Lezen

Broertje en zusje

Broertje en zusje Verteller: Celias en Siegfrieds ouders, Roserood en Faber, zijn gestorven. Hun vader hertrouwde met Sanntach en zij kregen naast een stiefmoeder een stiefzus, Fula. Door de hebberigheid van Sanntach werd de familie verplicht om in een kleiner huis te gaan wonen en de kostbare bezittingen te verkopen. Ondanks de achteruitgang van het familielandgoed blijft Sanntach geld uitgeven en manieren zoeken om aan geld te komen. (Sanntach probeert de ketting van Celia’s hals te trekken. Celia loopt net op tijd naar de andere kant van de tafel. Ze legt haar hand beschermend op het hangertje in de vorm van een roos.) S: Geef dat hier, kreng dat je bent! C: Nee, het is het laatste van mijn moeder dat ik heb. S: Ooo pakkend. Maar je moeder heeft er nu niets meer aan aangezien ze dood is, dus geef hier! S: Ondankbaar wicht. Laat ik jou en je broer niet in mijn huis wonen? Geef ik jullie niet te eten? Het enige wat ik vraag is dat je meebetaald in de kosten die jullie maken. C: We hebben al genoeg betaald voor jou ‘zogezegde’ vrijgevigheid. (Celia vlucht de keuken uit en verstopt zich om het hoekje om te horen wat haar stiefmoeder en zus te zeggen hebben.) F: Wie denkt ze wel dat ze is? De koningin? Wat moeten we nu doen moeder? Zonder dat sieraad kan ik die jurk niet kopen dat ik zo graag wil en ik heb echt die jurk nodig. S: Je hebt gelijk Fula. Dat meisje kent haar plaats niet. Ik heb recht op die ketting omdat ik hen jaren verzorgd heb. F: Maar ze wil hem niet afstaan. S: Maak je geen zorgen, schatje. Morgen zal je die nieuwe jurk kunnen kopen en zullen wij ons niet meer moeten bekommeren over die 2 lastposten. F: Wat ga je doen? S: Iets dat ik al vele jaren geleden had moeten doen. Morgen doe ik wat van dit in hun thee… . (Celia rent naar boven naar de kamer die ze met haar broer deelt. Als ze binnenkomt begint ze meteen haar spullen bijeen te rapen. Ze gooit Siegfried een stuk brood toe.) C: We moeten weg. B: Heb je wat te eten? Waar gaan we heen? C: Dat weet ik nog niet maar zeker ergers ver van hier. Schiet op, ik wil meteen vertrekken. B: Maar het is bijna donker en dan is het gevaarlijk. C: Beter die gevaren trotseren dan gif in je eten. (Siegfried laat geschrokken het brood vallen). B: Wat! C: Kom. Wees heel stil. (Celia en Siegfried sluipen het huis uit.) B: Ken je de weg in het donker? C: We volgen het pad door het bos zolang het zichtbaar is. Daarna probeer ik een vuur te maken. We moeten door blijven gaan. Sla je arm maar om me heen als je te moe wordt. B: Ik word niet moe. Ik kan heel de nacht doorgaan. (De volgende morgen in het huisje ontdekken Fula en Sanntach dat broertje en zusje weg zijn.) F: Ze zijn weg! S: Weet je het zeker? Heb je al bij de kippen gekeken? Bij de varkens? In de zolder? F: Ik heb overal gekeken, ik ben echt uitgeput. S: De halsketting? F: Ze heeft hem meegenomen. Gaan we achter ze aan? Ik sleep haar terug aan dat lelijke haar van haar. S: Nee. Het is beter zo. Daar hoeven we geen handen meer aan vuil te maken. Fula, kook een paar eieren en zet het brood op tafel. F: Ik? (Siegfried en Celia zijn die nacht gestopt bij een meer. Het water is zwaar vervuild. Wanneer Celia wakker wordt ligt Siegfried te kermen van de pijn. Celia neemt Siegfried op haar rug zodat ze verder kunnen.) C: Broer? Broer!? Heb je van het water in deze plas gedronken? Het water is veel te smerig. Je had vast dorst. Het spijt me dat ik je zo onvoorbereid meenam. Als vader nog had geleefd zou dit nooit gebeurd zijn. Kan je op mijn rug kruipen? (Enige tijd later. Celia zet Siegfried even op de grond tegen een boom. Ze gaat op zoek naar onderdak). C: Ik ben zo terug. (Celia heeft een huisje gevonden in het bos. Ze heeft Siegfried daar naar toegebracht. Dagen heeft ze hem verzorgd tot hij terug wakker wordt. Wanneer Siegfried probeert te praten lukt het hem niet.) C: Hoe voel je je? Rustig. Het is normaal dat je stem weg is. Je hebt een week niet gesproken. Over een paar dagen ben je weer helemaal de oude. Wat vind je van dit optrekje? Het is minder luxe dan we gewoon zijn maar het kan er mee door. Ik heb een beetje hazenvlees voor je. Kijk me niet zo vragend aan. Het was puur toeval dat ik een haas in een val tegenkwam. Dit is het gebied waar vader vroeger kwam jagen, denk ik. (Een paar dagen later. Siegfried probeert nog steeds te spreken maar het lukt hem niet. Hij vindt het fijn om in het bos rond te rennen en te spelen. Celia wuift hem uit en gaat dan terug naar binnen.) C: Nog steeds geen stem? Wil je buiten spelen? Niet te ver in het bos lopen zodat je niet verdwaalt en je moet terug zijn voor etenstijd en je weet wat je moet doen om binnen te mogen. Ik hou van je! (In het bos zijn prins Bastian en ‘zijn’ mannen aan het jagen wanneer ze een flits van Siegfried opmerken. Bastian gaat achter het ‘hert’ dat hij denkt gezien te hebben aan.) P: Heb je dat gezien? Be: Wat? P: Ik denk dat het een hert was. Ik ga er achteraan. Blijf hier. We willen het niet doen schrikken. Be: Maar uwe hoogheid u kunt niet alleen… . En toch gaat hij weer alleen. (Bastian komt terug.) P: Verdorie. Be: Gemist? P: Het was al weg voor ik de kans kreeg om het neer te schieten. Be: Volgende keer meer geluk, uwe hoogheid. Het moet wel een uitzonderlijk hert zijn. Oh nee, ik ken die blik. Be2Wat betekent die blik? Be: Hij is vastberaden om dat beest te vangen. Be2: Niet meer vandaag hoop ik. P: We keren terug. Be1 en2: oef… . Be: Niet vandaag nee, maar morgen en de dag daarna en daarna tot hij het gevangen heeft. Be2: Oh nee. (Siegfried is terug in het hutje.) C: Was het leuk? Ik weet dat het opnieuw bessen zijn voor lunch. Heb jij iets beters gezien? Ik zoek het later wel. Ok? (Prins Bastian ziet de volgende dag dat het hert een jongen is. Hij volgt hem tot aan het hutje.) P: Dat is onmogelijk. Wat spook een jongentje in zijn eentje uit in het bos? Domme jongen, ik kon je neergeschoten hebben. (Bastian komt terug bij zijn mannen). P: Ik was niet opzoek naar een hert. Be: Het spijt me uwe hoogheid, we vinden wel een ander dier waar je op kunt jagen. P: Het was een jongen. Be2: Een jongen? Wat doet een jongen in dit bos. P: Dat vroeg ik me ook af. Hij woont in het oude jagershuisje samen met een meisje. Ik ga er morgen heen. (De volgende dag aan het hutje. Celia zwaait Siegfried uit en gaat dan naar binnen.) C: Saluut. Voorzichtig zijn. (Na een paar minuten klopt Bastian drie keer op de deur van de hut. Celia doet de deur open en schrikt hevig.) C: Ben je al terug, was het niet… P: Wees niet bang. C: Wie ben je en wat doe je hier? P: Dat kan ik evengoed ook aan jou vragen. Dit is mijn huisje, weet je. C: Het spijt me meneer, ik ben hier zo weg. Laat me erdoor. P: Je hoeft van mij geen schrik te hebben en je moet hier niet weg. Ik ben alleen een beetje nieuwsgierig. Waarom woon je hier met je…? C: Broertje. We konden niet meer thuis blijven wonen. P: Waarom niet? C: Wie wil dat weten. P: Mijn excuses. Ik ben Bastian, prins Bastian. C: Het spijt me uwe hoogheid dat ik zo onbeleefd was. P: Heeft u blauw bloed? C: Misschien, waarom vraagt u dat? P: Je maakte een reverence in plaats van een volledige buiging. C: Mijn vader was een graaf. P: Van welk graafschap? Ik zie dat je me nog steeds niet vertrouwd maar ik beloof je… . Be: Uwe hoogheid? C: Heb jij ze naar hier geleid? Dat was heel onbedachtzaam van je, Siegfried. Dit konden gemakkelijk stiefmoeders mannen zijn geweest. P: Behandelt uw stiefmoeder u slecht juffrouw? C: Slecht is zacht uitgedrukt. P: Hoe zou u het vinden om met ons mee te gaan naar het koninklijk paleis juffrouw… . C: Celia de la Rose en dit is Siegfried de la Rose 4de graaf van Tournesol. P: Uw vader was de graaf van Tournesol? Ik herinner me hem van toen ik klein was. Het was een goede man. C: Ja. P: Mijn moeder zal u met plezier ontvangen, mejuffrouw. Kan je broertje niet spreken? C: Hij werd ziek nadat hij van een vervuild meer had gedronken. Sindsdien is hij zijn stem kwijt. P: We zullen er een dokter naar laten kijken. (Celia en Siegfried gaan mee naar het paleis. Bij het paleis staat Brunhilde haar oom op te wachten. Ze rent naar hem toe en Bastian tilt haar op en draait haar rond). Br: Bastian! Wat heb je gevangen? P: Hallo. Dit is mijn nichtje Brunhilde. Brunhilde dit zijn juffrouw Celia en haar broer de jongeheer Siegfried. Br: Aangenaam kennis te maken. P: Zij woonden in het bos. Br: In het bos? (Brunhilde neemt Siefried bij de arm en loopt er mee weg.) Br: Maar is het daar niet zeer gevaarlijk? Wil je me er over vertellen? P: Siegfried kan niet spreken. Br: O. Wil je het domein zien? Sieg…? (Celia wil achter haar broer aanlopen. Bastian houdt haar tegen.) P: Laat ze maar. Edgar zal je naar je kamer brengen. Dienstmeisjes zullen je helpen met je bad. Tijdens het diner stel ik je aan mijn moeder voor en Celia…  C: Ja? P: Je hoeft niet bang te zijn dat iemand je hier kwaad doet. C: Bedankt, uwe hoogheid. (Even later in de troonzaal. Bastians moeder zit op de troon.). M: Toen je zei dat je ging jagen dacht ik dat je op dieren bedoelde. Waar zat je met je gedachten? Iedereen kan zeggen dat zij de dochter van de 3de graaf van Tournesol is. E: Uwe hoogheden, mag ik u voorstellen juffrouw Celia de la Rose. P: Ze is te vroeg. C: Uwe hoogheden. M: Het is alsof ik naar een geest kijk. Heeft iemand je ooit vertelt hoeveel je op je moeder lijkt mijn kind? Kom wat dichter. Ongelofelijk. Ik was een goede vriendin van haar, weet je. Jammer dat ze zo vroeg gestorven is. C: Ik ken haar niet zo goed. M: O, mijn kind ze was dol op zingen. Doe jij dat ook graag? Bas, we zien je bij het diner. (Maanden later. Celia, Bastian en de koningin lopen in de tuin). P: Moeder, we zien je tijdens het avondeten. M: Nou ja zeg. (De koningin wandelt gespeeld verontwaardigd weg.) P: Celia, ik hou van je. C: Ik hou ook van jou, Bas. (Bastian gaat op één knie zitten.) P: Wil je dan mij de eer doen mijn vrouw te worden? C: Ja. (Celia en Bastian zijn getrouwd. Ze vertrekken op huwelijksreis. Als ze langs huizen passeren staan mensen hen zwaaiend op te wachten). M: Saluut. Veel plezier op jullie huwelijksreis. Ik zal goed voor Siegfried zorgen. Dag kinderen. O, ze worden toch zo rap groot. (Onderweg komen ze langs het huis van Celia’s stiefmoeder). F: Waarom moeten we op de prins begroeten? S: Omdat we nog steeds blauw bloed hebben Fula. En de nieuwe prinses zal ons misschien uitnodigen op het kasteel. C: O, nee rij door alsjeblieft! (Fula en de stiefmoeder zien Celia in de koets zitten). F: Was dat…? S: Nee, dit kan niet waar zijn. Uit alle mensen! (Celia verstopt zich vlug achter Bastian. Wanneer ze verder rijden komt ze vanachter Bastian vandaan). P: Wie was dat? Gaat het Celia je ziet er bleek uit. C: Dat was mijn stiefmoeder. Nu weet ze dat ik nog leef. P: Maak je geen zorgen schat ze kan niets meer tegen je doen. C: Ik hoop het. (in het huis van Santannach en Fula.) F: Wat doen we nu? Ik kan niet verdragen dat dat kreng er met de prins vandoor is. S: Stop met zeuren Fula. Ik heb een plan. We moeten gewoon het juiste moment afwachten. (Enkele weken later op het kasteel.) C: Ik heb zin in een partijtje ‘Ginds’. P: Nu? (Iedereen gaat zitten. Celia staat vooraan.) C: Ik begin. P: Ik… draagt… een kind. Je draagt een kind! Wat! M: Proficiat, laat de klokken luiden Edgar. (Siegfried kijkt niet begrijpend naar Brunhilde die hem omhelst). Br: Je wordt een nonkel. (Celia’s stiefmoeder hoort de klokken). S: Dat is ons teken. Over negen maanden krijgt die gierige pin de rekening gepresenteerd. (Negen maanden later. Bastian staat ijsberend te wachten op de geboorte van zijn kind.). M: Blijf daar Bastian. We halen je wanneer ze klaar is om je te ontvangen. Wat duurt er zo lang? (Bastian mag naar de kamer van zijn vrouw gaan.) C: Bas, zeg hallo tegen je zoon… P: Ik heb een zoon? C: en je dochter. P: Twee? O, Celia. (Siegfried wijst trots naar zichzelf en dan naar de baby’s .) C: Ja, ze lijken op jou Siegfried. M: We laten de kersverse ouders even alleen met hun kroost. Hoe heten ze? C: Ik dacht aan James voor de jongen, naar je vader. En dan Jane voor het meisje. P: Hi, prins James Siegfried II en prinses Jane Annabelle. Gelukkig hebben we meteen twee nieuwe dienstmeisjes aangenomen. (Enkele dagen later. De twee dienstmeisjes brengen Celia naar de kelder voor haar bad. Ze dragen sluiers waardoor Celia niet ziet dat ze eigenlijk haar stiefmoeder en stiefzus zijn). S: Komt u maar verder uwe hoogheid. Een bad zal u deugd doen. C: Waarom moeten we helemaal naar de kelder Sanne? S: In de kelder is het heerlijk rustig en het water blijft er beter warm.  Deze kant op. Is het badwater niet te heet. Het is zalig. (Fula steekt Celia met een mes). C: Aaaa. S: Genoeg. Straks vloeit er te veel bloed. Hierlangs. (Via een geheime hang brengen ze Celia’s levenloze lichaam naar buiten). F: Moeten we ze helemaal begraven, moeder? S: Natuurlijk moeten we… er komt iemand aan. Vlug, gooi ze naar beneden. We begraven haar later. (Celia rolt van de berg naar een riviertje. Haar lichaam gaat mee met de stroming. Fula heeft de plaats van Celia ingenomen in het bed. Ze draagt een sluier om haar gezicht te verbergen.) P: Hoe bedoel je ze is ziek. Daarstraks zag ze er nog kerngezond uit. (De prins wil in de kamer binnengaan). S: Dat zou ik niet doen uwe hoogheid. We weten nog niet wat het is maar de rode bolletjes op haar huid zien er besmettelijk uit. Bovendien is ze nu aan het rusten. Maak u zich geen zorgen uwe hoogheid, wij zullen voor haar zorgen. P: Ik verwittig de dokter. S: Dat heb ik al gedaan uwe hoogheid, hij is onderweg. P: Stel me onmiddellijk op de hoogte als hij langs is geweest. S: Komt in orde uwe hoogheid. (Bij de rivier komt een monnik langs. Hij ziet het lichaam van Celia liggen en neemt haar mee op zijn paard). Mo: Wat is dit? O, mijn God! Kom mijn kind. (Twee weken later. Prins Bastian probeert de kamer van zijn vrouw in te komen). S: Uwe hoogheid! P: Ik wil haar zien! S: Maar dat is niet wijs uwe hoogheid de dokter heeft gezegd,… . P: Het kan me niet schelen wat de dokter heeft gezegd. Ik wil  mijn vrouw zien. Het is twee weken geleden dat ik de moeder van mijn kinderen heb gezien. S: Goed dan. Laat me haar dan eerst presentabel maken. P: Celia? O liefste. S: Spreken doet pijn uwe hoogheid. P: Waarom draagt ze een sluier? S: Ze wilt niet dat u de bulten in haar gezicht ziet uwe hoogheid. P: O Celia voor mij zal je altijd de mooiste vrouw op aarde blijven met of zonder bulten maar als je je zo comfortabeler voelt. De kinderen missen… . B: Zusje? P: Kom binnen Siegfried. S: Maar de kans op besmetting…? P: Kan niet zo groot zijn aangezien u nog niet ziek bent geworden. B: Zusje, ik heb Brunhilde vandaag het meertje laten zien waar je zo dol op bent. P: Siegfried je praat! B: Het komt en gaat maar waarom zegt ze niets? P: Het spreken doet pijn volgens haar dienstmeid Sanne, niet waar? B: Maar… . (Siegfried herkent Sanne als zijn stiefmoeder. Hij wil het zeggen maar wordt onderbroken).  S: Hare koninklijke hoogheid heeft genoeg bezoek gehad voor vandaag. Ze moet rusten. (Siegfried probeert het uit te leggen aan de prins). P: Wat is er Siegfried? Ben je je stem al opnieuw kwijt? Maak je geen zorgen, ze komt wel weer terug. Ik moet nu naar stal. Ik zie je later bij het diner. S: Dat was op het nippertje. F: Wat? Alles ging toch goed. De prins denkt echt dat ik zijn vrouw ben. Wil je nog wat brood voor me halen moeder? S: Jij dom wicht, ik had het over dat rot jong. Net nu hij gezien heeft wie ik ben krijgt hij zijn stem terug. Gelukkig verloor hij ze weer. We moeten van hem af zien te raken voor hij de prins vertelt wie ik werkelijk ben. F: Maar hoe doen we dat? S: Leg dat brood neer, straks kan je niet meer in de kleren van de prinses. Ik heb een plan. Pas op addergebroed.   (Celia is naar een klooster gebracht. Daar vecht ze voor haar leven. In haar dromen rent ze weg van een monster en schreeuwt ze om Siegfried, Bastian en James en Jane). (Ondertussen in het paleis). Kin: Uwe hoogheid! Uwe hoogheid, de kinderen zijn weg. P: Hoe bedoel je ze zijn weg? Kin: Ik deed een dutje omdat de kinderen ook lagen te slapen. Toen ik wakker werd lagen ze niet in hun wiegjes. Iemand moet ze terwijl ik sliep meegenomen hebben. P: Wachters, doorzoek het kasteel, ze kunnen niet ver zijn. S: Wat is dat voor een kabaal? Het verstoort de rust van uwe hoogheid. P: Iemand heeft de kinderen uit hun wiegjes gehaald. We weten niet waar ze zijn. S: O, jee het kan niet waar zijn. P: Als u iets weet juffrouw Sanne zeg het dan meteen ik heb geen tijd voor getreuzel. S: Ik hoorde uw schoonbroer toevallig tegen zichzelf zeggen dat hij de kinderen uit de weg wilde ruimen. Hij houdt ze verantwoordelijk voor de zwakke gezondheid van uw vrouw. P: Dit is kletspraat, wanneer heeft u zoiets gehoord? S: Net nadat hij wilde laten horen aan uwe hoogheid dat hij weer kon praten. P: U zult het wel verkeerd begrepen hebben. Sanne ga naar binnen en zorg dat mijn vrouw dit niet te horen krijgt. Ik wil niet dat ze van streek raakt in haar toestand. Natuurlijk uwe hoogheid. P: Brunhilde, heb jij Siegfried gezien. Br: Nee al een tijdje niet meer. Hij was nogal verdrietig omdat hij zijn stem opnieuw niet kon gebruiken. Waarom zoek je naar hem? Zou je niet naar de kinderen moeten zoeken. P: Ik ben bang dat ze wel eens bij hem kunnen zijn. Br: Bang? Voor wat? W: Uwe hoogheid! (Een wachter vindt Siegfried versuft buiten in de kou. Jane en James liggen naakt in zijn armen). P: Siegfried wat heeft dit te betekenen? (Siegfried gebaart wanhopig dat hij het niet weet).  P: Hoezo je weet het niet? Je bracht mijn jonge kinderen naar buiten in de kou. Wat probeer je daarmee te bereiken? Probeer je ze soms te doden? Het komt wel heel goed uit dat je weer niet kan spreken. Ron, haal een dokter. Brunhilde neem de kinderen mee naar binnen. Zorg dat ze het goed warm krijgen. Siegfried jij komt met mij mee.  Jij blijft in je kamer tot ik weet wat ik verder met je aan moet. Rafael, zorg dat niemand in of uit zijn kamer gaat zonder mijn toestemming. Ja, uwe hoogheid. (In de kamer van de prinses). F: Ons plan heeft gewerkt. S: Niet zo goed als ik gehoopt had. De prins is verschrikkelijk mild voor de jongen die zijn kinderen wilde doden. Ik hoopte dat hij hem zou terechtstellen zodat ik niet nog eens mijn handen moest vuil maken. Nou, goed nu hij afgezonderd zit kan hij tenminste niet gaan rondbazuinen wie wij zijn. F: Maar hoe ruimen we hem nu uit de weg moeder? S: Net als zijn vader. We laten hem een beker met vergiftigde wijn drinken en wanneer hij dood teruggevonden wordt maken we iedereen wijs dat hij zelfmoord heeft gepleegd. Hij kon het niet verdragen dat hij gefaald heeft in zijn missie de kinderen te doden. F: Dat is briljant moeder. Mag ik nu even naar buiten? Het is hier om te stikken. S: Ben je gek! Natuurlijk niet jij domme gans. (In het klooster.) Z: U bent wakker. Het is een mirakel. Rustig aan. C: Waar ben ik? Z: U bent in het klooster Amor Dei. Pater Francis heeft je hierheen gebracht nadat hij je op de oever van de rivier had gevonden. Kan je me vertellen hoe je heet? C: Ik… weet het niet. Ik weet niets meer. Z: Dat is heel normaal meisje. Je hebt een harde klap gehad. Het is een wonder dat je nog leeft. Bijna twee weken heb je tussen leven en dood gezweefd, werkelijk een wonder. We zullen je voorlopig Maria noemen omdat Onze Lieve Vrouw onze gebeden heeft verhoord. (Brunhilde komt binnen in de kamer van Siegfried. Hij probeert met een touw van lakens door zijn raam te ontsnappen). Br: Probeer je te vluchten? Dat is geen goed idee Siegfried, je lijkt nog meer schuldig zo. Tenzij je echt schuldig bent. (Siegfried kijkt boos naar Brunhilde). Br: Kijk niet zo boos naar me. Ik weet dat je geen vlieg kwaad doet maar waarom sla je dan op de vlucht? Het is te ingewikkeld om in gebarentaal uit te leggen is het niet? Goed, welke reden je ook hebt om te vluchten, het zal wel een goede reden zijn. Kom, maak plaats, ik ga met je mee. (Siegfried schudt hevig zijn hoofd). Br: O, jawel, probeer me maar eens te stoppen. Kijk, zodra Bastian merkt dat je weg bent zal hij je poster overal verspreiden en niemand zal je meer onderdak willen bieden. Ik weet echter één persoon die ons met open armen zal ontvangen. Grootmoeder. Ken je de weg naar grootmoeders kasteel? Dat dacht ik al. Dus mag ik? (Siegfried wijst naar Brunhilde en dan naar de deur).  Br: Hoe ik binnen ben geraakt? Siegie, ik ben nog steeds prinses Brunhilde Katharina Eleonora Josefina Charlotte dochter van de koning van Twin Wish. Als ik zeg dat ik naar binnen wil kan niemand mij dat weigeren. (In het klooster). Z: U ziet er prachtig uit in de jurk van zuster Dominique. C: Bedankt. Z: Kom, ik zal je helpen. C: Bedankt. Z: Geen dank lieve. De zon zal je goed doen. Misschien helpt het om je geheugen terug te krijgen. C: Ik hoop het. Z2: Moeten we haar vertellen over de namen die ze uitspreekt in haar slaap? Z: We laten dat beter aan pater Francis over. Waar is hij trouwens? Z2: Hij is naar het koninklijk paleis geroepen om de biecht van de prins af te nemen. Z3: Er zijn bezoekers. Z: Laat ze binnen in de ontvangstruimte, ik kom zo dadelijk. We hebben nog nooit zoveel bezoek gehad in tien jaar. Z2: Ik hou wel van een beetje afleiding. Z: Zuster! (In de kapel van het paleis. Bastian en Pater Francis zitten in de biechtstoel). Mo: Zeg het maar mijn zoon. P: Ik… zou u gewoon naast mij willen komen zitten vader? Ik heb gewoon nood aan een babbel met iemand die wijzer is dan ik. Mo: Ik weet niet of ik wijzer ben dan u, uwe hoogheid, maar met de hulp van Onze Lieve Heer… . P: Mijn vrouw Celia is al weken ziek. De dokter lijkt geen verklaring voor haar ziekte te hebben. Mo: Heb je moeite met het trouw blijven aan je vrouw nu ze haar echtelijke plicht niet meer kan vervullen? P: Nee, dat is het niet. Ze laat me gewoon steeds minder bij haar omdat ze bang is dat ik besmet zal raken. Ze heeft haar kinderen al een hele tijd niet meer gezien. Ik weet dat ze ons weert om ons te beschermen maar ik wil er voor haar zijn. Ik word er hoorndol van. Ik heb het zelfs uitgewerkt op haar broertje. Mo: Heeft u hem pijn gedaan, uwe hoogheid? P: Nee, ik heb hem in zijn kamer opgesloten omdat ik dacht dat hij mijn kinderen kwaad wilde doen. Nu weet ik zelfs niet meer waar hij is. Hij is door het raam gevlucht met mijn nichtje. Mo: Van wat ik hoor uwe hoogheid, houdt u zich behoorlijk goed in deze omstandigheden. P: Dat is het nu net, ik heb het gevoel dat ik er ieder moment onder door kan gaan. Dat mag niet gebeuren ziet u, mijn James en Jane hebben me nodig. Mo: Jane en James? P: Mijn kinderen. Ze zijn nog geen maand oud. Mo: Is er iemand die voor hen zorgt, nu hun moeder ziek is? P: Hun min zorgt al sinds hun geboorte voor hen. Mo: Hadden ze bij hun geboorte nog iemand anders die voor hen zorgde? Een jonge vrouw misschien? P: Nee, waarom vraagt u dat? Mo: Ach zomaar. Uwe hoogheid, ik denk dat een ritje door het bos u goed zal doen. P: Werkelijk? Mo: Ja, Onze Lieve Heer vertelt me dat het tijd is voor een ritje. P: Als hij het zegt… . (Brunhilde en Siegfried die uit het paleis zijn gevlucht komen in de tuin van het klooster. Celia staat ondertussen in de tuin te genieten van de zon). B: Zie ik dat nu goed? Celia wat doe jij hier? Het is door onze stiefmoeder, is het niet? Ik wist wel dat ik dat onmens in het kasteel gezien had. C: Het spijt me, moet ik u kennen? B: Celia, ik ben het Siegfried. En hoor ik kan weer praten. C: Ik… het spijt me. B: Wat is er met haar aan de hand? Ze herkende me niet. Z: Kent u onze Maria, jonge heer? B: Maria? Dat is Celia mijn zus. Prinses Celia van Twin Wish om precies te zijn. Z: O, jee we dachten al dat ze iemand belangrijk moest zijn. We vonden haar drie weken geleden zwaar afgetakeld op de oever van de rivier. Nu is ze terug op de been maar ze is helaas haar geheugen kwijt. Waarom heeft er niemand naar de prinses gezocht? B: Omdat er in het kasteel een bedriegster haar plaats heeft ingenomen. We moeten dit meteen aan Bastian vertellen. Br: We waren hem al van plan te vertellen dat je stiefmoeder in het kasteel was toen je je stem terugkreeg maar we raakten verdwaald, weet je nog. Zuster, kan u ons de weg naar het paleis tonen? Z: Natuurlijk, maar hoe moet het dan met Maria? Ik bedoel Celia. (Bastian en Francis arriveren bij het klooster). P: Waarom brengt u mij naar het klooster Vader? Mo: Hierlangs uwe hoogheid. (Francis neemt Bastian mee naar de tuin). P: Siegfried en Brunhilde? Wat doen jullie hier. B: Je bent net op tijd, Bastian. Mij stiefmoeder is in het paleis en die vrouw die zich voordoet als mijn zuster is niet… . P: Celia? Hoe? B: Zoals ik je probeerde te vertellen Bastian de vrouw in het paleis is een bedriegster. Z: Wij vonden Celia, ik bedoel uwe hoogheid, zwaar gewond op de oever van de rivier. Ze heeft hier 3 weken gevochten voor haar leven. Ze kan weer opstaan maar ze is haar geheugen kwijt. Doet u dus alsjeblieft voorzichtig. P: Celia? C: Goeie dag. Bent u ook een pater zoals vader Francis? P: Nee, ik… . C: O het spijt me, ik zou u ook moeten kennen. B: We kunnen haar hier niet laten. P: Maar we kunnen haar ook niet tegen haar wil meenemen. Voor haar is het alsof ze met vreemden meegaat. (Celia neuriet een liedje. Siegried begint mee te zingen). B: Ik ken dat liedje. Mijn moeder zong het altijd voor Celia en Celia zong het altijd voor mij als ik verdrietig was. P: We moeten gaan. C: Siegfried! Broertje, je kan praten. B: Zusje? C: Nu herinner ik me alles weer. P: Celia? C: O mijn lieve Bastian hoe kon ik je ooit vergeten? (Siegfried, Brunhilde, Bastian en Celia komen aan bij het paleis. Er staat een koets voor de deur. Het is de koets van Bastians broer de koning van Twin Wish en de vader van Brunhilde). P: Ik geloof dat er iemand op bezoek is. Br: Papa! Mijn lieve dochter. K: Ik heb je gemist. En Kasper ook. (Kasper is de verloofde van Brunhilde. Hij trekt zijn neus op als de koning dit zegt). K: Bastian, broer je bent me uitleg verschuldigd. Ik ben zo vlug mogelijk gekomen nadat ik Brunhildes vreemde brief kreeg. Normaal gesproken zou ik er niet zoveel aandacht aan hebben besteed want Brunhilde zit altijd met haar hoofd in de wolken, maar nu was er toch iets anders. O, vrouwe Celia, u bent een plaatje. Ik ben blij om te zien dat u terug genezen bent. Komen jullie net terug van een ritje? P: Broer, als je mond even zou stilstaan dan kan ik vertellen dat er inderdaad vreemde dingen op het paleis gebeurd zijn. Als je me nu wilt excuseren ik heb een appeltje te schillen met een kreng en haar dochter. We leggen het je wel later uit. K: Wel, het is een mooie dag voor een executie. Br: Papa! K: Ik maak maar een grapje pluimstaart. (Bastian stormt de kamer van de prinses in.) S: Uwe hoogheid! P: Uw vreselijk spel is uit. S: Celia? C: Hallo stiefmoeder. S: Maar ik dacht… . C: Dat ik dood was? Zoals je kan zien ben ik springlevend. F: Moeder!? S: Zwijg. Proficiat, je was sterker dan ons. Als je ons wilt doden doe het dan nu. F: Moeder! C: Nee, ik ga je nu niet doden. Jullie zullen een eerlijk proces krijgen. De koning zal beslissen wat jullie straf zal zijn. Wachters! Haal ze hier weg. O, mijn kindjes. Het is voorbij. P: Ik beloof je dat ik me nooit meer zo laat bedriegen lieve. C: Shuuut. P: Ik hou van je Celia. C: Ik hou ook van Bastian. (Siegfried bedekt zijn ogen als hij Bas en Celia zit kussen.) C: Siegfried doe niet zo kinderachtig en kom hier. B: We hebben het gehaald zuster, we zijn veilig. C: We hebben het gehaald broer.   einde  

Liesbeth
0 1

Schrijftaal ? spreektaal ? dialect ? ( ge meugt gerust zen )

Hedde tal gehoord? Verleden dinsdag zat ik bij Chantal int café. Ineens loept daar een grote rat de frituur van dikke Guy langs achter buiten recht het café binnen. Dat was daar een gekweek en gedoe. Een geroep en een getier. De Laenen zat er me nen borstel achteraan. Chantal die wier zot. Ze dacht da speelt dieje nooit kleer. Het succes was novenant. Aloïs begon al lelijk te doen. Die zijn keers was bijna uit. Tripel van Westmalle die kunnen daar niet tegen. Zuiver voor de commerce. In café ‘in de Volksvriend’ daar worden ze opgedaan. Da was geen aardigheid in diejen tijd.             Ge meugt gerust zijn. Lachen dat die dee. Da’s iet aarig ze, een rat. Goe zat allemaal. Dieje is er afgevallen. Da was t’een en t’ander. Just op tijd. Gustje was ze weer aant plagen. Da gezaag zal sebiet wel gedaan zen, zei ze. Toen wast vat af. Genne De Keuninck nie meer. Chantal belde naar Louis van café ‘ De Pelikaan’ Wulle met dat leeg vat naar den overkant. Rolt er nie mee of ge ga wa voorhebben zei Louis. Dieje loempe van de vakbond van z’n kloten maken Veul te zwaar. Dieje is dan ook geboren op 1 april. Alleman zat. Den dag van heden mag da allemaal. Op ne werkdag lopen ze al van t’een café naar tander, oep ne werkdag hè. Goe gelachen wel.             Iet anders. Ik heb ne nieve caravan. Als k het kraantje in da keukentje openzette begon toilet te lopen.. Da darmpke zal verkeerd. Iet later stond de schuif onder de poempbak, met bestek, ge weet wel, helemaal vol water. Vloeken jongen, vloeken. Na zat er een ander darmpke los. Veel gezever mee gehad. Dieje verkoper stamp ik onder zenne put da de ballen in’t rond vliegen. Da’s veel beter dan een Rapido plooicaravanneke. Na moet ik wel naar de keuring want de nieve is meer dan 700 kilogram. Chance da we in Hühnerscheid genne regen hemme gehad. Da’s Luxemburg nie ver van Bastogne. Kelly had voor niks greppeltjes gegraven. Hoe loemp kunde zen? Veurige keer hadde we regenweer. Niks dan modder. Klote weer en problemen met gasvuur. Een steekvlam van zeker drei meter. Da darmpke zat geplooid. Bekan heel de voortent weg. Da’s nylon, hè da zeil. Nog nooit zoveul sigaretten meegebracht. Die camions konden allemaal aan de kant. Met ne caravan konde gewoon door. Den Opel Vectra is wel aant verslijten. Di van ons zegt dat geld op is.             Ik hem gehoord dat de Léon bekan met visbak en al de vort ingeduikelt is. Voorover, recht erin, bekan. Die kan nie vissen met den haak. Neen, neen ne meerval. Genne snoek. Verkeerd aas. Hoe loemp kunde na zen. De miserie van een ander daar zijn we nie mee gediend. Da maakte mij nie wijs. Ja, ja, café Arizona was om drei uur nog open. Ge meugt gerust zijn.

Hubert Grimmelt
0 0

Aangename kennismaking

Ze herinnerde zich nog goed de avond waarop zij en Thijs elkaar voor het eerst zagen.   Een amusante glimlach was op haar gelaat verschenen toen ze hem binnen had zien komen in haar geliefde café waar toen nog naar hartenlust binnen gerookt mocht worden.   Zijn pruik stond scheef en zijn lange vrouwenkleed was vurig rood. Hij zette zijn bril wat rechter en trok zijn kleed goed voor hij zich neerplofte op de barkruk en een frisse pint bestelde. Het gezelschap waarin ze vertoefde leek aan kleur en helderheid in te boeten nu deze verschijning aan de toog had plaats genomen. Ze dronk snel het laatste bodempje van haar glas rode wijn leeg om in de buurt van de verklede man een nieuw glas te kunnen bestellen. Hoewel hij verre van mooi was, intrigeerde hij haar. Zijn nonchalance en grappige manier van doen wekten haar nieuwsgierigheid en deden een bruisend verlangen in haar opwellen. Ze verontschuldigde zich bij haar vrienden en liep langzaam in de richting van de mysterieuze onbekende.   Ze ging naast hem aan de toog staan tussen twee barkrukken in. Voor ze de aandacht van de barman probeerde te trekken om haar bestelling door te geven, wendde ze zich naar de jongeman naast haar. ‘Uw pruik staat scheef. Zal ik ze terug wat rechter zetten?’ Geprikkeld en geamuseerd keek hij haar aan. ‘Graag.’ zei hij en hij genoot van de manier waarop deze jongedame ongegeneerd en met opperste concentratie de asblonde pruik die hij uit de verkleedkoffer van zijn oma had opgedist, weer op haar plaats schoof.   ‘Vandaag is mijn naam Georgette by the way. Wie ben jij?’ voegde hij eraan toe. Even aarzelde Emma. Zou ze hem naar zijn echte naam vragen of zou ze het spelletje een tijdje meespelen? Ze koos de tweede optie. ‘Mijn naam is Emma. Dat kleedje staat u beeldig, Georgette. Het accentueert uw bierbuik en platte boezem zo mooi.’ Ze probeerde het zo oprecht mogelijk te laten klinken en haar lachspieren onder controle te houden. ‘Ja, ik weet het’, zei Georgette die zijn stem voor de gelegenheid wat hoger deed uitvallen, ‘ik heb dat compliment vandaag al een paar keer gekregen.’ En hij knipperde op zeer verleidelijke wijze met zijn donkere ogen die achter twee brilglazen verscholen zaten. Op beider gezichten verscheen een glimlach van verstandhouding, een glimlach van speelsheid en ondeugendheid, een glimlach van herkenning.   ‘Wat drink je?’ vroeg de verklede jongeman. ‘Rode wijn graag. Zijt gij hier trouwens helemaal alleen, bevallige dame?’ antwoordde Emma. ‘Ja, ik ben weggevlucht op een scoutsfuif’, zei Georgette. ‘Mijn mannelijke vrienden konden het plots niet laten om me af en toe in mijn achterwerk te knijpen,’ zei hij, gespeeld verbouwereerd. ‘Tja, ik voel die drang ook, Georgette, als ik u in uw sexy rode jurkje zie.’ Emma liet deze woorden gepaard gaan met een op- en neergaande beweging van haar wenkbrauwen en een overdreven smachtende blik. Haar nieuwe vriend deed op vrouwelijke wijze alsof hij lichtjes geshockeerd was door haar opmerking.   In het lange smalle café waar in de late uurtjes vooraan soms gedanst werd, werd de stemming ondertussen wat meer uitgelaten en het gepraat luidruchtiger. De vrienden van Emma probeerden tevergeefs Emma’s blik te vangen om haar terug in hun richting te lokken. Vanuit haar ooghoeken zag Emma hen soms zwaaien en wenkende gebaren maken, maar ze deed net alsof ze het niet zag.   ‘Maar nu serieus’, zei Emma. ‘Wat is eigenlijk jouw echte naam?’ Thijs nam de pruik van zijn hoofd waardoor zijn kort warrig donker kapsel tevoorschijn kwam. ‘Mijn echte naam is Thijs.’ zei hij en hij keek haar doordringend aan wat haar tegelijkertijd een oncomfortabel en een opgewonden gevoel gaf. Even staarde ze zwijgend terug. Thijs zei: ‘Aangezien ik de zin van het bestaan nog steeds niet ontdekt heb, maar er wel naar op zoek ben, dood ik mijn tijd dan maar met mij te verkleden. Misschien draait het leven wel gewoon daarom: u amuseren.’ ‘Ja, misschien wel’, zei Emma en ze hield haar glas in de lucht om op deze conclusie te proosten. Het oogcontact gaf haar een warm gevoel. ‘Ik heb ooit eens ergens gelezen dat de zin van het leven de zin óm te leven is. Maar vraag me niet wie het geschreven heeft want dat weet ik niet.’ ‘Ja, daar zit iets in’, antwoordde Thijs. ‘En bij mij is die zin om te leven op sommige dagen wel aanwezig en op andere dagen totaal niet. Ik ben stiekem wel jaloers op mensen die elke dag vol levenslust zijn.’    In zijn ogen had ze toen voor het eerst een diepte weerspiegeld gezien die ze maar zelden tegenkwam. In zijn ogen had ze een gelijkgestemde ontmoet die de dingen niet zomaar voor waar aannam maar in vraag stelde, iemand met wie ze samen de mysteries van het leven wilde verkennen. Het was een diepte geweest die ze niet had gekend in haar gezin van afkomst, maar waarnaar ze al haar hele leven had verlangd. Het was een diepte die ze tot dan toe enkel tegengekomen was in de boeken die ze las maar té zelden in het echte leven. Bij haar thuis waren de gesprekken enkel gegaan over de keuze van gerechten, de combineerbaarheid van kleren, over televisieprogramma’s, over de onhebbelijkheden van anderen maar nooit over de dingen die er voor haar echt toe deden.    Hoewel ze het verlangen voelde om in de toekomst uren aan een stuk te filosoferen met deze jongeman, wou ze het op dit moment toch liever luchtig houden.    ‘Is het een hobby van u om verkleed als vrouw door het leven te gaan?’ vroeg Emma. ‘Wel, ik moet zeggen dat het wel prettig voelt om deze rode stof rond mijn lichaam te voelen. Maar ik verkies toch een vrouwenlichaam tegen het mijne.’ Even sloeg Emma’s fantasie op hol en zag ze zichzelf naakt naast hem liggen, onder een donkere sterrenhemel, op een dekentje in het gras, na een wild avontuur van zuchten, kreunen en genot. Maar al snel herpakte ze zich. Ze kende deze jongeman niet, wist niet eens of hij al dan niet vrijgezel was. Die vraag zou ze hem vanavond onder geen beding stellen want ze wilde de betovering niet verbreken. Om de beladen stilte een halt toe te roepen, ging Thijs verder: ‘Ik ben eigenlijk heel moe en kwam hier gewoon nog een pintje drinken voor ik mijn bed in zou kruipen.’ Hij kon de teleurstelling van haar gezicht aflezen en stiekem hoopte hij dat ze hem zou smeken om te blijven. Het was kinderachtig van hem, dat wist hij, maar hij kon het niet laten.   ‘Ik ga onder de wol kruipen. Het was zeer aangenaam om u te leren kennen, Emma. Misschien treffen we elkaar hier nog wel eens een keer.’ Emma stond met haar mond vol tanden. ‘Oh wat jammer’, stamelde ze. ‘Ik vond het net zo gezellig. Maar als jouw bed je roept, dan moet je maar gaan hé. Al had ik het wel fijn gevonden om nog wat te praten en dan misschien nog wat te dansen.’    Thijs die al lang overtuigd was en voor wie op tijd gaan slapen al lang geen optie meer was, wou het onderste uit de kan halen door nu nog niet toe te geven, door nog even de plichtsbewuste te spelen die prat ging op een goede nachtrust. ‘Het spijt me, Emma. Mijn ogen vallen bijna dicht van de vaak. Mag ik uw hand kussen, lieve dame?’ en hij nam haar hand in de zijne en bracht die naar zijn lippen. Ze trok haar hand weg en sprak hem heel kordaat aan.   ‘Blijf’, zei ze op bijna gebiedende toon. ‘Drink nog één pint met mij. En ga dan slapen. Oké?’ smeekte Emma toen. Thijs deed net of hij aarzelde, of hij met één voet binnen en met de andere reeds buiten stond. Hij keek naar de klok die boven de deur prijkte, liet zijn hoofd en schouders heen en weer gaan om zijn geveinsde twijfel wat extra gewicht te geven, keek Emma onderzoekend aan. En pas toen haar blik steeds smekender werd, ze haar hoofd lichtjes schuin hield en één vinger omhoog hield (nog eentje , please…), ging hij duidelijk merkbaar door de knieën. ‘Oké, nog één pintje dan.’ ‘Goed, ik trakteer’, zei Emma die haar enthousiasme niet onder stoelen of banken kon steken.

Aline
0 0

Begeesterd

1STE SCENE - INSIDE OUD HUIS VAN DE OVERLEDEN PLAATSELIJKE SCHRIJVER SPEARE - SCHRIJFKAMER KERLAN Moet je zien, zoveel boeken! greta De kasten begeven het bijna... GIDS Niet alle boeken zijn van zijn hand. Ferdinand Speare was ook een verwoed lezer. Bartel Was de man gehuwd? GIDS Ja, waarom vraagt u dat? BARTEL Kinderen? GIDS Neen, daarover bestaat ook een mythe. GRETA Een mythe, wat interessant. KERLAN Hoe luidt de mythe? BARTEL Hij las teveel, schreef teveel en had geen tijd voor boelekes te maken... GRETA (geeft Bartel een ellenboogstoot) Jij met je flauwe mopjes... GIDS (lacht beleefd) Het geheim is nog niet achterhaald... het gezegde luidt: Kennis is macht zonder liefde. Liefde is aanvaarden en geven. Met de juiste kennis kan de macht van de vloek worden bezworen en wordt de schrijver herboren. GRETA Cryptisch omschreven...Kerlan dat is een kolfje naar jouw hand. KERLAN De kennis kan verwijzen naar de boeken...hoe meer je weet, hoe meer macht...de liefde werd verwaarloosd. Dat weten we, maar de rest is Chinees voor mij. BARTEL Dus als ik het goed begrijp zou de oplossing in de boeken liggen? GIDS Het spijt me, de boeken zijn niet leesbaar...ze zijn zeer fragiel. GRETA Spijtig... GIDS Tot zover de toer. Ik wens iedereen nog een prettige dag en vergeet heu...de gids...niet. Greta, Kerlan en Bartel gaan naar buiten en blijven voor het huis staan. de gids trekt de voordeur gewoon toe. GRETA Heb je dat gezien? De gids doet niet eens de deur op slot! BARTEL Het zal een zelfsluitend slot zijn? KERLAN Bartel doet niet zo idioot...dat bestond niet in de 16de eeuw. BARTEL Het zou toch kunnen dat ze het slot hebben vernieuwd? GRETA (draait zich van de ene naar de andere kant) Is die gids weg? (wandelt naar de deur en rammelt aan de deurknop) Ik wist het! In zo'n boerengat kent men geen misdaad. KERLAN Haal het niet in je hoofd Greta! GRETA Nee hoor. Het is nog veel te vroeg. Vier uur 's nachts is beter. KERLAN Vergeet het, ik doe er niet aan mee! GRETA (loopt weg van de deur en geeft Bartel een knipoog) Einde scéne 1   2de SCENE - outside OUD HUIS VAN DE OVERLEDEN PLAATSELIJKE SCHRIJVER SPEARE- nacht Kerlan, Greta en Bartel, elk met een hoofdlamp, staan voor de deur. KERLAN Greta, ik vind het nog steeds geen goed idee... GRETA (snauwt) Genoteerd. BARTEL Greta, wees nu eerlijk...we kunnen toch in één nacht niet heel de bibliotheek lezen? GRETA Neen, officiële boeken kunnen we laten liggen - tenzij we pech hebben en de oplossing verstopt werd in meer recente boeken - het zijn de losse nota's en kaften die we eerst bekijken. KERLAN (sarcastisch)) We hebben 14 dagen vakantie... slapen heel de dag en pluizen 's nachts de bib uit. Moet kunnen... GRETA Drie nachten en dan hou ik er mee op, beloofd!   (de mannen zuchten diep) openen de deur met een weids gebaar KERLAN Waar te beginnen? GRETA Kerlan, misschien kun jij de linkerkant onderzoeken, Bartel jij de rechter. Ik neem het bureau en alle andere kleine kastjes...   Ieder begint aan zijn taak, het is moeilijk zoeken met enkel een hoofdlamp. Eén voor één doorzoeken ze de kaften en al wat oud is. Zorgvuldig zetten ze alles terug op de juiste plaats. BARTEL Op hoop van zege... ( gaat op een antieke stoel zitten en springt onmiddellijk terug recht) Een springveer...recht in mijn gat! GRETA Wees toch voorzichtig! Dat is antiek. KERLAN (lachend) Er is toch niets aan de stoel? BARTEL (wrijft over zijn achterwerk met een pijnlijk uitdrukking op zijn gezicht) Het is u gat ni zeker? KERLAN tracht de veer vruchteloos terug te duwen Wat is dat nu? Ik kan die veer niet terug duwen... GRETA Wacht, ik kijk eens mee... (verrast) Er ligt iets op de bodem van de stoel... (vist een klein doosje op) Kijk, kijk... KERLAN Wat is het? BARTEL (verbaasd) Een klein doosje zonder opening. GRETA Een klein doosje? Ja...zonder opening...nee! Alle drie hoofdlampen worden op het doosje gericht. GRETA (zit er verbeten aan te prutsen) Ze duwt aan de zijkanten en een paneeltje verschuift. (ze haalt er een papiertje uit) Dit kan niet! BARTEL KERLAN Wat, wat...? GRETA Ik geloof dat we geluk hebben... KERLAN Bedoel je... GRETA Wie kent er oud Engels? KERLAN Mijn grootouders komen uit Wales...laat me eens zien. GRETA geeft het papiertje af aan Kerlan. KERLAN (Leest voor) Books have thou wisdom, if you can open they eyes of love with the brightness that day brings. BARTEL Een ander raadsel! Dat kan hier nog lang duren... GRETA Boeken bevatten de wijsheid als het daglicht de ogen voor liefde openen. KERLAN Als het vorige cryptisch werd weergegeven...dan zou ik denken... GRETA Ja? KERLAN Wacht even...zijn hier ogen aanwezig? BARTEL Ja, drie paar die er geen sikkepit van begrijpen. KERLAN Ik bedoel hier in de kamer, slimmeke. Ze draaien zich om en beginnen terug te zoeken. Greta (Slaakt een verraste kreet) Ja, natuurlijk! Kijk naar het schilderij aan de muur. KERLAN Het portret! Centraal opgesteld... zijn vrouw, met half gesloten ogen... omringt met engelen en bloemen. GRETA (onderzoekt de gesloten ogen van de vrouw) De oogleden kunnen opengeklapt worden! BARTEL Dan zitten we met een probleem... KERLAN Hoe bedoel je? GRETA Dat wil zeggen...we overdag moeten terugkomen... KERLAN Ik ben geen pessimist, maarre...dan loopt de gids rond. GRETA (zelfverzekerd) Laat die griezel maar aan mij over...   Einde scéné 2        3de scene - Volgende dag 's morgens voor het museum - GIDS opent de deur Goedemorgen. Jullie! Was mijn uitleg niet duidelijk? GRETA (poeslief) Heel duidelijk. We hebben meteen besloten onze scriptie aan Speare te wijden. Maar dan moeten we een aantal bijzonderheden weten. (ze klampt de gids vast en glimlacht hem toe)   GIDS Heu...ja, oké. Ik zal mijn best doen. KERLAN Heeft hij nog iets anders geschreven buiten boeken?   GRETA Wanneer werd hij echt bekend? BARTEL Schreef hij soms in opdracht van het Portugese hof? GIDS Momentje ik kan maar één vraag per keer antwoorden. GRETA (klampt de gids bezitterig vaster) Sorry heren, ladies first. ( draait haar rug naar Kerlan en Bartel en loodst de gids mee uit de kamer met het portret)   BARTEL (kijkt gespannen toe of de gids met Greta ver uit de buurt zijn) Ik open de oogleden, jij let op? KERLAN (knikt kort) BARTEL (opent de luikjes) een stralend zonlicht boort zich door de kamer De twee bundels licht richten zich eensgezind op een boek van de boeken plank. KERLAN (haast zich om het boek uit het schap te halen) Gelukt! Maken dat we hier weg zijn. BARTEL En Greta dan? KERLAN Als wij hier weg zijn zal ze beslist weten dat we terug naar buiten zijn. BARTEL Ja, goed. Ik ben benieuwd! KERLAN BARTEL Haasten zich naar buiten met het boek. Kerlan en Bartel wachten buiten. Even later komt Greta naar buiten gewandeld. GRETA En jongens? KERLAN Opdracht volbracht! BARTEL Vlug naar het kamp. Ik ben écht benieuwd. Ze wandelen weg - komen toe in hun kamp einde 3de scene     4de scene het kamp late namiddag Kerlan zit op een van de kampeerstoeltjes met het boek op het kampeertafeltje KERLAN (zit met zijn neus bijna bovenop het boek)) BARTEL Kerlan, heb je een bril nodig? KERLAN (geërgerd) Wil jij het doen? Oud Engels in schoonschrift vol krullen! GRETA Als iemand het kan dan ben jij het Kerlan... KERLAN Slijmen helpt niet Greta! BARTEL Wat heb je tot hiertoe gevonden? KERLAN Kort en bondig: niets. Het gaat over een driehoeksverhouding... GRETA Klinkt dramatisch... KERLAN Zoals gewoonlijk... 2 mannen willen dezelfde vrouw, de vrouw is getrouwd met een kasteelheer maar is verliefd op de staljongen die haar liefde beantwoordt. BARTEL Laat me raden... de kasteelheer komt er achter... en de poppen gaan aan het dansen. KERLAN Ja, maar wel op een rare manier... de vrouw mag tussen hun beide kiezen van de kasteelheer, als ze voor hem kiest zal hij haar de vrijheid geven om de staljongen te beminnen en toch van haar houden. Op één voorwaarde dat ze zich niet bemoeid met zijn passie. Vrouwlief kiest voor de luxe en de vrijheid en bemoeit zich niet met zijn passie: boeken schrijven... GRETA Vind je niet dat het thema 'boeken schrijven' hier ook zo belangrijk is? Net als voor Ferdinand Speare. KERLAN Nu je het zegt...ik ben benieuwd wat er volgt... (leest begeesterd verder) GRETA Nog veel plezier. Ik ga eventjes uitrusten. Ik heb heel de nacht niet geslapen van de warmte. (doet een dutje in de tent) BARTEL Ondertussen maak ik het avondmaal. KERLAN Weer spaghetti zekers? BARTEL 'Geen goesting is geen honger, ‘zei ons moeder altijd. Het is dat of niks! KERLAN Ja, pa! (neemt het boek mee naar zijn tent) BARTEL (boos) Ik ben ook op vakantie hé! begint met de potten te rammelen en haalt water ze zitten alle 3 aan tafel spaghetti te eten GRETA Wat ben je nog te weten gekomen Kerlan? KERLAN Je had gelijk Greta, de overeenkomsten met onze schrijver worden steeds groter. BARTEL Wat bedoel je? KERLAN Wel... stalknecht wil niet langer aan een touwtje hangen en beëindigt de relatie. Madam verveelt zich en eist een kind of ze verlaat Speare. Hij tracht haar lief te hebben, maar zijn gedachten gaan steeds naar zijn boeken en daardoor blijft zijn jongeheer halfstok hangen. Resultaat: geen bevruchting, geen boelekes. Zijn vrouw wordt depressief en ten einde raad gaat hij een toverkol opzoeken om zijn probleem op te lossen. BARTEL Aha! KERLAN Inderdaad, zij geeft hem een raadselachtige opdracht... (neemt het boek op zijn schoot en begint luidop voor te lezen) Shall ye find young ones to replace the triad you had and one of these read these words: 'For those who choose love instead of wisdom and almightiness, have pity and pledge tears on your name, the cry of a baby will come.  If not swiftly, your ancestors wait patiently. Ye and Lily will find peace in another life.' GRETA Wat wil dat nu weer zeggen? En wie is Lily? KERLAN De vrouw van Speare... BARTEL Wat een drama! GRETA (fluistert) Ja, inderdaad. Onbeantwoorde liefde en wensen... drie ontgoochelde mensen. (staart Kerlan aan) Wil je de rest voorlezen? KERLAN (glimlacht) Na het eten en de afwas als verhaaltje voor het slapen gaan. GRETA (geeft een speelse klap op de knie van Kerlan) Afgesproken! in een van de drie tenten brandt een lamp en hoort men de stem van Kerlan en Greta. KERLAN (leest voor uit het boek) 'For those who choose love instead of wisdom and almightiness, have pity and pledge tears on your name, the cry of a baby will come.  If not swiftly, your ancestors wait patiently. Ye and Lily will find peace in another life.' GRETA (snikt ingetogen) Prachtig geschreven... maar zo triest, vooral het einde... (weent ingetogen) KERLAN Kom, kom het is maar een verhaal... kom eens hier... het enig brandende lampje gaat uit. Einde 4de scéne.   SLOT - 1 jaar later zelfde camping - overdag Een jaar later staan Greta, Kerlan en Greta op dezelfde camping. GRETA (houdt een baby vast) Hier zijn we weer... BARTEL Met eentje meer. Waarom persé terug naar hier? KERLAN Ik wil iets nagaan... ze gaan allen naar het museum. GIDS (herkent hen meteen) Terug welkom! (buigt zich over de baby) Wat een prachtig kindje... KERLAN We wilden je nog iets vragen... GIDS Jaaaa? KERLAN Was de naam van de schrijver echt Ferdinand Speare? GIDS Nee, hij schreef onder een alias. Zijn echte naam is Karl, Kerlan,  Bartholomeus... Hoe heet de baby? KERLAN Lily! Het huis van de schrijver straalt in de zonneschijn. vanuit de bibliotheek klinkt vrolijk gezang van een vrouw en het hartelijk gelach van een man. Einde slot  

Fanny Vercammen
0 0

Begeesterd

1STE SCENE - INSIDE OUD HUIS VAN DE OVERLEDEN PLAATSELIJKE SCHRIJVER SPEARE - SCHRIJFKAMER KERLAN Moet je zien, zoveel boeken! greta De kasten begeven het bijna... GIDS Niet alle boeken zijn van zijn hand. Ferdinand Speare was ook een verwoed lezer. Bartel Was de man gehuwd? GIDS Ja, waarom vraagt u dat? BARTEL Kinderen? GIDS Neen, daarover bestaat ook een mythe. GRETA Een mythe, wat interessant. KERLAN Hoe luidt de mythe? BARTEL Hij las teveel, schreef teveel en had geen tijd voor boelekes te maken... GRETA (geeft Bartel een ellenboogstoot) Jij met je flauwe mopjes... GIDS (lacht beleefd) Het geheim is nog niet achterhaald... het gezegde luidt: Kennis is macht zonder liefde. Liefde is aanvaarden en geven. Met de juiste kennis kan de macht van de vloek worden bezworen en wordt de schrijver herboren. GRETA Cryptisch omschreven...Kerlan dat is een kolfje naar jouw hand. KERLAN De kennis kan verwijzen naar de boeken...hoe meer je weet, hoe meer macht...de liefde werd verwaarloosd. Dat weten we, maar de rest is Chinees voor mij. BARTEL Dus als ik het goed begrijp zou de oplossing in de boeken liggen? GIDS Het spijt me, de boeken zijn niet leesbaar...ze zijn zeer fragiel. GRETA Spijtig... GIDS Tot zover de toer. Ik wens iedereen nog een prettige dag en vergeet heu...de gids...niet. Greta, Kerlan en Bartel gaan naar buiten en blijven voor het huis staan. de gids trekt de voordeur gewoon toe. GRETA Heb je dat gezien? De gids doet niet eens de deur op slot! BARTEL Het zal een zelfsluitend slot zijn? KERLAN Bartel doet niet zo idioot...dat bestond niet in de 16de eeuw. BARTEL Het zou toch kunnen dat ze het slot hebben vernieuwd? GRETA (draait zich van de ene naar de andere kant) Is die gids weg? (wandelt naar de deur en rammelt aan de deurknop) Ik wist het! In zo'n boerengat kent men geen misdaad. KERLAN Haal het niet in je hoofd Greta! GRETA Nee hoor. Het is nog veel te vroeg. Vier uur 's nachts is beter. KERLAN Vergeet het, ik doe er niet aan mee! GRETA (loopt weg van de deur en geeft Bartel een knipoog) Einde scéne 1   2de SCENE - outside OUD HUIS VAN DE OVERLEDEN PLAATSELIJKE SCHRIJVER SPEARE- nacht Kerlan, Greta en Bartel, elk met een hoofdlamp, staan voor de deur. KERLAN Greta, ik vind het nog steeds geen goed idee... GRETA (snauwt) Genoteerd. BARTEL Greta, wees nu eerlijk...we kunnen toch in één nacht niet heel de bibliotheek lezen? GRETA Neen, officiële boeken kunnen we laten liggen - tenzij we pech hebben en de oplossing verstopt werd in meer recente boeken - het zijn de losse nota's en kaften die we eerst bekijken. KERLAN (sarcastisch)) We hebben 14 dagen vakantie... slapen heel de dag en pluizen 's nachts de bib uit. Moet kunnen... GRETA Drie nachten en dan hou ik er mee op, beloofd!   (de mannen zuchten diep) openen de deur met een weids gebaar KERLAN Waar te beginnen? GRETA Kerlan, misschien kun jij de linkerkant onderzoeken, Bartel jij de rechter. Ik neem het bureau en alle andere kleine kastjes...   Ieder begint aan zijn taak, het is moeilijk zoeken met enkel een hoofdlamp. Eén voor één doorzoeken ze de kaften en al wat oud is. Zorgvuldig zetten ze alles terug op de juiste plaats. BARTEL Op hoop van zege... ( gaat op een antieke stoel zitten en springt onmiddellijk terug recht) Een springveer...recht in mijn gat! GRETA Wees toch voorzichtig! Dat is antiek. KERLAN (lachend) Er is toch niets aan de stoel? BARTEL (wrijft over zijn achterwerk met een pijnlijk uitdrukking op zijn gezicht) Het is u gat ni zeker? KERLAN tracht de veer vruchteloos terug te duwen Wat is dat nu? Ik kan die veer niet terug duwen... GRETA Wacht, ik kijk eens mee... (verrast) Er ligt iets op de bodem van de stoel... (vist een klein doosje op) Kijk, kijk... KERLAN Wat is het? BARTEL (verbaasd) Een klein doosje zonder opening. GRETA Een klein doosje? Ja...zonder opening...nee! Alle drie hoofdlampen worden op het doosje gericht. GRETA (zit er verbeten aan te prutsen) Ze duwt aan de zijkanten en een paneeltje verschuift. (ze haalt er een papiertje uit) Dit kan niet! BARTEL KERLAN Wat, wat...? GRETA Ik geloof dat we geluk hebben... KERLAN Bedoel je... GRETA Wie kent er oud Engels? KERLAN Mijn grootouders komen uit Wales...laat me eens zien. GRETA geeft het papiertje af aan Kerlan. KERLAN (Leest voor) Books have thou wisdom, if you can open they eyes of love with the brightness that day brings. BARTEL Een ander raadsel! Dat kan hier nog lang duren... GRETA Boeken bevatten de wijsheid als het daglicht de ogen voor liefde openen. KERLAN Als het vorige cryptisch werd weergegeven...dan zou ik denken... GRETA Ja? KERLAN Wacht even...zijn hier ogen aanwezig? BARTEL Ja, drie paar die er geen sikkepit van begrijpen. KERLAN Ik bedoel hier in de kamer, slimmeke. Ze draaien zich om en beginnen terug te zoeken. Greta (Slaakt een verraste kreet) Ja, natuurlijk! Kijk naar het schilderij aan de muur. KERLAN Het portret! Centraal opgesteld... zijn vrouw, met half gesloten ogen... omringt met engelen en bloemen. GRETA (onderzoekt de gesloten ogen van de vrouw) De oogleden kunnen opengeklapt worden! BARTEL Dan zitten we met een probleem... KERLAN Hoe bedoel je? GRETA Dat wil zeggen...we overdag moeten terugkomen... KERLAN Ik ben geen pessimist, maarre...dan loopt de gids rond. GRETA (zelfverzekerd) Laat die griezel maar aan mij over...   Einde scéné 2        3de scene - Volgende dag 's morgens voor het museum - GIDS opent de deur Goedemorgen. Jullie! Was mijn uitleg niet duidelijk? GRETA (poeslief) Heel duidelijk. We hebben meteen besloten onze scriptie aan Speare te wijden. Maar dan moeten we een aantal bijzonderheden weten. (ze klampt de gids vast en glimlacht hem toe)   GIDS Heu...ja, oké. Ik zal mijn best doen. KERLAN Heeft hij nog iets anders geschreven buiten boeken?   GRETA Wanneer werd hij echt bekend? BARTEL Schreef hij soms in opdracht van het Portugese hof? GIDS Momentje ik kan maar één vraag per keer antwoorden. GRETA (klampt de gids bezitterig vaster) Sorry heren, ladies first. ( draait haar rug naar Kerlan en Bartel en loodst de gids mee uit de kamer met het portret)   BARTEL (kijkt gespannen toe of de gids met Greta ver uit de buurt zijn) Ik open de oogleden, jij let op? KERLAN (knikt kort) BARTEL (opent de luikjes) een stralend zonlicht boort zich door de kamer De twee bundels licht richten zich eensgezind op een boek van de boeken plank. KERLAN (haast zich om het boek uit het schap te halen) Gelukt! Maken dat we hier weg zijn. BARTEL En Greta dan? KERLAN Als wij hier weg zijn zal ze beslist weten dat we terug naar buiten zijn. BARTEL Ja, goed. Ik ben benieuwd! KERLAN BARTEL Haasten zich naar buiten met het boek. Kerlan en Bartel wachten buiten. Even later komt Greta naar buiten gewandeld. GRETA En jongens? KERLAN Opdracht volbracht! BARTEL Vlug naar het kamp. Ik ben écht benieuwd. Ze wandelen weg - komen toe in hun kamp einde 3de scene     4de scene het kamp late namiddag Kerlan zit op een van de kampeerstoeltjes met het boek op het kampeertafeltje KERLAN (zit met zijn neus bijna bovenop het boek)) BARTEL Kerlan, heb je een bril nodig? KERLAN (geërgerd) Wil jij het doen? Oud Engels in schoonschrift vol krullen! GRETA Als iemand het kan dan ben jij het Kerlan... KERLAN Slijmen helpt niet Greta! BARTEL Wat heb je tot hiertoe gevonden? KERLAN Kort en bondig: niets. Het gaat over een driehoeksverhouding... GRETA Klinkt dramatisch... KERLAN Zoals gewoonlijk... 2 mannen willen dezelfde vrouw, de vrouw is getrouwd met een kasteelheer maar is verliefd op de staljongen die haar liefde beantwoordt. BARTEL Laat me raden... de kasteelheer komt er achter... en de poppen gaan aan het dansen. KERLAN Ja, maar wel op een rare manier... de vrouw mag tussen hun beide kiezen van de kasteelheer, als ze voor hem kiest zal hij haar de vrijheid geven om de staljongen te beminnen en toch van haar houden. Op één voorwaarde dat ze zich niet bemoeid met zijn passie. Vrouwlief kiest voor de luxe en de vrijheid en bemoeit zich niet met zijn passie: boeken schrijven... GRETA Vind je niet dat het thema 'boeken schrijven' hier ook zo belangrijk is? Net als voor Ferdinand Speare. KERLAN Nu je het zegt...ik ben benieuwd wat er volgt... (leest begeesterd verder) GRETA Nog veel plezier. Ik ga eventjes uitrusten. Ik heb heel de nacht niet geslapen van de warmte. (doet een dutje in de tent) BARTEL Ondertussen maak ik het avondmaal. KERLAN Weer spaghetti zekers? BARTEL 'Geen goesting is geen honger, ‘zei ons moeder altijd. Het is dat of niks! KERLAN Ja, pa! (neemt het boek mee naar zijn tent) BARTEL (boos) Ik ben ook op vakantie hé! begint met de potten te rammelen en haalt water ze zitten alle 3 aan tafel spaghetti te eten GRETA Wat ben je nog te weten gekomen Kerlan? KERLAN Je had gelijk Greta, de overeenkomsten met onze schrijver worden steeds groter. BARTEL Wat bedoel je? KERLAN Wel... stalknecht wil niet langer aan een touwtje hangen en beëindigt de relatie. Madam verveelt zich en eist een kind of ze verlaat Speare. Hij tracht haar lief te hebben, maar zijn gedachten gaan steeds naar zijn boeken en daardoor blijft zijn jongeheer halfstok hangen. Resultaat: geen bevruchting, geen boelekes. Zijn vrouw wordt depressief en ten einde raad gaat hij een toverkol opzoeken om zijn probleem op te lossen. BARTEL Aha! KERLAN Inderdaad, zij geeft hem een raadselachtige opdracht... (neemt het boek op zijn schoot en begint luidop voor te lezen) Shall ye find young ones to replace the triad you had and one of these read these words: 'For those who choose love instead of wisdom and almightiness, have pity and pledge tears on your name, the cry of a baby will come.  If not swiftly, your ancestors wait patiently. Ye and Lily will find peace in another life.' GRETA Wat wil dat nu weer zeggen? En wie is Lily? KERLAN De vrouw van Speare... BARTEL Wat een drama! GRETA (fluistert) Ja, inderdaad. Onbeantwoorde liefde en wensen... drie ontgoochelde mensen. (staart Kerlan aan) Wil je de rest voorlezen? KERLAN (glimlacht) Na het eten en de afwas als verhaaltje voor het slapen gaan. GRETA (geeft een speelse klap op de knie van Kerlan) Afgesproken! in een van de drie tenten brandt een lamp en hoort men de stem van Kerlan en Greta. KERLAN (leest voor uit het boek) 'For those who choose love instead of wisdom and almightiness, have pity and pledge tears on your name, the cry of a baby will come.  If not swiftly, your ancestors wait patiently. Ye and Lily will find peace in another life.' GRETA (snikt ingetogen) Prachtig geschreven... maar zo triest, vooral het einde... (weent ingetogen) KERLAN Kom, kom het is maar een verhaal... kom eens hier... het enig brandende lampje gaat uit. Einde 4de scéne.   SLOT - 1 jaar later zelfde camping - overdag Een jaar later staan Greta, Kerlan en Greta op dezelfde camping. GRETA (houdt een baby vast) Hier zijn we weer... BARTEL Met eentje meer. Waarom persé terug naar hier? KERLAN Ik wil iets nagaan... ze gaan allen naar het museum. GIDS (herkent hen meteen) Terug welkom! (buigt zich over de baby) Wat een prachtig kindje... KERLAN We wilden je nog iets vragen... GIDS Jaaaa? KERLAN Was de naam van de schrijver echt Ferdinand Speare? GIDS Nee, hij schreef onder een alias. Zijn echte naam is Karl, Kerlan,  Bartholomeus... Hoe heet de baby? KERLAN Lily! Het huis van de schrijver straalt in de zonneschijn. vanuit de bibliotheek klinkt vrolijk gezang van een vrouw en het hartelijk gelach van een man. Einde slot  

Fanny Vercammen
0 0

Begeesterd

1STE SCENE - INSIDE OUD HUIS VAN DE OVERLEDEN PLAATSELIJKE SCHRIJVER SPEARE - SCHRIJFKAMER KERLAN Moet je zien, zoveel boeken! greta De kasten begeven het bijna... GIDS Niet alle boeken zijn van zijn hand. Ferdinand Speare was ook een verwoed lezer. Bartel Was de man gehuwd? GIDS Ja, waarom vraagt u dat? BARTEL Kinderen? GIDS Neen, daarover bestaat ook een mythe. GRETA Een mythe, wat interessant. KERLAN Hoe luidt de mythe? BARTEL Hij las teveel, schreef teveel en had geen tijd voor boelekes te maken... GRETA (geeft Bartel een ellenboogstoot) Jij met je flauwe mopjes... GIDS (lacht beleefd) Het geheim is nog niet achterhaald... het gezegde luidt: Kennis is macht zonder liefde. Liefde is aanvaarden en geven. Met de juiste kennis kan de macht van de vloek worden bezworen en wordt de schrijver herboren. GRETA Cryptisch omschreven...Kerlan dat is een kolfje naar jouw hand. KERLAN De kennis kan verwijzen naar de boeken...hoe meer je weet, hoe meer macht...de liefde werd verwaarloosd. Dat weten we, maar de rest is Chinees voor mij. BARTEL Dus als ik het goed begrijp zou de oplossing in de boeken liggen? GIDS Het spijt me, de boeken zijn niet leesbaar...ze zijn zeer fragiel. GRETA Spijtig... GIDS Tot zover de toer. Ik wens iedereen nog een prettige dag en vergeet heu...de gids...niet. Greta, Kerlan en Bartel gaan naar buiten en blijven voor het huis staan. de gids trekt de voordeur gewoon toe. GRETA Heb je dat gezien? De gids doet niet eens de deur op slot! BARTEL Het zal een zelfsluitend slot zijn? KERLAN Bartel doet niet zo idioot...dat bestond niet in de 16de eeuw. BARTEL Het zou toch kunnen dat ze het slot hebben vernieuwd? GRETA (draait zich van de ene naar de andere kant) Is die gids weg? (wandelt naar de deur en rammelt aan de deurknop) Ik wist het! In zo'n boerengat kent men geen misdaad. KERLAN Haal het niet in je hoofd Greta! GRETA Nee hoor. Het is nog veel te vroeg. Vier uur 's nachts is beter. KERLAN Vergeet het, ik doe er niet aan mee! GRETA (loopt weg van de deur en geeft Bartel een knipoog) Einde scéne 1   2de SCENE - outside OUD HUIS VAN DE OVERLEDEN PLAATSELIJKE SCHRIJVER SPEARE- nacht Kerlan, Greta en Bartel, elk met een hoofdlamp, staan voor de deur. KERLAN Greta, ik vind het nog steeds geen goed idee... GRETA (snauwt) Genoteerd. BARTEL Greta, wees nu eerlijk...we kunnen toch in één nacht niet heel de bibliotheek lezen? GRETA Neen, officiële boeken kunnen we laten liggen - tenzij we pech hebben en de oplossing verstopt werd in meer recente boeken - het zijn de losse nota's en kaften die we eerst bekijken. KERLAN (sarcastisch)) We hebben 14 dagen vakantie... slapen heel de dag en pluizen 's nachts de bib uit. Moet kunnen... GRETA Drie nachten en dan hou ik er mee op, beloofd!   (de mannen zuchten diep) openen de deur met een weids gebaar KERLAN Waar te beginnen? GRETA Kerlan, misschien kun jij de linkerkant onderzoeken, Bartel jij de rechter. Ik neem het bureau en alle andere kleine kastjes...   Ieder begint aan zijn taak, het is moeilijk zoeken met enkel een hoofdlamp. Eén voor één doorzoeken ze de kaften en al wat oud is. Zorgvuldig zetten ze alles terug op de juiste plaats. BARTEL Op hoop van zege... ( gaat op een antieke stoel zitten en springt onmiddellijk terug recht) Een springveer...recht in mijn gat! GRETA Wees toch voorzichtig! Dat is antiek. KERLAN (lachend) Er is toch niets aan de stoel? BARTEL (wrijft over zijn achterwerk met een pijnlijk uitdrukking op zijn gezicht) Het is u gat ni zeker? KERLAN tracht de veer vruchteloos terug te duwen Wat is dat nu? Ik kan die veer niet terug duwen... GRETA Wacht, ik kijk eens mee... (verrast) Er ligt iets op de bodem van de stoel... (vist een klein doosje op) Kijk, kijk... KERLAN Wat is het? BARTEL (verbaasd) Een klein doosje zonder opening. GRETA Een klein doosje? Ja...zonder opening...nee! Alle drie hoofdlampen worden op het doosje gericht. GRETA (zit er verbeten aan te prutsen) Ze duwt aan de zijkanten en een paneeltje verschuift. (ze haalt er een papiertje uit) Dit kan niet! BARTEL KERLAN Wat, wat...? GRETA Ik geloof dat we geluk hebben... KERLAN Bedoel je... GRETA Wie kent er oud Engels? KERLAN Mijn grootouders komen uit Wales...laat me eens zien. GRETA geeft het papiertje af aan Kerlan. KERLAN (Leest voor) Books have thou wisdom, if you can open they eyes of love with the brightness that day brings. BARTEL Een ander raadsel! Dat kan hier nog lang duren... GRETA Boeken bevatten de wijsheid als het daglicht de ogen voor liefde openen. KERLAN Als het vorige cryptisch werd weergegeven...dan zou ik denken... GRETA Ja? KERLAN Wacht even...zijn hier ogen aanwezig? BARTEL Ja, drie paar die er geen sikkepit van begrijpen. KERLAN Ik bedoel hier in de kamer, slimmeke. Ze draaien zich om en beginnen terug te zoeken. Greta (Slaakt een verraste kreet) Ja, natuurlijk! Kijk naar het schilderij aan de muur. KERLAN Het portret! Centraal opgesteld... zijn vrouw, met half gesloten ogen... omringt met engelen en bloemen. GRETA (onderzoekt de gesloten ogen van de vrouw) De oogleden kunnen opengeklapt worden! BARTEL Dan zitten we met een probleem... KERLAN Hoe bedoel je? GRETA Dat wil zeggen...we overdag moeten terugkomen... KERLAN Ik ben geen pessimist, maarre...dan loopt de gids rond. GRETA (zelfverzekerd) Laat die griezel maar aan mij over...   Einde scéné 2        3de scene - Volgende dag 's morgens voor het museum - GIDS opent de deur Goedemorgen. Jullie! Was mijn uitleg niet duidelijk? GRETA (poeslief) Heel duidelijk. We hebben meteen besloten onze scriptie aan Speare te wijden. Maar dan moeten we een aantal bijzonderheden weten. (ze klampt de gids vast en glimlacht hem toe)   GIDS Heu...ja, oké. Ik zal mijn best doen. KERLAN Heeft hij nog iets anders geschreven buiten boeken?   GRETA Wanneer werd hij echt bekend? BARTEL Schreef hij soms in opdracht van het Portugese hof? GIDS Momentje ik kan maar één vraag per keer antwoorden. GRETA (klampt de gids bezitterig vaster) Sorry heren, ladies first. ( draait haar rug naar Kerlan en Bartel en loodst de gids mee uit de kamer met het portret)   BARTEL (kijkt gespannen toe of de gids met Greta ver uit de buurt zijn) Ik open de oogleden, jij let op? KERLAN (knikt kort) BARTEL (opent de luikjes) een stralend zonlicht boort zich door de kamer De twee bundels licht richten zich eensgezind op een boek van de boeken plank. KERLAN (haast zich om het boek uit het schap te halen) Gelukt! Maken dat we hier weg zijn. BARTEL En Greta dan? KERLAN Als wij hier weg zijn zal ze beslist weten dat we terug naar buiten zijn. BARTEL Ja, goed. Ik ben benieuwd! KERLAN BARTEL Haasten zich naar buiten met het boek. Kerlan en Bartel wachten buiten. Even later komt Greta naar buiten gewandeld. GRETA En jongens? KERLAN Opdracht volbracht! BARTEL Vlug naar het kamp. Ik ben écht benieuwd. Ze wandelen weg - komen toe in hun kamp einde 3de scene     4de scene het kamp late namiddag Kerlan zit op een van de kampeerstoeltjes met het boek op het kampeertafeltje KERLAN (zit met zijn neus bijna bovenop het boek)) BARTEL Kerlan, heb je een bril nodig? KERLAN (geërgerd) Wil jij het doen? Oud Engels in schoonschrift vol krullen! GRETA Als iemand het kan dan ben jij het Kerlan... KERLAN Slijmen helpt niet Greta! BARTEL Wat heb je tot hiertoe gevonden? KERLAN Kort en bondig: niets. Het gaat over een driehoeksverhouding... GRETA Klinkt dramatisch... KERLAN Zoals gewoonlijk... 2 mannen willen dezelfde vrouw, de vrouw is getrouwd met een kasteelheer maar is verliefd op de staljongen die haar liefde beantwoordt. BARTEL Laat me raden... de kasteelheer komt er achter... en de poppen gaan aan het dansen. KERLAN Ja, maar wel op een rare manier... de vrouw mag tussen hun beide kiezen van de kasteelheer, als ze voor hem kiest zal hij haar de vrijheid geven om de staljongen te beminnen en toch van haar houden. Op één voorwaarde dat ze zich niet bemoeid met zijn passie. Vrouwlief kiest voor de luxe en de vrijheid en bemoeit zich niet met zijn passie: boeken schrijven... GRETA Vind je niet dat het thema 'boeken schrijven' hier ook zo belangrijk is? Net als voor Ferdinand Speare. KERLAN Nu je het zegt...ik ben benieuwd wat er volgt... (leest begeesterd verder) GRETA Nog veel plezier. Ik ga eventjes uitrusten. Ik heb heel de nacht niet geslapen van de warmte. (doet een dutje in de tent) BARTEL Ondertussen maak ik het avondmaal. KERLAN Weer spaghetti zekers? BARTEL 'Geen goesting is geen honger, ‘zei ons moeder altijd. Het is dat of niks! KERLAN Ja, pa! (neemt het boek mee naar zijn tent) BARTEL (boos) Ik ben ook op vakantie hé! begint met de potten te rammelen en haalt water ze zitten alle 3 aan tafel spaghetti te eten GRETA Wat ben je nog te weten gekomen Kerlan? KERLAN Je had gelijk Greta, de overeenkomsten met onze schrijver worden steeds groter. BARTEL Wat bedoel je? KERLAN Wel... stalknecht wil niet langer aan een touwtje hangen en beëindigt de relatie. Madam verveelt zich en eist een kind of ze verlaat Speare. Hij tracht haar lief te hebben, maar zijn gedachten gaan steeds naar zijn boeken en daardoor blijft zijn jongeheer halfstok hangen. Resultaat: geen bevruchting, geen boelekes. Zijn vrouw wordt depressief en ten einde raad gaat hij een toverkol opzoeken om zijn probleem op te lossen. BARTEL Aha! KERLAN Inderdaad, zij geeft hem een raadselachtige opdracht... (neemt het boek op zijn schoot en begint luidop voor te lezen) Shall ye find young ones to replace the triad you had and one of these read these words: 'For those who choose love instead of wisdom and almightiness, have pity and pledge tears on your name, the cry of a baby will come.  If not swiftly, your ancestors wait patiently. Ye and Lily will find peace in another life.' GRETA Wat wil dat nu weer zeggen? En wie is Lily? KERLAN De vrouw van Speare... BARTEL Wat een drama! GRETA (fluistert) Ja, inderdaad. Onbeantwoorde liefde en wensen... drie ontgoochelde mensen. (staart Kerlan aan) Wil je de rest voorlezen? KERLAN (glimlacht) Na het eten en de afwas als verhaaltje voor het slapen gaan. GRETA (geeft een speelse klap op de knie van Kerlan) Afgesproken! in een van de drie tenten brandt een lamp en hoort men de stem van Kerlan en Greta. KERLAN (leest voor uit het boek) 'For those who choose love instead of wisdom and almightiness, have pity and pledge tears on your name, the cry of a baby will come.  If not swiftly, your ancestors wait patiently. Ye and Lily will find peace in another life.' GRETA (snikt ingetogen) Prachtig geschreven... maar zo triest, vooral het einde... (weent ingetogen) KERLAN Kom, kom het is maar een verhaal... kom eens hier... het enig brandende lampje gaat uit. Einde 4de scéne.   SLOT - 1 jaar later zelfde camping - overdag Een jaar later staan Greta, Kerlan en Greta op dezelfde camping. GRETA (houdt een baby vast) Hier zijn we weer... BARTEL Met eentje meer. Waarom persé terug naar hier? KERLAN Ik wil iets nagaan... ze gaan allen naar het museum. GIDS (herkent hen meteen) Terug welkom! (buigt zich over de baby) Wat een prachtig kindje... KERLAN We wilden je nog iets vragen... GIDS Jaaaa? KERLAN Was de naam van de schrijver echt Ferdinand Speare? GIDS Nee, hij schreef onder een alias. Zijn echte naam is Karl, Kerlan,  Bartholomeus... Hoe heet de baby? KERLAN Lily! Het huis van de schrijver straalt in de zonneschijn. vanuit de bibliotheek klinkt vrolijk gezang van een vrouw en het hartelijk gelach van een man. Einde slot  

Fanny Vercammen
0 0

VERLOREN

Anna en Ronny zitten op de bank te praten over koetjes en kalfjes. Maggy (komt aanwandelen.) Hey! Anna, Ronny, leuk om jullie te ontmoeten. Hoe gaat het ermee? anna Alles kan beter! ( Lacht kort.) Hoe is het met jou? maggy Ca va. ronny Dat klinkt niet echt vrolijk. maggy Geeft niet. Niets speciaals. ( Begint te huilen) ANNA Wat, niets speciaals? RONNY Je bent duidelijk over je toeren Maggy. Ronny staat recht en legt zijn arm rond de schouder van Maggy. Zachtjes dwingt hij Maggy om naast Anna te gaan zitten. Hijzelf gaat naast Maggy zitten. ANNA Maar meisje toch, je bent onder vrienden... kom lucht je hart... Anna reikt een pakje papieren zakdoekjes aan. Neem je tijd, we zijn er voor jou. MAGGY ( Antwoordt huilend.) Je, je zou me... toch niet geloven.   neemt het pakje papieren zakdoekjes aan. Ze sukkelt om het pakje te openen, neemt er meerdere uit en laat de rest van het pakje vallen. Ronny raapt het pakje op en steekt het in zijn jas zak. ANNA Kom, kom zo erg kan het niet zijn... Maggy (reageert woedend) Je weet er niets van! Jij hebt gemakkelijk praten...ik beleef het alle dagen! RONNY Nee, we zijn helemaal niet boos op jou Maggy. We zijn wel bezorgd. Toe, wat kunnen we voor je doen? Maggy houdt op met snikken en kijkt Anna en Ronny om beurten vorsend aan.   Willen jullie mij écht helpen? Dan moeten jullie mee. Ja...mee...naar mijn huis. Je, jullie...moeten het zelf zien. Dan...kan je beslissen... ANNA Wat zien? Ronny schudt zijn hoofd en helpt Maggy overeind.   Niet praten, maar doen! Kom Maggy. Anna? We brengen jou naar huis. Dan kunnen we het zelf zien. Maggy glimlacht en knikt. Anna en Ronny nemen Maggy tussen hen beiden. Arm in arm wandelen weg. over naar Maggy's huis - Anna,Ronny en maggy staan aan de voordeur. MAGGY Opent de deur met trillende vingers. Doe je jas dicht en kom binnen. Ronny en Anna kijken elkaar verbaasd aan. Maggy draait haar hoofd naar Ronny en Anna. Ja, ik weet het...het klinkt idioot. Eén voor een schuifelen ze naar binnen. ANNA Brrrrr, dat is hier koud! MAGGY (zucht) Ja, meestal... RONNY Heb je problemen met de verwarming? MAGGY Nee... Ik geef jullie iets warm om te drinken. Koffie of thee... iets anders? RONNY Koffie is prima. Maggy kijkt Anna aan. ANNA (Knikt bibberend.) MAGGY Ga zitten alsjeblieft, het wordt een lang verhaal...ik maak meteen koffie. Op de sofa liggen een aantal dekens, gebruik ze gerust. Ronny en Anna haasten zich naar de sofa. Er liggen 6 dekens en een zestal wollen handschoenen in verschillende maten. Haastig wikkelen Ronny en Anna zich in de dekens en speuren in de hoop handschoenen, op zoek naar de juiste maat. Maggy komt aangelopen met grote koppen, lepeltjes en een grote doos met koekjes. Ze glimlacht. MAGGY De koffie staat op. Neem gerust veel koekjes...dat helpt om je innerlijke kachel op gang te brengen. ANNA Heb je het niet koud Maggy? MAGGY Natuurlijk, maar ik ben het gewoon. Ik wilde eerst de koffie voor jullie klaarzetten, gelukkig werkt de electriciteit... mijn skipak en handschoenen liggen klaar om aan te trekken. Maggy gaat de kamer uit. ANNA Dit is toch al te gek? RONNY Gek of niet, dit is abnormaal. Ik zie geen air conditioning. Hoe komt het dan dat het hier zo koud is? Ik denk dat dit al een stuk van het probleem is. ANNA Ik vind het beangstigend... RONNY Eens kijken of haar radiatoren het wel doen. Ronny staat op en voelt aan de radiator. (Uit een kreet.)   Dit ga je niet geloven! De radiatoren staan op maximum. Ik kon er mijn hand niet op houden. Maggy komt binnen in skipak en houdt een thermos vast. RONNY Maggy, je radiator staat gloeiend heet ! MAGGY Ja... verbazend hé? ANNA Maggy... wat is er in hemelsnaam aan de hand? Maggy en Ronny gaan zitten. Maggy schenkt de koffie uit de thermos in de koppen. MAGGY Ach, ik ben de suiker en melk vergeten. (sloft de kamer uit) RONNY Wat het ook is...ze blijft er kalm bij. ANNA Ik niet! Nog even en ik loop terug naar buiten. Op dat moment komt Maggy terug de kamer in met de suiker en melk. Maggy zet zich rustig op de andere fauteil. MAGGY Wie wil er suiker en melk? Laat de koffie niet koud worden. Het gaat héél snel. Automatisch gehoorzamen Ronny en Anna: zonder melk of suiker nemen ze voorzichtig een slokje. Als je suiker neemt duurt het iets langer voor het koud wordt. Maggy neemt 5 klontjes suiker, roert heel kort in de kop en drinkt gulzig. Anna en Ronny haasten zich om één klontje suiker in hun kop te doen en kijken gebiologeerd toe hoe Maggy de rest van haar kop opdrinkt. ANNA Maggy...hoe...hoe MAGGY Kijkt naar de klok (22u) in de kamer. Momentje, neem jullie koppen vast. Wil je? Anna en Ronny aarzelen. Op dat moment valt uit het niets  een heleboel kleine voorwerpen op de tafel. Een gedeelte valt in Anna en Ronny hun kop. De kop van Ronny valt om. Anna (gilt.) MAGGY Dat was het voor vandaag. Zitten er waardevolle stukken bij? Anna en Ronny kijken Maggy stomverbaasd aan. Maggy raapt alle voorwerpen op en zet Ronny zijn kop recht. Een paar oorbellen...knoppen, een vals gebit en een heleboel koperen centjes. Ik ga even een schotelvod halen. Anna klamt Ronny doodsbang vast. Ronny schrikt van Anna's reactie. neemt haar in de armen. (onzeker) Kalm...kalm...Shuuuuuut  streelt Anna's haar als een automaat. Maggy komt met de schotelvod in haar skihandschoenen in de kamer en ruimt de gemorste koffie op. Met een grote zucht gaat ze zitten. Soms flikkeren de lichten of hoor je muziek. Oude liedjes op een antieke grammofoon...denk ik...of gefluister. Als ik in mijn bed lig hoor ik soms iemand stampvoetend rondlopen... ANNA Wat is het! MAGGY Ik vroeg het aan een priester...hij is hier geweest...'demon of een ontevreden geest', zei hij. 'Ik geloof niet in geesten,' antwoorde ik. 'Kan je me helpen,' vroeg ik toen. De priester stak me een bijbel toe en verliet het huis zonder woorden. RONNY (fluistert) Ik ken iemand met paranormale gaven... MAGGY (huilt stilletjes) Ik weet het niet meer. Ik wil alles proberen...heb zelfs de Bijbel helemaal uitgelezen...niets helpt ANNA Misschien die persoon met paranormale gaven...hoop ik...voor jou. We willen je helpen... Op dat moment (24u)horen ze een grote bonk.  Anna vlucht in paniek naar buiten. Einde scéne II       Volgende dag? De paragnost. - huis van maggy in de late namiddag 16u) scene III Eddy, met hoed, houdt een grote boodschappentas vast en belt aan. Maggy doet open. EDDY Dag Maggy, ik ben Eddy...paragnost. MAGGY Kom binnen, let niet op de rommel...ik ben gewoon...alles zo moe. EDDY Legt een hand op Maggy's schouder. Mag ik? MAGGY (in skipak en nerveus) Ja...natuurlijk, ja kom binnen, alsjeblieft!   Eddy  stapt de hal/kamer in. Kijkt in de boodschappentas en haalt er een dikke wollen sjaal en dikke handschoenen uit. Kalm doet hij zijn jas open, wikkelt de sjaal kruiselings over zijn borst, knoopt zijn jas toe en doet vervolgens de handschoenen aan. Maggy volgt zwijgend al zijn bewegingen. Dan kijkt hij zorgvuldig om zich heen.   Hoelang is dit al aan de gang? MAGGY Drie maand...denk ik, het lijken wel jaren. EDDY Je woont hier al lang? MAGGY Sinds mijn jeugd. Dit is het huis van mijn ouders...ze zijn alletwee dood... EDDY Op hetzelfde moment? MAGGY Nee, eerst stierf moeder... en een jaar later vader. EDDY Het spijt me, dat moet erg moeilijk voor je zijn geweest... MAGGY (Maggy knikt.) Héél moeilijk...ik rouwde nog voor moeder...en toen vader. ( snikt.) De bel gaat.  opent de deur. Anna en Ronny stappen zwijgzaam de kamer in. EDDY Zet de boodschappentas op een zetel. Hier zijn de helpers. MAGGY Helpers? Wat kunnen zij doen? EDDY Dat zal je wel merken. RONNY Eerlijk gezegd, ik weet niet hoe we kunnen helpen? EDDY Alles op zijn tijd... (Kijkt Maggy doordringend aan.) Hoe zijn je ouders gestorven? MAGGY (handenwringend) Moeder stierf aan kanker, vader van verdriet. Hij wou niet meer leven... EDDY Is er iets bijzonder gebeurd bij de dood van je moeder? MAGGY Nee...of ja toch...vader wilde de huwelijksring van moeder om ze samen te laten smelten tot één ring.Zo was moeder nog altijd bij hem, zei hij. Maar moeder haar trouwring zat niet meer aan haar vinger. EDDY Werd er iemand verdacht? MAGGY (terug handenwringend) Het kan iedereen zijn geweest: verplegend personeel, een andere patiënt, bezoekers...de kuisvrouw... EDDY Kijkt op de kamerhorloge. We hebben nog een uur de tijd. ANNA Voor wat? EDDY (geheimzinnig) Om de waarheid te kennen. RONNY Welke waarheid? EDDY DAT...moeten we nog ontdekken. Maggy leg je op de salontafel, alsjeblieft. MAGGY Op de salontafel? Voor wat? EDDY Het spijt me Maggy, het MOET. MAGGY (aarzelend) Ik weet niet wat de bedoeling is... EDDY GA OP DE SALONTAFEL LIGGEN! MAGGY Gehoorzaamt. neemt drie kussens en legt één kussen onder haar rug,  het ander onder haar hoofd en het laatste onder haar knieën. (vriendelijk) Lig je goed? MAGGY Ja...het gaat. EDDY (keert zich naar Ronny en Anna) Anna, jij neemt Maggy's hoofd vast en Ronny de voeten. Gewoon vasthouden. Anna en Ronny nemen Maggy voorzichtig vast. Stapt naar de boodschappentas, haalt er 4 dikke kaarsen uit. Zet de twee kaarsen aan weerszijde van Maggy's romp. Anna, Ronny, wat er ook gebeurd, zorg ervoor dat de kaarsen niet uitgaan. Buigt zich voorover naar Maggy. Maggy, wees niet bang, ik ja gewoon je armen strelen en vragen stellen waarop je eerlijk antwoord. Kan ik daar op rekenen? MAGGY (Met trillende stem)) Eerlijk antwoorden? G... g...goed, ja. EDDY Maggy ben je nog steeds verdrietig? MAGGY Ja. EDDY Heb je het nog steeds moeilijk? MAGGY Ja. EDDY Heb je een schuldgevoel? MAGGY J...ja. EDDY Waarvoor voel je je schuldig. MAGGY (schudt haar hoofd traag van links naar rechts). EDDY Antwoord! MAGGY Dat ik vader niet kon helpen! EDDY Lieg je? Drukt haar armen naar beneden. MAGGY (beweegt schokkend) EDDY Anna, Ronny, zorg ervoor dat ze niet kan ontsnappen. Ze MOET op de tafel blijven liggen. ANNA Is dit wel nodig? EDDY Ja! RONNY Ik voel de spanning in haar benen, het wordt moeilijk om haar voeten in bedwang tehouden. EDDY Indien nodig gebruik al je kracht! Maggy antwoordt, nu! MAGGY (grommend) Jaaaaaa! EDDY Heb je de ring? MAGGY Nee! EDDY Heb je de ring genomen? MAGGY (kalm) Ja. EDDY Waren het mooie ringen. MAGGY Ja. EDDY Beschrijf ze. MAGGY Hoogwaardig goud met 2 briljanten er in. Tussen de 2 stenen een gegraveerde knoop ten teken van hun verbondenheid. EDDY Ze zijn dus kostbaar? MAGGY (zucht) Jaaaaaaa. EDDY Heb je schulden? MAGGY (grauwt) Nee! EDDY Heb je de ringen in je bezit? MAGGY (worstelt hevig) RONNY Verdomme, Eddy! Ik kan haar voeten nauwelijks houden! ANNA Ik ook! Zonder kussen had ze nu een hersenschudding! EDDY ( woedend) Antwoord! Ik beveel je om te antwoorden!HEB JE DE RINGEN! MAGGY Ja, verdomme! Jaaaaa! EDDY Waar zijn ze? MAGGY (klein en huilerig)) Ik weet het niet... EDDY Je weet het niet? MAGGY (zeurig) Neeeeeje. ANNA Ik heb de indruk dat ze in slaap valt? RONNY Eddy, wat denk jij? EDDY We kunnen haar best wat rust gunnen. Haar geest heeft zich opgesplitst. RONNY Wat bedoel je? ANNA Bedoel je dat ze een gespleten persoonlijkheid heeft? EDDY Inderdaad...het schuldig en niet schuldige gedeelte. Ze wordt verteert door schuldgevoelens en wil bekennen, maar de eggoïste in haar heeft de overhand. Ze is haar eigen klopgeest geworden. Ze straft zichzelf tot het nuchtere gedeelte wint.De poltergeistfenomenen zullen dan vanzelf weggaan. Maggy ontspant en ligt te slapen op de salontafel EDDY Anna, leg nog een deken over haar, maar eerst... Haalt een groot aantal Colson-bandjes uit zijn boodschappentas en knevelt Maggy haar voeten, handen, maar ook haar hoofd, romp en knieën door de bandjes aan elkaar te binden rond de salon tafel. Met een diepe plof gaat hij in de zetel zitten. Hij veegt het zweet van zijn gezicht. Verbouwereerd gaan Ronny en Anna naast Eddy zitten. Plots valt alle licht uit, ook de kaarsen. Einde scéne III Avond - Maggy's kamer in het donker - scéne IV We horen enkel het huilen van de wind buiten het huis en het kraken van hout. EDDY Strijkt een lucifer af en brengt de kaarsen terug tot leven. Maggy snurkt stilletjes. Dat had ik wel verwacht... ANNA En...wat nu? RONNY Niet teveel hoop ik, ik ben doodop! EDDY Profiteer ervan om te rusten, we zijn er nog niet. Eddy legt zijn hoed over zijn gezicht en valt prompt in slaap. RONNY Meent die dat nu? ANNA Ik weet niet wat jij gaat doen, maar in knap ook een uiltje. We zien de klok aan de muur 4 uur versneld vooruit lopen tot 22u. MAGGY (uit een langerekte spookachtige kreet) Aaaaaaai, nééééééééé Ze begint heftig te worstelen. EDDY Zorg ervoor dat de kaarsen niet uitgaan! Overstuur nemen Anna en Ronny terug hun oorspronkelijke positie in. ANNA Ze lijkt sterker dan ooit! RONNY Doe zoals ik!Ga erop zitten... ANNA Jij zit op haar voeten...wisselen? RONNY Euh nee, ik zou iets kunnen kwijtspelen... EDDY Focus mensen! (rustig) Maggy, denk je niet gelukkiger te voelen als je oucers terug samen zijn? MAGGY (met een grote zucht)) Jaaaaaaaaaaaaa. EDDY Verenig hun terug en je zult bevrijdt worden van jouw poltergeist. MAGGY J...ja, dat is het beste. EDDY (fluisterend) Geef ze terug. Bevrijdt jezelf. Maak iedereen gelukkig... MAGGY I...ik...ik kan nie...niet (huilt zachtjes) Ronny (kijkt Anna strak aan) Wat is dut nu weer voor flauwe kul! ANNA Shuuuuuut, ze is in trance! EDDY Gaan jullie nu alleibei zwijgen, ja? (ademt diep in en fluistert in haar oor) Maggy, waarom kan je de juwelen niet teruggeven? MAGGY I...ik ben ze verloren... (zucht melijwekkend) Ik probeer ze te vinden...niets. Ik voel me zo schuldig... EDDY Wie kan er nog interesse hebben in de ringen? MAGGY Kwwwwweeeeeeenniiiiiiiiit EDDY Heb je huisdieren? MAGGY N...nee. Enkel de ekster in de boom komst me af en toe bezoeken voor restjes. Ze zit met kuikens. EDDY Weet je op welke tak? MAGGY Jaaaaaaaaaaa. EDDY Dit is heel belangrijk! Kijk in het nest met je onstofelijk oog. MAGGY Aaaaaaach, drie kuikens EDDY Zie je niks blinken? MAGGY Neeeee....ja toch! EDDY De klok slaat bijna 10 uur 's avonds...neem vlug wat blinkt uit het nest met je onstoffelijke hand. Heb je het in je hand? De kaarsen flikkeren door een plotse wind. Zwaar gebonk klinkt op de trap naar beneden. Een ijskoude wind waait door het huis. EDDY (ROEPT BEZWEREND) Maggy! Laat ze los! Nu! Uit het niets verschijnen plots boven de salontafel allerlei,prullaria, met daartussen ....de ringen. Rinkelend vallen ze op de grond voor de voeten van Eddy. EDDY raapt ze snel op en zegent iedereen in de kamer en zichzelf (Roept luid op gebiedende toon) Wat krom was, is nu recht. Wat verloren was, is teruggevonden. Verloren liefde, wees vervuld. Vul dit huis met liefde en vergeef de misstappen van een mens. Mens vergeef en vergeet. Alle kaarsen gaag uit en een doodse stilte valt over het hele huis, één voor één gaan alle lichten aan. ANNA Het is minder koud. RONNY Wijst naar Maggy die bewusteloos op de tafel ligt. Op haar hart rust een witte roos. EDDY glimlacht naar Ronny en Anna en steekt al zijn spullen terug in de BiG SHOPPER ZAK. Hij licht zijn hoed even op en stapt rustig naar buiten. Ik wens jullie nog een vredige dag.     EINDE  

Fanny Vercammen
0 0

De moeilijke bevalling

doktoor            Ja, Miriam ... 't is weer van dat!                         Mevrouw Debuck en haar man zijn zopas de spoedafdeling binnen-                         gekomen!                         En het moet natuurlijk weer tijdens mijn shift gebeuren, hé!!                         Elk jaar hebben ze mij liggen!                         Elk jaar!!!                         En iedere keer slaagt Dr. Schellekens erin,                         om nét dan met vakantie te gaan!                         Iedere keer!!!                         Als hij die natuurramp daar in Thailand heeft overleefd,                         ga ik hem toch eens goed zijn les spellen!                         Ik heb ook recht op een gezellige kerstavond!!!   Mr.Debuck        Ah, goedenavond, mijnheer doktoor.                         Zeg, hebt u dat gehoord van die tustami-toestanden in Thailand?                         Die doktoren ginder gaan daar meer werk hebben dan u, zunne!                         Maar allez, ik ben hier met mijn vrouw, en ik denk dat het niet lang                           meer gaat duren, want ze voelt al hevige krampen!   doktoor            Bon, en wat gaat het deze keer zijn ...   Mr.Debuck        Ze wil mij ook niks zeggen, mijnheer doktoor.                          Het moet een verrassing blijven! Ge kent ze, hé!   doktoor            Ge kiest wel uw momenten, zunne!                         Altijd op kerstavond, en altijd tijdens mijn dienst!! Chapeau!!!   Mr.Debuck        't Is omdat de natuur het zo wil hé, mijnheer doktoor!                          Enfin, al de andere zijn er goed uitgekomen,                          dus 't zal nu ook wel gaan, zekers?   Mevr.Debuck    Aaaaaaaaaaaah!   doktoor            Vlug, naar de bevallingszaal ermee!                         Seffens maakt ze dienen ouden dementen bok van kamer drie wakker,                         en dan zijn we gegarandeerd weer vertrokken voor een paar uur!!!   Mevr.Debuck    Schatje, ge moet meekomen!   Mr.Debuck        Mag ik, mijnheer doktoor?                         Ge weet dat ik alles graag op film zet, voor ons video-dagboek!   doktoor            Wat hebt ge de vorige drie keren gedaan?    Mr.Debuck        Euh ... ik ben meegegaan naar binnen.   doktoor            Awel, waarom vraagt ge 't dan nog?!                         Doe alsof dat ge thuis zijt,                         moeten we geen muziekske voor u draaien?   Mevr.Debuck    Kaëll!                         Schatje, dat nummer van Bart Kaëll!!!   Mr.Debuck        Ge hebt toevallig de Marie-Louise niet liggen, mijnheer doktoor?   doktoor            Zeg, we gaan dat hier wel een beetje vooruit laten gaan, hé!                         Ik zou vanavond toch veel liever een gevulde kalkoen gaan eten,                         in plaats van er hier één open te moeten snijden!   Mr.Debuck        Opensnijden?                         Oh nee, nee, nee, nee, nee!!!                         Mijn vrouw is Europees kampioene bodybuilding,                         dus er mogen zeker geen littekens overblijven!                         Het moet op de natuurlijke manier gebeuren!   Mevr.Debuck    Laat hem niet snijden hé, schatje!   doktoor            Allez, voor de vierde keer op rij Europees kampioene, dus. Proficiat!   Mr.Debuck        Ja, en volgend jaar neemt ze deel bij de venten!   doktoor            Awel, begin dan maar te persen hé, Mevrouw Debuck!   Mevr.Debuck    Aaaaaaaaaaaah!!   doktoor            Miriam, hou de emmer klaar, daar komen de eerste twee!                         ...                         Hebt ge ze opgevangen?                         ...                         Goed, daar zijn de volgende drie, pas op!   Mevr.Debuck    Aaaaaaaaaaaah!!!   doktoor            OK, nog ééntje, en dan is 't gedaan!   Mevr.Debuck    Aaaaaaaaaaaah!   doktoor            Eindelijk, ik kan naar huis!   Mr.Debuck        Hoeveel zijn het er?   doktoor            Twee meer dan vorig jaar, en voor de allerlaatste keer;                         de kerstcadeautjes moeten onder de kerstboom liggen!!  

Vince
0 0

De man die zijn neus verloor

Ralph              Ah, daar zie ... de Willy!                        Dat is lang geleden, zeg! Hoe gaat het ermee?   Willy               Bwaa, niet te goed.                        Ik ben mijn neus verloren.   Ralph              Allez jong, komt dat tegen!                        Had ge 't mij niet verteld, ik zou het nooit gezien hebben!   Willy               Ja, maar 't is toch een vervelende affaire, zunne.                        Ge zou eens moeten weten hoeveel mensen er mij nu verwarren                        met diene Michael Jackson!   Ralph              Gij had vroeger toch ook een aap als huisdier?   Willy               Dat beest is zeker al vijf jaar dood!                        Het was dan ook niet echt verstandig van hem,                        om altijd in de microgolfoven te slapen.                        Daar moesten gewoon ongelukken van komen!                        Zeg Ralph, gij hebt toevallig geen reserve-neus op zak?   Ralph              Goh, een reserve-neus ...                         Ik heb wel een onderbroek aan met zo'n olifantenslurf,                         maar die is zeker al twee weken niet gewassen!   Willy               Hmm, ik ben toch niet helemaal gewonnen voor dat idee.                        Pas op; niet dat ik vies van u ben, hé!   Ralph              Dan kan ik verder ook niks voor u doen, zunne.   Willy               Verdomme toch, en hoe moet ik nu vanavond mijn cocaïne opsnuiven?                        Zonder neus gaat dat niet, hé!   Ralph              Ge moogt alles zo negatief niet zien, Willy.                        Ge moet nu toch uw neushaar niet meer trimmen?   Willy               Pfft, ik ben er vet mee.   Ralph               Ik zou nochtans direct met u willen ruilen!                         Als ons Betty teveel pinten gedronken heeft,                         laat ze de hele nacht scheten!!                         De laatste keer was het zelfs zo erg,                         dat het donsdeken praktisch aan het plafond plakte!!!   Willy               Gij kent toevallig niemand die hetzelfde heeft voorgehad?   Ralph              Nee, jong.                        De zoon van mijne gebuur André is ooit wel eens zijn pink kwijt-                        gespeeld in de paté-fabriek waar hij werkte, maar ze hebben die                          teruggevonden in de Carrefour van Oostakker.   Willy               Zou ik aangifte moeten doen bij de politie?   Ralph              Denkt ge dat er iemand uw neus gestolen heeft?   Willy               Dat kan toch?! Het was een uniek exemplaar, hé!   Ralph              En wat als blijkt dat ge hem in andermans zaken gestoken hebt?                        Ik denk niet dat de flikken daarmee gaan kunnen lachen!                        Ge weet toch dat er daar een zware gevangenisstraf op staat, hé!   Willy               Is 't echt?   Ralph              Ik heb vier jaar rechten gestudeerd, zunne!   Willy               En zeggen dat ik er nog aan gedacht heb om hem af te richten!   Ralph              Ja, Willy ... het begint allemaal met een goede opvoeding, zeg ik altijd!  

Vince
0 0

Air Afghanistan

Benny              Hallo, mag ik even jullie aandacht?                         Mijn naam is Benny, en ik ben een Hollandse terrorist!                         Dus blijf allemaal lekker zitten,                         of ik schiet jullie neer met mijn Kalashnikov!!!                         Dit vliegtuig wordt gekaapt!   Mohammed     Lap, ik had al een voorgevoel dat diene rosse gene zuivere was.   Ahmed             Ik heb het sowieso al niet voor die bleekscheten,                         en zéker niet voor Hollanders.                         Ons enige geluk is dat het geen Belg is, want die zijn nog erger!                         Ze zeggen soms dat clichés uit de lucht gegrepen zijn,                         maar het tegendeel is waar.   Mohammed     Ik hoop maar dat wij niet uit de lucht gegrepen worden ...   Benny              Die twee heren daar achteraan mogen hun snaveltje dicht houden, ja!                         Leg nou gewoon allemaal effe die Koran weg, en relax folks!   Ahmed             Wat zijt gij wel van plan met ons?   Benny              Wij gaan ergens anders heen!   Mohammed     Ik denk niet dat we onze eindbestemming zullen halen, Ahmed.   Ahmed             Naar waar gaan we dan?                         Wij zijn hier wel allemaal op een Heilige Missie, hé!   Benny              Zet die plannen maar uit je hoofd, gozer!                         We zijn helaas niet op weg naar de WTC-torens in Brussel!                         Ik heb de piloot net instructies gegeven,                         koers te zetten naar een andere bestemming.                         Wij gaan met z'n allen immers lekker naar ... Benidorm!   Mohammed     Naar Benidorm??   Ahmed             Gij stukske krapuul!   Benny              En eens daar, gaan we kijken naar een optreden van Franz Bauer!   Mohammed     OMG!!!   Ahmed             Hebt gij dan echt geen enkel respect voor een mensenleven?!                         Schiet ons dan gewoon van den eerste keer dood, hé!   Benny              Ho maar!                         En met wie moet ik daar dan volksdansen?                         Toch niet in mijn uppie, zeker???   Mohammed     Volksdansen??   Ahmed             Gij stukske krapuul!!!   Benny              Sodemieter toch op, man!                         Ik heb er zelfs voor gezorgd dat jullie daar allemaal op een camping                         mogen pitten, dus wat zitten jullie nou eigenlijk te zaniken?!   Mohammed     Zouden er daar ook zitten, Ahmed?   Ahmed             Ik vrees het, Mohammed.                         Ze nesten daar zowat het hele jaar door,                         en we zullen er waarschijnlijk ook gefolterd worden:                         karaoke zingen, bingo spelen, barbecuen ...                         Die mannen kennen daar absoluut geen grenzen in,                         dat is echt klootjesvolk, zunne!   Mohammed     Ze gaan ons toch niet verplichten om sandalen met witte sportsokken                         te dragen, hé??                         Dat kunnen ze ons toch niet maken hé, Ahmed?!   Ahmed             Niet iedereen respecteert de internationale mensenrechten,                         Mohammed.   Benny              Nou beste mensen, het duurt toch nog een end voor we er zijn:                         wat dachten jullie van een deuntje? Lekker gezellig, toch?   Mohammed     Oh, Moeder Maagd Maria!   Benny              Nederland o Nederland,                         jij bent de kampioen!                         Wij houden van Oranje,                         om zijn laten en zijn doen!                         Wij houden van Oranje,                         om zijn laten en zijn doen!  

Vince
0 1

Interview met lange Bob

presentator       Vanavond werd in de hoogste klasse van het voetbal,                          de laatste wedstrijd van de 10e speeldag afgewerkt.                          Eupen haalde het daarin met 0-1 op het veld van Club Brugge,                          en blijft dus ongeslagen aan de leiding van het klassement in de                          Jupiler Pro League. De grote uitblinker bij de bezoekers vanavond,                          was opnieuw lange Bob. Met zijn treffer in de derde minuut,                          bezegelde hij het lot van de Bruggelingen.                          Onze reporter Freddy Dekeutelaere staat bij hem:                          kun je me horen, Freddy?   Freddy             Ja, we staan hier bij lange Bob en dat mag u gerust letterlijk nemen,                         want zijn scheenbeenbeschermer zou evengoed mijn surfplank                         kunnen zijn. We proberen een reactie van hem los te krijgen,                         al moet ik daarvoor de hulp inroepen van een hijskraanbestuurder,                         om de micro tot bij zijn mond te krijgen.                         ...                         Ge moogt beginnen hijsen, Martin! / over                         ...                         Hoger! / over                         ...                         Hoger! Hoger!!! / over                         ...   Martin              De micro zit vast in zijn neusgat, Freddy! / over       Freddy             Omlaag! Omlaag, Martin!!! / over                             ...                         Pas op voor die kerktoren! / over                              ...                         ...                         Ja, lap ... ik ga dat niet betalen, zunne!!! / over                             ...   Martin              Als ge 't beter kunt, Freddy, kom het dan zelf doen, hé!                         Naar waar moet ik nu? / over            Freddy             Ge zit ondertussen al in zijn linkeroor, Martin! Naar rechts!!! / over                         ...                         ...                         Zeg, gaat dat nu nog lang duren?                         We zitten wel al de hele tijd live op antenne, hé! / over   Martin              Die kraan trekt echt op geen fluit, zunne! / over       Freddy             Die kraan komt uit het bouwbedrijf van de Brugse voorzitter,                         dus da zal wel gene brol zijn! / over   Martin              De micro hangt voor zijn mond, Freddy!                         Ik herhaal: de micro hangt voor zijn mond!!!                         Vlug, stel uw vraag, voor de wind gaat liggen! / over   Freddy             Bob, hoe neem jij met jouw gestalte in hemelsnaam een douche                          na de wedstrijd?                            ...                                 ...                         Bob?                         ...                         Ik heb hem niet verstaan, Martin! Wat heeft hij gezegd? / over                              ...                         ...   Martin              Hij heeft gezegd dat hij de douches gebruikt om zijn tenen af te                          spoelen, Freddy! / over   presentator       En ik hoop dat ze daar in Brugge geen al te lange tenen hebben,                          want ik moet afsluiten; onze tijd zit erop!                          Ik maak graag een afspraak met u voor de live-verslaggeving van                          de eerste bergrit in de ronde van Afghanistan!                          Morgen is dat, vanaf 11 uur in de voormiddag.                         Tot dan!          

Vince
0 0

De Lamborghini van Laurent

secretaresse               Ah, mijnheer Vandamme, u bent er.                                    U mag een nummertje nemen, en in de wachtzaal gaan zitten.   Vandamme                 Waar ben ik? Wie zijt gij?   secretaresse               Ik ben de persoonlijke secretaresse van God,                                    en het spijt me om u te moeten meedelen, dat u zopas                                    overleden bent.   Vandamme                 Wablieft? Hoe kan dat nu?!                                    Ik ben in mijn hele leven nog nooit ziek geweest!!!   secretaresse               Rustig maar, wat is het laatste dat u zich nog herinnert?   Vandamme                 Euh ... ik was op weg naar mijn werk,                                    toen ik plots werd aangeklampt door een oudje dat me vroeg                                    om haar de straat over te helpen ... en dan ...                                    weet ik het niet meer!   secretaresse               U bent de straat niet overgeraakt, sorry.   Vandamme                 Hoe, ik ben de straat niet overgeraakt?!   secretaresse               U bent aangereden door de Lamborghini van Laurent.   Vandamme                 Welke Lamborghini? Welke Laurent?                                    Toch die onnozelaar van dat koningshuis niet, zeker?!   secretaresse               Ik zou het nochtans een privilege vinden,                                    om door koninklijk volk van de weg gemaaid te worden.   Vandamme                 Ik kan mij echt niet voorstellen dat den diene daar zou rond-                                    rijden, met al die louche bordelen in de buurt?                                    Gij vangt ze, zeker???   secretaresse               Hij reed merkelijk trager dan normaal en gelukkig maar,                                    want daardoor heeft dat oudje het ongeluk wel overleefd!   Vandamme                 Wat?! Die oude taart leeft nog???                                    Dat mens was waarschijnlijk al ver de honderd gepasseerd!   secretaresse               Ze is daarna trouwens nog gaan lopen met uw portefeuille.                                    Had ze haar kunstheup niet ontwricht door over die haag te                                    springen, de politie zou haar nooit gevat hebben.   Vandamme                 Wacht eens even ... ik herinner mij die Lamborghini!                                    Het was een gele!                                    En er zat een man achter het stuur met een grote witte baard,                                    100% zeker!!   secretaresse               Inderdaad, hij was weeral eens vermomd als de kerstman.   Vandamme                 Midden in de zomer? Bij 35°C???   secretaresse               Ik ga u hier niet alles vertellen,                                    maar hij is daarvoor in behandeling.                                    U bent zo meteen aan de beurt,                                    we wachten enkel nog op uw pro Deo-beschermheilige.   Vandamme                 Pro Deo-beschermheilige?                                    Word ik hier gedagvaard, misschien?   secretaresse               Ik vrees dat uw atheïstische levensopvattingen,                                    u de das hebben omgedaan.   Vandamme                 Mijn vrouw heeft vanmorgen wel mijn das omgedaan, hé!                                    Ze doet dat altijd!!                                    En hoe moet dat nu trouwens verder met haar?                                    Ik denk niet dat zij zonder mij kan leven, zunne!   secretaresse               Ze heeft net uw levensverzekering opgestreken,                                    en vertrekt deze avond nog met haar Italiaanse minnaar                                    richting Côte d'Azur.   Vandamme                 Onmogelijk! Ze heeft geen Italiaanse minnaar!!                                    Het is een Roemeen!!!   secretaresse               Kijk eens aan, uw tijd is gekomen.                                    U mag naar binnen, mijnheer Vandamme.   Vandamme                 Pfft, en toch blijf ik een atheïst!  

Vince
0 1

De Weg

papa                Meneer! Meneer!!!                         Sorry dat ik u stoor, maar ik moet vandaag met de kleine naar Plopsa,                         en ik ben de weg kwijt!   meneer            Ah, op stap met de zoon? Het ziet er mij ne flinken uit!                         Ge zijt content, zekers, dat papa met u naar dat kabouterpark gaat?   Ruben              Euh ... ja.   papa                Het is eigenlijk een tweeling, maar den anderen moet thuisblijven,                         want hij is gestraft!   Ruben              Jimmy heeft onzen hamster in de wasmachine gestoken!   meneer            Oei, oei, oei, dat beestje zal dat niet graag gehad hebben, denk ik.   Ruben              't Was eerst ne grijze met bruine plekken, en nu is 't ne witten ...                          zonder tandjes!   papa                Allez, Ruben, zijt ne keer stil, anders versta ik meneer niet!   meneer            De weg naar Plopsaland, dus ...                         Dat is toch nog een eindje van hier, zunne.                         Ge rijdt door tot aan die verkeerslichten daar, en dan slaat ge rechtsaf.                         Nee!!! Nee, sorry ... naar links! Eerst naar links!!   papa                Ge zijt het toch zeker, hé?   meneer            Ja, ja, en dan rijdt ge onder de spoorwegbrug, voorbij de bedelaars!   Ruben              Papa, wat is dat een bedelaar?   papa                Dat is iemand die niet naar Plopsaland gaat.   meneer            Als ge er één omver kunt rijden,                         moogt ge zelfs 25 euro van uw belastingen trekken!                         Ik heb zo al 150 euro bespaard, en 't jaar is nog maar net begonnen!                         Mais enfin ... daarna is 't gewoon rechtdoor, tot aan Jenny's,                         dat bekend hoerenkot, waar prins Laurent ooit nog geweest is!   Ruben              Papa, wat is dat een hoerenkot?   papa                Dat is Plopsaland voor de grote mensen.   Ruben              Zouden Gert & Samson daar ook zitten?   papa                Gert wel, Samson niet.   Ruben              En waarom Samson niet?   papa                Ruben, alstublieft, hé! Ge gaat niet beginnen zagen, hé!!!                         Bon, waar moeten we heen, als we bij Jenny's zijn aangekomen?   meneer            Dan is 't niet ver meer, zunne, ge draait mee naar links,                         en als ge die baan ne kilometer of twee aanhoudt,                         komt ge uit op een rotonde.                         Pas wel op, want er lopen daar enorm veel heroïne-junkies rond!   papa                Wat doen die daar?   meneer            Die lopen gewoon rond diene rotonde, nen helen dag lang!   Ruben              Papa, wat is dat een heronine-junkie?   papa                Dat zijn mensen zonder tandjes, gelijk onzen hamster.   Ruben              Hebben ze die dan ook in de wasmachine gestoken?   papa                Gaat ge nu een keer uw mond houden, ja!                         Ik kan ook direct naar huis gaan, als ge dat liever hebt!!!   meneer            Ge zou toch niet willen dat die Supernanny bij u moet komen,                         hé manneke?   Ruben              Bwaa ... nee, zunne! Met al haar domme stickers!!!   papa                We hebben dat mens al over de vloer gehad,                         en dat was absoluut geen succes!                         Het heeft zeker nog een maand geduurd,                         tegen dat ze terug wenkbrauwen had!!!                         Enfin, is 't dan nog ver, vanaf die rotonde?   meneer            Nee, er staat daar een verkeersbord, dat u direct naar de parking leidt!   papa                Allez, merci hé!                        We zijn ermee weg, hé Ruben! Zwaai nog maar een keer!                                                 ...   meneer            Stop! Stop!!! Ik ben gemist! Ge zijt op weg naar dat nudistenkamp!                         Ze dragen daar ook allemaal ne kaboutermuts!  

Vince
0 0

Het Keepersprobleem

trainer             Amai!                        Ik begin mij serieus af te vragen of jullie eigenlijk wel kunnen shotten!                        Dienen eersten helft trok op niks!!!                        Allez zeg ... 20 tegendoelpunten op amper drie kwartier! 20!!                        Seffens gaan ze nog denken dat ik foefel, gelijk diene Chinees!   Berten             't Is de keeper zijn schuld! Hij heeft ze allemaal binnengelaten!!!   trainer             Ja José ... 't is niet echt uw dagske hé, vandaag?                        En ge zijt aan 't flirten met een rode kaart, zunne!   Berten             Hij was aan 't flirten met die blondine van de cafetaria, ja!   José                 Zeg, bemoeit u een keer met uw eigen affaires!   Berten             Ik heb geen affaires nodig!                         Ik heb mijne Lyndsey!!!   José                 Pfft, wie heeft er uwe Lyndsey nog niet gehad?   Berten             Hou mij tegen, of ik geef hem een lap op zijn smoel!   trainer             Gaat dat hier nu bijna gedaan zijn, ja!                         En laat José los!!!                         We hebben maar ene keper, zunne!   Berten             En waar is Frankie dan?                         Normaal staat die toch in de goal??   trainer             Frankie heeft vanmorgen een accidentje gehad op zijn werk.                         Mijnheer is zo slim geweest om met zijn handen in de vleesmachine                         te zitten, met als resultaat: nen afgekapte pink, in een doosje met                         paté!   Berten             Zelfs zonder pink is hij nog beter dan diene vliegenvanger, zunne!                         Bel hem maar vlug op!   trainer             Dat zal moeilijk gaan, want hij is nu samen met zijn pa alle Carrefours                         van 't land aan 't afrijden, op zoek naar dat stukske vinger!   Berten             Dat wil dus zeggen dat wij hier de rest van de wedstrijd met dat                         interim-keeperken verder moeten, of wat?!   José                  Ik kom wel van Cruijff's interim, hé!                         En moest het aan mij gelegen hebben, ik zat hier niet!                         Ik wilde eigenlijk werken in den bouw,                         maar ze hebben mij gezegd dat die markt op zijn gat ligt!   Berten             En 't is niet 't enigste dat op zijn gat ligt!   José                 't Zou al stukken beter gaan, moest gij niet constant in de weg lopen!                         Ik zie daar geen bal vanuit mijn positie!!!   Berten             Ze hebben er nochtans genoeg binnen geschoten!   José                  Ik moet geen lessen hebben,                         van iemand die in de eerste helft bijna een own-goal heeft gemaakt!   trainer             Zeg, gaan jullie twee hier blijven leuteren, of hoe zit het?!                         José jongen ... ik versta dat toch niet goed, zunne!                         Die mensen van het interim-kantoor hebben mij nochtans gezegd,                         dat gij ooit op stage zijt geweest bij Jean-Marie Pfaff!                         Het is nondedomme daarvoor dat ik u gekozen heb!!!   José                 Pfft, Pfaff!                         Ik heb daar niks van geleerd, zunne!                         Hij heeft mij trouwens verteld dat de enige ballen die hij ooit gepakt                         heeft, die van een véél te opdringerige Will Ferdy waren.                         De rest was gewoon dikke chance!   trainer             En ge hebt daar niets anders van opgestoken?   José                 Buiten enkele haartips ... nee, niks.   Berten             En zelfs die hebt ge blijkbaar niet goed verstaan!   José                 Hij heeft die haartechnieken wel aan de universiteit geleerd, hé!                        Van mij is 't nog maar den eerste keer!!!   trainer             Bon, we moeten weer gaan shotten!                         Als ge allemaal een tandje bijsteekt, is 't misschien nog niet verloren!                         Komaan José, werk aan de winkel!                         Keepershandschoenen aan, en krulspelden uit!!  

Vince
0 0

De Bloedtransmissie

De Bloedtransmissie   Pascal              Maar wie dat we hier hebben, zeg!                         Het beroemdste varken van België!!!   Geoffry             Daar zie! Daar zie! De Pascal!!!   Pascal              Ge brengt ook een bezoekje aan de veearts, zie ik?                         Ik hoop dat het niet te ernstig is?   Geoffry             Nee, nee, ze gaan gewoon mijne krulstaart wat bijknippen. En gij?   Pascal              Ah, ik word vandaag besneden.                         Pas op; enkel om medicinale redenen, zunne!                         Zeg, koerst gij nog?   Geoffry             Ja, ja, ik heb vorige week Nico Mattan nog geklopt in Gent-Wevelgem,                         met snuitlengte voorsprong!   Pascal              Allez, chapeau!                         En hoe gaat het met de rest van uwen varkensstal?   Geoffry             Goed, alleen met Margot gaat het wat minder.   Pascal              Margot? Ken ik die?   Geoffry             Kent ge de zus van Emilie haar nichtje?   Pascal              Die rosse zeug met haar moustache?   Geoffry             Awel, de tante van hare beste vriendin!   Pascal              Ah, de die! Wat is er met haar gebeurd?   Geoffry             Den boer heeft gisteren haar keel overgesneden!   Pascal              Amai, zeg! Hebben ze er koteletten van gemaakt?   Geoffry             Ze is uiteindelijk op den barbecue terechtgekomen, ja.   Pascal              Daar gaan ze wel een heel jaar van kunnen eten, zunne!   Geoffry             Ja, maar ... het beste moet nog komen!                         Weet ge wat hij nog heeft gedaan?   Pascal              Nee.   Geoffry             Hij heeft dat allemaal gefilmd, en op internet gezet!   Pascal              Wablieft?! Op internet?! Gruwelijk, zeg!!!                         Welk varken met gezond verstand zou daar naar kijken?   Geoffry             Ge zou nog verschieten!   Pascal              Waar gaat dat toch naartoe met de wereld?                         Ik begrijp dat toch allemaal niet, zunne!   Geoffry             Tja, dat is de Westvlaamse hormonenmaffia hé, die daarachter zit.                         Ge kunt daar toch niks aan doen, zunne.                         Die mannen worden politiek beschermd, hé!   Pascal              Zeg, over hormonen gesproken ...                         Mijn neefke zou ook graag beginnen koersen.                         Gij kunt toevallig aan niks geraken?                         Allez, ge weet wel ... in verband met zo'n bloedtransmissie.   Geoffry             Shhht! Ge moet daar mee oppassen, zunne!!                         Als ze u pakken, is 't meteen gedaan!!!                         Ge wilt toch niet eindigen zoals Margot, hé?!   Pascal              Nee, nee ... sorry.   Geoffry             En hoe oud is dat manneke?   Pascal              Een jaar of vijftien.                         Maar hij heeft wel al stevige kuiten, zunne, voor zijn leeftijd!   Geoffry             Ja, dat kan goed zijn, maar heeft hij al ne koersvelo?   Pascal              Nee, dat heeft hij nog niet.   Geoffry             Dat hij dan eerst een keer daarmee begint, hé!                         Bon, ik mag naar binnen, 't werd tijd!                         Allez, Pascal, tot de volgende?   Pascal              Zeg, Geoffry ...                        Weet ge dat gij op uw achterwerk een grote zwarte vlek hebt?   Geoffry             Pfft, dat is zo'n domme tatoeage van die dwaze kunstenaar,                         maar bij mij is die natuurlijk mislukt, omdat mijnheer strontzat was!                         Geef mij maar de wielersport, in plaats van cultuur!                         Dat is pas voor echte varkens!!!  

Vince
0 0

Diesel-tempo

Nieuwe school, avontuur - Ge wet wel - grote mond. Rondhangen me de vrienden, smore van lampbestuurde grond. Ontgrond, waar ik stond, met tanden van mijn mond, niet gedacht dat het bestond, nog voor dat alles echt begon.    Ik moest er nog mee starten, mee aan de slag, “Hallo - ik ben nieuw hier - ja - eerste dag”. Denkte echt dat da mijn woorden werden? Niks wereld-derde, elke dag die fucking Merde, Sorry dak ff hardop lach.   Vergelijk me met een beest als een tijger, een vechter, een krijger,  altijd eerst op startblokken, de steun van de steiger, Mensen vragen mijn mening, shit - really - ge moogt is raden waarom ik weiger.    “Hallo Mevrouw, goeiemorgen, ik zoek het toilet”, Ook zij had mij weer snel met de mond vol tanden gezet,  ik zeg ‘halloww.. da’s toch ni zo moeilijk he, zeg me gewoon de weg" Die vrouw bleek dus doof te zijn, en niemand da't da efkes zegt?!   Stunt nummer 1, en ik ben een man van vele, zou men stommiteit af en toe moeten kunnen verdelen, lokaal lokaliseren door te transporteren en te transformeren, zodat ik ’t me enkel moet verbeelden.    Dromen is erg maar vaak snel over, een soort manier waardoor ik mij naar een universe tover. Daar is het proper, rein en ongelogen, zonder te betogen, zonder ne moskee of synagoge.   Helemaal niet, waarom voelt gij u nu aangesproken? Ineens - ver uit het niks - komde gij hier aangekropen, ff kloppe, telefonneke, nee niks late wete, en dan nog verwachte da ge hier ’s avonds me ons mee kunt eten?!   Shit weg - die fucking vanzelfsprekendheid, Respect voor mekaar -neje- het volk van vandaag krijgt het schijt, in alle tegenstrijd, niemand is nog toegewijd, ge weet da gij de toekomst zijt, ge hebt zelfs nog geen beetje spijt.    Uw ouders - zo hard gewerkt om er voor u te zijn, centjes op de bank gezet voor uw succesje, groot of klein, Gij moet het wete, gij liever dan de mijn want - de mijn doe ik geen pijn, Gij zult het kruisje van het huisje zijn.   Sorry mama - ik lust da ni - ik wil alleen echte cola, meende gij da nu - men kind - shit verwende Lola. En Lola krijgt alweer haar zin,  dus tegen beter weten in,  klop ik vandaag weer op m’n kin omdat’k niet graag van m’n zusje win.   Ooit moeten we leren, doen we allemaal, en ’t is gewoon een feit, vandaag elk in ons eigen taal.  Fysiek of mentaal, introvert of asociaal. we moeten best massaal, organiseer nogmaals het laatste avondmaal.   Ma da's moeilijk want de tafel is te klein, of misschien hebbe we gewoon te weinig plek. Zijn weer maar eens verhuist, alles behalve fijn, weinig ander keus want den Immo ging op z'n bek.    Neenee, da's ni wa da'k zeg,  hoe wilde da'k het uitleg? Zo da gij mij verstaat, Immo en ik waren beginnen vechten op de straat.   

Flashlab
1 0

Hoe moeder stierf en dat dat eigenlijk mijn schuld was

  ‘Moeder, je zou me toch komen ophalen aan het station? Ik had gezegd om kwart voor twee. Half drie is het nu.’   ‘Moeder, het is drie uur. Waar blijf je? Bel je me?’   Maar moeder belde niet. En ook op de boerderij nam niemand op.     Om half vier kreeg ik de jongste broer aan de lijn. Ik zat op de rand van één van de grote bloembakken voor de stationsingang en keek verveeld rond. Na een weekend in Gent het dorp troostelozer dan ooit. Ik keek naar de bussen die af en aan kwam rijden. Naar de mensen die op en af stapten. De meesten beladen met zakken van de Aldi, er is een filiaal in de naburige gemeente. De Aldi is voor arme mensen, zei moeder altijd toen ik als kind vroeg waarom wij er nooit heen gingen. Arme mensen zonder auto.   De jongste broer ademde onregelmatig en probeerde zich goed te houden. ‘Ons moeder. Louiza, toch.’   Ik zocht tevergeefs houvast op de rand van de betonnen bloembak die, toen de jongste broer verderging, stroperig werd, als drijfzand. Ik dreigde weg te zinken. ‘Maarten. Met zijn tractor. En moeder, met de auto. Verblind door de zon, zeggen ze.’                                                                      *   In de keuken zaten de vier broers samen met vader aan tafel. Ze keken naar het tafelblad. Ze keken niet op toen ik ook ging zitten, maar bogen hun hoofd nog dieper. Hun neuzen raakten het tafelblad net niet. Wie niet beter wist, zou de aanblik komisch gevonden hebben.   De jongste broer richtte zich op. Hij keek me aan en ik dacht een veeg bloed op zijn T-shirt te zien. Dat hij er als eerste bij geweest was. Dat hij net het erf afgereden was, hij was de maaier komen halen, het gras op het stuk land aan de Wissel stond zo hoog. Daar, aan de Wissel, in de bocht… Moeders auto stak half in de gracht. De tractor van Maarten was er half over gegaan. Dat hij erbij was toen ze… Dat hij de deur eerst niet open kreeg. Hij had haar gordel losgemaakt, haar uit de auto gehaald. Ze had iets gezegd, maar hij begreep niet wat. Dat alles zo snel ging. Dat Maarten haar niet gezien had. Dat Maarten daar stond. Gewoon stond. Godverdomme, de klootzak.   Ik haastte me naar mijn kamer.                                                                   *   ‘Zusje, het is net zo druk nu. Kun je niet pas tegen de avond terugkeren? Ze komen materiaal leveren voor de nieuwe stal en vader is niet thuis. Ik ga me te erg moeten haasten. Kun je echt geen trein later nemen?’   ‘Nee, ma, dat kan ik niet. Ik vertrek nu naar het station. Ok?’                                                                        *     Maarten vraagt om langs te komen op de boerderij. Maar men wil Maarten niet zien. Men wijst hem met de vinger. Het is zijn schuld. De politie komt enkele keren langs en er passeert ook een verslaggever van de krant, maar niemand wil met hem praten behalve een loslippige buurvrouw.   In de krant heeft men het over een tragisch ongeval en over Maarten D. (39), een bekende van de familie, goed bevriend met de vier zonen van het slachtoffer. Dat hij mij om de twee weken de hersenen uit mijn kop neukt, heeft de verslaggever er niet bij vermeld.   Dat het niet de eerste keer is dat de jonge boer een ongeval veroorzaakt. Alleen niet eerder met zo’n tragische afloop. Het slachtoffer was een liefhebbende echtgenote en moeder van vier zonen en een dochter. Lid van de KVLV. Een hardwerkende boerin, die haar boerderij met trots bestierde.   Maar ik moet Maarten wel zien.   Ik klop op de achterdeur en vind zijn ouders in de keuken. Ze zitten aan tafel en veren op wanneer ik binnenkom. Een klamme hand, enkele woorden van medeleven en verder niets. Boeren zijn harde werkers, geen praatjesmakers. ‘Hij is bij de kalveren,’ zegt zijn vader ten slotte. Toonloos. Mijn tong plakt tegen mijn verhemelte. Ik trek de achterdeur geruisloos achter me dicht.   Hij staat werkloos naar de eerste kalverhut te staren, een emmer met melk in zijn rechterhand. Ik schuifel met mijn voeten in het stro, zodat hij wel moet omkijken. Hij ziet me, maar hij mijdt mijn blik. Hij zet de emmer neer en veegt zijn handen af aan zijn overall. ‘Louiza.’ Dan pakt hij de emmer weer op, gaat voor de tweede kalverhut staan en giet wat melk in het drinkbakje. Het kalfje begint meteen gulzig te drinken. ‘Ik heb haar niet zien komen,’ zegt hij. Hij gaat in de richting van de derde kalverhut. Het kalfje komt nieuwsgierig dichterbij, likt in afwachting aan de tralies. Ik sla mijn armen om zijn grote, logge bovenlijf. Hij houdt de emmer nog steeds in zijn hand. Zelfs wanneer zijn tranen in mijn hals beginnen te druppen.   Mannen huilen niet, wil ik zeggen.   De broers huilen niet. Vader ook niet.   Dus waar haal jij het recht?  

Valerie Tack
78 2