Harlinde Bormans

Over Harlinde Bormans

Harlinde houdt van schrijven. Ze heeft de opleiding Schrijver in deeltijds kunstonderwijs gevolgd om alles over het vak te leren en is nu schrijfdocent aan Kunstacademie De Vonk. Vanaf januari 2024 kan je haar columns lezen in Verzin, het tijdschrift van Creatief Schrijven.

Teksten

Tip

Martine

Zelden ruikt Jeroen bij het thuiskomen na school de geur van brood, soep of gebakken aardappelen.  Er is enkel de stank die uit het tapijt komt, de kussens, de gordijnen en zelfs uit de vacht van de hond. Altijd hangt er ook een zoete geur doorheen waardoor hij verwacht elk moment aan de vloer te blijven kleven.       In zijn rechterooghoek ziet hij door het doorgeefluik zijn moeder liggen. Hij stapt de keuken binnen, haalt zijn drinkbus uit zijn tas en kijkt kort naar haar. Ze ligt op de donkerbruine linoleumvloer met zeshoekenmotief waar hij altijd al een hekel aan had. Ze lijkt bijna deel geworden van de vloerbekleding zoals ze daar onbeweeglijk ligt op haar zij, met één arm voor zich uitgestrekt, de gele vingers naar het aanrecht wijzend en de benen slordig over elkaar. Haar ogen zitten verborgen achter stinkende krullen, haar mond hangt halfopen. De hond ligt naast haar, het is onduidelijk wie naar wie ruikt.       Hij zet de drinkbus op het aanrecht naast de fles die zijn moeder vandaag heeft verleid ondanks haar eerdere beloftes. Hij neemt vier passen en dan nog een grote vijfde, over haar heen, tot in zijn kamer. Hij zet zijn rugzak op het bed en sluit de deur achter zich.       ---Vanuit de cabine van zijn vrachtwagen ziet Patrick dat er geen licht brandt in de living. Vreemd, denkt hij, Martine werkt niet vandaag en Jeroen moet al lang thuis zijn van school. Wanneer hij de voordeur opent, valt hem meteen de stilte op. Aan de geur is hij gewend geraakt. Hij wandelt op de tast naar de schakelaar naast het doorgeefluik en ziet wanneer het licht aanflitst zijn vrouw op de grond liggen. Ze ligt net voor Jeroens deur met de hond wakend naast haar. Hij valt op zijn knieën en roept: “Martine, Martine, hoor je mij?”       Er komt geen antwoord, maar de deur gaat open.      “Jeroen! Heb je mama niet horen vallen?”      “Nee, pa.”      “Je moet dat toch gehoord hebben, je kamer is hiernaast!”      “Ze lag hier al toen ik thuiskwam.”

Harlinde Bormans
163 2

Het balkon

Lea staat op haar balkon. Ze kijkt uit over een kleine jachthaven. Toen ze klein was, was deze buurt de arbeiderscôté met zware industrie. Vandaag is het werkvolk ingeruild voor jonge hipsters met wijde broeken, duurzame drinkbekers en veganistische sandalen. De oude industriële silo’s zijn met de grond gelijkgemaakt en de sites worden voor grof geld opgekocht door projectontwikkelaars. Eén enkel vervallen pand staat nog overeind en is ingepalmd door wat Lea creatievelingen noemt. Soms ziet ze hen in een kring tegen elkaar staan roepen alsof het gekken zijn, soms staan ze te dansen enkel en alleen op het geluid van voorbijrijdende auto’s. Wanneer ze klaar zijn, applaudisseren ze voor elkaar of erger nog, gaan ze knuffelen. En soms staan ze van aan de overkant van de jachthaven zonder gêne haar appartement binnen te staren. En maar noteren met hun dure pennen op hun glad papier. Wat zouden ze schrijven over haar, wanneer ze haar zo zien staan op haar balkon, vanuit de hoogte neerkijkend op het water? Ze zien waarschijnlijk alleen de smetteloze gevel van haar uitstekend gelegen nieuwbouwappartement. Misschien denken ze wel: die vrouw heeft geluk om hier te kunnen wonen, te midden van zoveel artistieke mogelijkheden. Elke dag kan ze de sfeer opsnuiven van nieuwe creatieve uitdagingen. Voorlopig snuift Lea enkel de allesoverheersende, indringende geur van de nabij gelegen brouwerij op. Het verkeer raast maar door en gunt haar geen rust. Bovenop het vervallen kunstengebouw hangt een beeld van een astronaut, klaar om naar beneden te donderen. Hij blikkert in de zon en verblindt haar. Wie zou eerder vallen, hij of zij?

Harlinde Bormans
54 0

Bedevaart

Binnen twee weken vertrekken mijn broer en ik samen met de andere misdienaars van de kerk in ons dorp op reis naar Italië. De begeleiding noemt het een bedevaart maar wij willen ons gewoon amuseren. Samen met mijn vader zit ik te wachten in het bankkantoor van ons dorp. Er zijn nog twee nummertjes voor ons. Wanneer het onze beurt is, bestelt mijn vader Italiaanse lira voor mijn broer en mij. De bediende zucht wanneer hij hoort dat we over twee weken vertrekken. “Ja maar, meneer, dat moet besteld worden bij de bank in Brussel en dan moet er nog een transport naar hier zijn. U komt in het vervolg beter een beetje vroeger voor zo’n speciale kwestie. Ik ga moeten bellen om te kijken of dat nog lukt.” Hij verdwijnt naar een kamertje achterin en komt na een paar minuten terug. “Brussel zegt dat het niet kan. Twee weken is te kort dag.” Mijn vader krijgt het op zijn zenuwen. Nog voor hij iets kan zeggen stelt de bankbediende voor dat we het Italiaans geld zelf in Brussel gaan ophalen. Hij zal het morgen bestellen – vandaag lukt niet meer, het is al kwart voor vier – en dan kunnen we het volgende week hebben. Of mijn vader de Centrale Bank weet zijn. Nee, natuurlijk niet, wij komen nooit in Brussel. De bediende schrijft het adres op een briefje. Eens we thuis zijn vraagt mijn vader aan mijn moeder om de weg op te zoeken. Na vijftien minuten is de pc opgestart en na nog eens vijf minuten is de internetverbinding in orde. Mijn moeder wordt hier zenuwachtig van want nu is onze telefoon bezet en kan er niemand ons bereiken. Surfen kost naar het schijnt ook handenvol geld. Na lang zoeken kan ze eindelijk een routebeschrijving afdrukken. Mijn vader en ik hoeven volgende week enkel de vier bladzijden met instructies nauwgezet te volgen en hopen dat we geen omleiding tegenkomen. Zoals elke keer vergeten we de route om weer thuis te raken af te drukken.

Harlinde Bormans
45 0

De kleine van ‘t café

Pa is vaak van huis, maar niet vaak genoeg. Elke keer als hij thuiskomt, zit ons ma direct vol. En als hij daarmee klaar is, begint hij te zuipen en slaat hij op alles en iedereen die hij tegenkomt. Behalve op de klanten, dat mag niet van ons ma.     Ons ma zegt dat een echte cafémadam al haar klanten onder tafel moet kunnen drinken. Als ze zwanger is, drinkt ze geen druppel minder. De kleine kan er beter al aan wennen, zegt ze dan. Ze is echt een heel goede cafémadam. Door al dat zuipen zijn er vier kinderen doodgeboren en dat was met ons Leslie beter ook gebeurd. Debiel, achterlijk, te stom om te helpen donderen of ooit haar eigen geld te verdienen. Ze zal altijd een blok aan ons been zijn en ze is te lelijk om een hoer te zijn. Geen mens die daar geld voor geeft. Zelfs in het café is er niemand die eens wilt.     Bij mij heeft mijn moeder juist genoeg gezopen: ik ben te slim voor een gesticht en te dom voor een goeie job. De vuilkar zou ik willen doen, maar daar nemen ze geen Vandoorens aan, nadat onze Davy de opzichter een paar tanden uit zijn muil heeft geklopt. In het containerpark heeft onze Michaël een van de andere werkgasten zijn neus gebroken. Bij de groendienst kwam onze Dennis toe met zijn thermos vol whisky. Dat ging, totdat hij met de camionette in de gracht is gesukkeld. De garagist heeft ruzie met onze pa en alle cafés zijn concurrentie. In de schone magazijnen willen ze enkel ‘deftig’ volk en voor proper werk op een bureau moet ik een diploma kunnen voorleggen. Veel werk is er niet voor iemand met mijn naam en mijn karakter. Het is ofwel kadavers ophalen voor de Rendac ofwel nachtwerk.     Ik had gezien in de streekkrant dat ze iemand zochten in het klein Delhaizeke om voor nachtwaker te spelen. Ze hebben daar blijkbaar schrik dat er ’s nachts iemand de champieter en de kaviaar gaat komen pikken. Slechte uren, een contract van mijn voeten en stevig onderbetaald. Maar veel keus heb ik niet, om niet te zeggen geen. Maar kom, onderbetaald is ook betaald. Een uniform voor de nachtwaker hebben ze niet, dus moet ik daar mijn eigen triestige schoenen lopen verslijten.     Vanavond om elf uur moet ik klaarstaan om een godganse nacht mijn tijd te verdoen in die klotewinkel. Om zeven uur ’s morgens komt de chef. Hij kan zien dat hij mijn pré bij heeft of ik sla op zijn bakkes.

Harlinde Bormans
42 2
Tip

De nachttrein

Het was onze eerste reis, ver van huis en zonder ouders. Maanden hadden we ernaar uitgekeken om met de hele klas te gaan skiën in Zwitserland. Niemand was er al geweest, niemand had ooit een skilat van dichtbij gezien en het idee dat we met de nachttrein zouden gaan maakte het allemaal nog avontuurlijker.     Op de dag van vertrek wuifden we opgewonden onze ouders uit, klaar voor een week onafscheidelijk samen zijn. De hele klas hing goed aan elkaar, maar wij twee waren de hartsvriendinnen die maar niet uitgepraat raakten tegen elkaar.     Wij deelden een slaapcoupé en na wat in mijn herinnering wel uren vol onschuldig meisjesgeklets lijken, vielen we in slaap. Ik op de bovenste bedplank, jij onderaan. We waren jong, hadden nog nooit gevaar van dichtbij gezien en we voelden ons beschermd door onze hechte vriendschap. Daarom vergaten we de deur op slot te doen en veranderde die nacht jou voorgoed.     Een man komt binnen in onze coupé en legt zich zomaar op de onderste vrije bedbank, enkele meters bij jou vandaan. Hij ruikt naar iets dat ik niet ken. Ik ben verstijfd van angst. Plots ziet de man dat hij niet alleen is. Hij kruipt bij jou. Ik zie niet wat hij doet, ik durf niet te bewegen en niet te denken aan wat er vlak onder mij gebeurt. Na enkele minuten zucht de man. Ik hoor geritsel van een riem en dan valt het licht van de gang een paar seconden binnen. De man sluit de deur en laat ons weer alleen. Niemand beweegt. Ik hoor je huilen en ik doe alsof ik slaap.     ’s Ochtends vroeg ik of je goed geslapen had. Ik was opgelucht toen je ja zei. Ik wilde niet weten wat er was gebeurd. Ik dacht dat je het zou kunnen vergeten, als niemand erover sprak. Dat was niet zo.

Harlinde Bormans
216 4

Publicaties

Poëzie
- 'De stroming': gepubliceerd in 'Dichterbij', een uitgave van Alzheimer Liga Vlaanderen.
- 'MMM Hagelslag': eervolle vermelding poëziewedstrijd Bezette Stad, gepubliceerd op creatiefschrijven.be.

Proza
- 'Rennen voor je leven': shortlist Verhaal van de Maand oktober 2021
- 'Moederdag': shortlist Verhaal van de Maand november 2021
- 'Nieuw leven': gepubliceerd in '55 woorden-55 verhalen 2022. Ultrakorte verhalen voor onderweg en tussendoor.'
- 'De nachttrein': Azertyfactor Tip van de week door Yasmin Van ‘tvelt (Kluger Hans).
- 'Martine': Azertyfactor Tip van de week door Gerda Van Erkel.
- 'Wiegelied': gepubliceerd in '55 woorden-55 verhalen 2023. Ultrakorte verhalen voor onderweg en tussendoor.'
- 'Steentjes gooien': gepubliceerd in Schrijven Magazine.
- 'Binnenmens': vierde plaats Renate Dorresteinprijs 2023 + publicatie in ebook.

Prijzen

Poëzie
- 'Liefde voor de nacht': Gedichtenwedstrijd Vlaams-Brabant 2022, eervolle vermelding.

Proza
- 'Solo': Schrijfwijzen, Het Dictee, 2022, tweede plaats. Tekst werd gebruikt in schriftjes van Creatief Schrijven.
- 'Het alarm': Literaire Prijzen Sint-Truiden 2022, vermelding.