bewondering heeft voor missen , een verslaving voor missen, fotomodellen en missverkiezigen; Missen en fotomodellen zijn beroemde mensen boven de gewone mensen, superieur, enz;  Tevens was (is) deze periode het zeker ook een fantastische beleving niet alleen van meisjes maar ook van decors, choreografieën, en dictie-voordrachten, alles tesamen een zeer sfeervolle beleving. Deze beleving deed me echt de ogen openen, steeds verslavingwekkend , een missverkiezing kan, kon, nooit lang genoeg duren voor een missomaan;  Juist zoals een zéér groot vuur nooit lang genoeg kan branden voor een pyromaan.    De wereld door de ogen van een missomaan, moet inderdaad als boek nog verder geschreven worden; Toch heb ik reeds een echt script neergeschreven en ook afgegeven aan uitgeverijen, die natuurlijk een volledig script willen. Het omvat een boek waarin ik mijn minderwaardigheid voor vooral wiskunde-intelligentie-deficiëntie en andere minderwaardigheden catapulteer in de adoratie voor missen. Mogelijk heeft dit iets te maken met mijn minderwaardigheidscomplex in het falen voor wiskunde integralen terwijl vader hoogleraar wiskunde is;  Maar door sterke persoonlijke problemen, is het boek-schrijven gestaakt; nog. Het boek bevat zeker mijn adoratie voor die meerderwaardige meisjes die zoals ik ze beleef onschendbaar zijn, altijd perfect zijn en niet ziek kunnen worden, over een miss waar ook niets slecht over te vertellen valt door mij,  GODDELIJK. Mijn sexuele gevoelens stijgen naarmate de beroemdheid van een miss, de beroemdheid van een fotomodel of een wereldberoemde vrouw. Dit wordt zeker uitvoerig beschreven. Ook de bewondering voor missmakers vb Ignace Crombé waarvan ik eigenlijk schrik heb van adoratie, bewondering.  Ik heb het echte script hier niet bij me ;  Maar deze tekst kan nog bewerkt of toegevoegd worden met allerlei scriptie-gegevens.  Verdere contactgegevens  Bert Panda-Procter   Postbus 1.006  B 3000 Leuven-Philipssite  België    Tel België  0471/69.99.24  Tel Nederland buitenland exterior countries    0032/471/69.99.24  e-mail   bertpanda@hotmail.com      

bertpanda
290 0

Naar het witte licht.

Ik kraste met de scherf van mijn gebroken spiegeltje in mijn arm. Langzamerhand kwamen er steeds meer witte strepen op mijn bleke huid. Het prikte verschrikkelijk en er ontstonden allemaal kleine bultjes op mijn arm. Ondanks dat het prikte was het een fijn gevoel. Mijn hele lichaam tintelde er lichtjes door. 'Dit moet ik echt vaker gaan doen.' mompelde ik in mezelf. 'Stom dat ik het nog niet zo lang doe. Het is echt onbegrijpelijk dat sommige mensen- oké, de meeste mensen- het raar vinden.'Na een tijdje begonnen de meeste witte strepen al weg te trekken. De bultjes en het tintelende gevoel bleven. Ik had zo te zien net niet hard genoeg doorgedrukt. Er kwam namelijk geen bloed uit mijn arm. Best jammer eigenlijk, ik had graag gezien hoe het bloed langzaam over mijn arm zou stromen. Via mijn hand richting de grond. Waar het bloed druppel voor druppel uit elkaar zou spatten. Ook had ik net niet hard genoeg gedrukt voor een litteken. Zelfs niet voor een tijdelijk litteken. Die verdwenen meestal na een dag of twee. 'Wat ben jij sneu zeg!' zei een irritant stemmetje in mijn hoofd. 'Je eet veel te veel en bent niet sterk genoeg om er mee te kunnen stoppen. Ik dacht dat je nog wel sterk genoeg was om jezelf góed te kunnen snijden. Maar zo te zien had ik het mis. Ik had nooit in je moeten geloven. Je bent gewoon een sneue, slappe, domme nietsnut! Je kan niets! Helemaal niets!' het stemmetje bleef het maar herhalen. Keer op keer. 'Ik zal je bewijzen dat ik wel sterk genoeg ben, wie je ook mag zijn!' riep ik vastbesloten.Het stemmetje lachte schamper. 'Jij? Jij en sterk? Dat zijn absoluut tegenpolen van elkaar.' het stemmetje barstte in lachen uit. Ik begon boos te worden en pakte mijn grote spiegel van de wand en wou het tegen de muur gooien. 'Sukkel. In plaats van een spiegel tegen de muur gooien kan je ook gaan lijnen en jezelf snijden. Zie je wel dat je slap bent!' begon het stemmetje weer. Ik ging naar de wc en stopte mijn vinger in mijn keel. Mijn vinger zat al helemaal in mijn mond, maar toch moest ik nog niet overgeven. Na een paar keer lukte het eindelijk. Al snel lag mijn hele maaginhoud in de wc. Toch vond mijn lichaam het blijkbaar nog niet genoeg. Ik begon bloed op te hoesten. Het bleef maar doorgaan en er leek geen einde aan te komen. Eindelijk stopte mijn lichaam met bloed ophoesten. Uitgeput zakte ik op de grond neer. 'Dit was nog maar het begin, schatje.' zei het stemmetje gemeen. Pak je scherf van de spiegel en kras jezelf.'Ondanks dat ik het eigenlijk niet wou, deed ik het toch. Die stem had iets hypnotiserends waardoor ik gehoorzaamde. Ik zette de punt van de scherf diep in mijn huid terwijl ik opstond. Het bloed begon direct een druppel te vormen die rustig naar beneden gleed. Niet lang daarna volgde de volgende druppel. Ik trok de scherf naar beneden. Er ontstond steeds meer bloed. Net zoals er steeds meer bebloede lijnen kwamen om mijn arm. Uiteindelijk stopte ik en keek naar mijn arm. Het leek wel alsof ik op dat moment uit een trance raakte. 'Shit, shit, shit! Wat heb ik toch gedaan?' wanhopig keek ik om me heen. Op zoek naar iets dat het bloed kon stelpen. Helaas kon ik niks vinden. Mijn hoofd begon licht aan te voelen. 'Nee, nee! Dit meen je niet!' schreeuwde ik uit. 'Je zei dat je ging sterven door mij. Niet dat ík ging sterven door jóu!' ik keek mijn moeder ongelovig aan. Opeens stond ze daar. Zomaar, ze kwam vanuit het niets. 'Oh oeps, sorry hoor. Zo bedoelde ik het niet.' ze keek me onschuldig aan. Maar haar ogen stonden vals en verraadden haar. 'Ach, mijn lieve kindje toch. Je weet toch dat ik met heel mijn hart van je hou?' 'Ja ja, het zal wel. Misschien zou het waar zijn, als je een hart had.' zuchtte ik. 'Waarom ben je hier eigenlijk?' vroeg ik haar ongeïnteresseerd. Ze lachte vals. 'Denk je nou serieus dat ik je dood wou missen? Trouwens, ik wou je nog iets zeggen.' zei ze terwijl ze verveeld naar haar nagels keek. Ik keek haar nieuwsgierig aan. 'Wat dan?' vroeg ik, proberend mijn nieuwsgierigheid te verbergen. Ik keek even naar de grond zodat ze mijn nieuwsgierige ogen niet zou zien. Wat ik daar zag kon ik haast niet geloven. Om me heen lag een grote plas bloed. Niet te geloven dat er zoveel bloed in mijn lichaam heeft gezeten. Ik voelde me steeds lichter worden in mijn hoofd en viel op de grond. Ze liet een vals lachje horen terwijl ik mijn ogen al sloot. Klaar om mijn laatste adem uit te blazen. 'Ik ben je moeder niet. Ooit gehoord van de duivel? Die kan nog wel eens -per ongeluk- iemand vermoorden en het lichaam van diegene overnemen. ' zei ze toen. 'Je gaat zo naar je moeder toe. Oh, en wees niet getreurd. Je zus zal je snel achterna komen.' Ik probeerde direct mijn ogen te openen om te kijken of ze niet loog. Alleen lukte het me niet meer. Langzaam voelde ik al mijn levensenergie uit me stromen. Hier lag ik dan. In een plas bloed van mezelf. 'Bitch.' riep ik naar haar. Tegelijk blies ik mijn laatste adem uit.

Ally
0 0
Tip

Florentina proloog

De maagdelijk witte lakens moesten strak gestreken worden. Geen enkele vouw of kreuk mocht het gladde oppervlak verstoren. Het was een opgave waar ze uren zoet mee was. In de zomermaanden als de lakens buiten droogden was het belangrijk om ze op het juiste moment binnen te halen. In de wintermaanden moest ze de zware wasmand twee trappen hoog dragen helemaal tot op zolder. Daarboven was een grote ruimte waar hij een lange waslijn gespannen had, enkel voor de lakens. Op zolder stond ook de rode zetel bekleed met stof van zacht fluweel en geborduurde bloemen. Als de kinderen kwamen logeren verhuisde de zetel naar beneden naar de kleinste kamer waar ook de twijfelaar tegen de muur stond. Voor verder meubilair was er daar geen plaats. De kamer werd enkel gebruikt om te slapen. Dat hoorde zo. De kinderen brachten leven in huis. Hun felle stemmetjes, hun gegiechel en het geluid van hun snelle voetstappen wanneer ze achter elkaar door de kamers renden verdreef de eenzaamheid en de stilte. Op die dagen kon ze genieten van de drukte in het anders zo lege huis. Hij bleef ook vaker thuis als de kinderen er waren. Het late werken in de avonduren verloor blijkbaar zijn glans in vergelijking met de huiselijke gezelligheid. Misschien had alles anders kunnen zijn als ze zelf kinderen gehad zouden hebben. Spijtig genoeg waren die er nooit gekomen. De enige kinderen die zij ooit zou kunnen verwennen waren die van haar broer en zus. Zij was de suikertante en daar zou het bij blijven. Ze verwende hen zo vaak ze er de kans toe kreeg. Ze troostte hen als ze bang werden van de creperende slakken op het tuinpad. De onhebbelijke gewoonte van haar schoonvader om de bruine naaktslakken met een lucifer te doorboren zogezegd om andere slakken af te schrikken, had enkel effect op de kinderen. De slakken bleven komen elk jaar opnieuw, de kinderen niet. De kinderen werden groter en gingen hun eigen weg. Dat is wat ze zichzelf voorhield in de koude uren wanneer ze nadacht over wat er was gebeurd. Ze had ze zelf verboden om te komen. De meisjes toch, toen ze te groot werden.

Annick G
14 0