Dit is oud worden
Ik voel me niet overal thuis, maar hier wel. Niet bij de bruine kasteelklok die nooit gewerkt heeft, maar bij wie ze is en wie ik bij haar ben. Haar stem zwakt af als ze mijn naam tot slapen roept, maar die stem wekt me ook om 8 uur. Haar zetel heeft een lege plaats tijdens een herhaling van FC De Kampioenen, haar deken geen hand om toe te leggen, haar tv geen beeld om te vangen. We moeten er altijd zijn voor haar, altijd thuis zijn, met een oog open ‘s nachts, een voet binnen tijdens een wandeling, opstaan bij haar val. “Dit is oud worden” zegt ze dan. Ik uitgroei mijn kinderbed waar zij terug in krimpt en denk “Dit is oud worden”. Mijn hand dekt haar toe en mijn mond zoent lichtjes haar voorhoofd, zoals ze bij mij deed. Dit is oud worden.